BS4: Kruisingen

Goedemorgen 4D
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Goedemorgen 4D

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het leukste of gekste wat je hebt meegemaakt?

Slide 2 - Open vraag

Waar kijk je in dit nieuw jaar het meest naar uit!

Slide 3 - Open vraag

Waar heb je het meest of minst zin in dit schooljaar?

Slide 4 - Open vraag

Even opfrissen
Voor de vakantie zijn we gestart met de basis van genetica ofwel erfelijkheid.

Deze week gaan we kruisingen oefenen.

Slide 5 - Tekstslide


Het Genotype is
A
het uiterlijk, dat wat je ziet (de waarneembare) eigenschappen van een organisme
B
Alle informatie voor de erfelijke eigenschappen van een organisme
C
een sproet
D
een piercing

Slide 6 - Quizvraag

Je hebt het genotype en het fenotype.
Wat wordt bedoeld met het fenotype?
A
De erfelijke info op je chromosomen
B
Hoe je eruit ziet

Slide 7 - Quizvraag

Is het genotype van de larve hetzelfde als het genotype van het volwassen dier?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Fenotype
Genotype

Slide 9 - Sleepvraag

Sleep het juiste woord naar de plek van de zin ervoor.

Het fenotype kan                  veranderen door invloeden uit de omgeving.

Steil haar laten krullen met een krultang is                    een verandering van het genotype.

Het fenotype is                      altijd gelijk aan het genotype.

Een tatoeage is                      een verandering van het genotype

Het fenotype wordt                   deels bepaald door het genotype.
Wel
Wel
Wel
Wel
Wel
Niet
Niet
Niet
Niet
Niet

Slide 10 - Sleepvraag

DNA
celkern
Cel
Chromosoom
Gen

Slide 11 - Sleepvraag

opdrachten van stencil
Je hebt een paar minuten om met je buurman/vrouw opdracht 1 en 2 van Genen te maken. 

Slide 12 - Tekstslide

BS3: Kruisingen
Inhoud les:
Na deze les kun je door middel van kruisingsschema's het genotype en fenotype van de nakomelingen voorspellen

- Uitleg kruisingsschema maken
(video en opdracht klassikaal oefenen)

Slide 13 - Tekstslide

Uitleg kruisingen

Slide 14 - Tekstslide

Stap 1: bedenk wat de genotypen en fenotypen van de ouders zijn.

Stap 2: bedenk welke genen in de geslachtscellen van de ouders kunnen voorkomen




Stap 3: stel vast welke genotype en fenotype de nakomelingen kunnen hebben --> F1

Stap 4: stel vast welk genotype en fenotype de dieren in de F2 kunnen hebben.

Slide 15 - Tekstslide

Labradors
Bij labradors is het gen voor een zwarte vacht (A) dominant over het gen voor een gele (blonde) vacht (a).
Een zwartharig vrouwtje (homozygoot) paart met een geelharig mannetje.

Slide 16 - Tekstslide

Een kruisingsschema maken
Een zwartharig vrouwtje (homozygoot) paart met een geelharig mannetje.

Slide 17 - Tekstslide

Een kruisingsschema maken
F1 x F1

Slide 18 - Tekstslide

Labradors
Bij labradors is het gen voor een zwarte vacht (A) dominant over het gen voor een gele (blonde) vacht (a).
Een zwartharig vrouwtje (homozygoot) paart met een geelharig mannetje.

Slide 19 - Tekstslide

Een voorbeeld
Iemand, die in staat is zijn tong op te rollen is in het bezit van het allel R. Een jongen die zijn tong niet kan oprollen heeft ouders die dit wel kunnen. 

Wat is het genotype van deze persoon (de zoon)?
Wat is het genotype van de ouders?

 

Slide 20 - Tekstslide

Wat is jou antwoord.

Wat is het genotype van de jongen, en wat is het genotype van de ouders?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Upload hier de foto van het kruisingsschema met de antwoorden

Slide 24 - Open vraag

opdr. 31 t/m 33 klassikaal doornemen

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk
maken t/m opdr. 39

Slide 26 - Tekstslide