P1 Les 6 Gelijkheid en Ongelijkheid

Sociaal Maatschappelijke Dimensie: Gelijkheid en ongelijkheid 
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Sociaal Maatschappelijke Dimensie: Gelijkheid en ongelijkheid 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


- Leerdoelen van deze week
- Theorie over gelijkheid en ongelijkheid
- Opdrachten maken Generation 24/7
- Afsluiting en evaluatie


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



1. Je onderzoekt wat ongelijke behandeling, discriminatie en racisme voor mensen betekent.


2.  Je kunt informatie verzamelen over het ontstaan, de gevolgen en de oplossingen voor ongelijkheid in Nederland en in de wereld.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ongelijkheid is een groot probleem. Een voorbeeld is de ongelijke kans op werk. Kan jij andere voorbeelden van ongelijke behandeling noemen?

Slide 4 - Woordweb


schooladvies - lager vanwege je afkomst
salaris - man vrouw 
toegelaten worden in discotheek
toeslagenaffaire
fouilleren? 
feestdagen (alleen christelijke)



Heb jij wel is het gevoel gehad dat je ongelijk bent behandeld, of heb je meegemaakt dat een ander ongelijk behandeld werd?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

                           Multiculturele Samenleving
Nederland is altijd een diverse samenleving geweest


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aankomst van verschillende bevolkingsgroepen (1)
- 100.000 jaar geleden: Neanderthalers
- 3000 voor christus: Jagers en boeren
- rond het jaar 0: Germanen 
- 11e eeuw: Noormannen of Vikingen
- 16e eeuw: Protestanten, joden en hugenoten uit het Zuiden (vanwege oorlogen tegen de katholieken)

 


Vanaf 1950: Onafhankelijkheid Nederlands Indie
Vanaf 1960: Gastarbeiders uit Italië, Spanje, Portugal en Turkije
Vanaf 1965: Gastarbeiders uit Griekenland, Marokko en Tunesie



 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aankomst van verschillende bevolkingsgroepen (2)

- Vanaf 1914: 1 miljoen Belgen vanwege WO I
- Vanaf 1950: Onafhankelijkheid Nederlands Indie
- Vanaf 1950: Kaapverdiaanen vanwege de haven in Rotterdam 
- Vanaf 1960: Gastarbeiders uit Italië, Spanje, Portugal en Turkije
- Vanaf 1965: Gastarbeiders uit Griekenland, Marokko en Tunesië




 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aankomst van verschillende bevolkingsgroepen (3)
- Vanaf 1975: Onafhankelijkheid van Suriname
- Vanaf 1980: Gezinshereniging van m.n Turken en Marokkanen
- Vanaf 1990: Vluchtelingen uit Azië en Afrika
- Vanaf 1993: EU en vrij verkeer personen en arbeid eerst Polen, later Roemenen en Bulgaren (vanaf 2014)
- Vanaf 2015: Syriërs en Afghanen vanwege oorlog. 
- Vanaf 2022: Oekraïners vanwege oorlog.
--> Libanon? 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mensenrechten

Iedere persoon heeft rechten, 
alleen al vanwege het feit dat hij/zij een mens is. 

Deze rechten zijn er voor bedoeld om ons te beschermen tegen mensen die ons kwaad willen doen, maar ook om ons te helpen samen te werken en in vrede te leven.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Iedereen heeft recht op gelijke behandeling! 
Artikel 1 Grondwet  

“Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook, is niet toegestaan”

Maar ook artikel 14 EVRM (Europa) en artikel 26 Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR - verdrag van de VN) en sinds 1989 het (VN) Internationaal Verdrag voor de rechten van het Kind.  
Rechtstaat = voor iedereen gelden dezelfde wetten

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zit het met jullie gevoel voor mensenrechten? 



We gaan gezamenlijk een quiz maken: https://www.kinderrechten.nl/jeugd/quizzzzz/

en beantwoord de vragen!

Slide 13 - Tekstslide

https://www.kinderrechten.nl/jeugd/quizzzzz/
Welke grenzen zitten er aan de vrijheid van meningsuiting?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Grenzen aan de vrijheid van meningsuiting

Discriminatie 

Aanzetten tot geweld
Haat zaaien
Iemand bewust beledigen
--> deze handelingen 
zijn strafbaar. 


Slide 15 - Tekstslide

https://www.ad.nl/binnenland/wilders-schuldig-aan-belediging-marokkanen-als-groep-maar-hof-legt-geen-straf-op~ac19e391/
Ongelijke behandeling = 
Discriminatie:
Wanneer mensen in een gelijke situatie ongelijk behandeld worden, spreken we van discriminatie. Het maken van onderscheid tussen mensen op persoonskenmerken die bij een bepaalde situatie niet toe doen.

Racisme:  
Discriminatie (ongelijke behandeling) van mensen op basis van huidskleur of afkomst. Racisme verdeelt menselijke rassen in beter en slechter ten opzichte van elkaar. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet alle onderscheid is verboden, maar onderscheid op basis van de discriminatiekenmerken wel. 

Word je afgewezen voor een baan omdat je niet de juiste diploma's hebt? Dan is dat terecht. Maar word je afgewezen omdat je homoseksueel bent? Dat is verboden volgens de wet op gelijke behandeling.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Discriminatiekenmerken
Leeftijd
Seksuele gerichtheid
Godsdienst en levensovertuiging
Ras: hiermee wordt bedoeld huidskleur, achtergrond, etnische achtergrond
Geslacht
Nationaliteit
Handicap of chronische ziekte
Politieke overtuiging
Burgerlijke staat: getrouwd of niet getrouwd
Soort arbeidscontract: vast of tijdelijk
Arbeidsduur: fulltime of parttime

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stage discriminatie
Stage discriminatie is al jaren een groot probleem. 

Studenten met een migratieachtergrond moeten 4 x vaker solliciteren dan autochtone studenten. 


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meldpunt Stagediscriminatie: 
- Discriminatie is onaanvaardbaar, meld het om het te stoppen --> 
vul het formulier in op: (https://www.s-bb.nl/studenten/meldpunt-stagediscriminatie) 

- Na de melding doet SBB onderzoek. 
Als de stagediscriminatie aantoonbaar is, kan SBB de erkenning van een leerbedrijf op grond van discriminatie intrekken. 

Samen met de school zoekt SBB actief naar een vervangende stageplek.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een vrouw van 53 moet bij de brandweer dezelfde conditie test doen als een 20 jarige man. Is dit (indirecte) discriminatie?
A
Ja, dit is discriminatie.
B
Nee, dit is geen discriminatie.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Direct en indirecte discriminatie
Iets is discriminatie als je onderscheidt maakt tussen mensen op basis van een niet relevant persoonskenmerk. Dan is het een verboden onderscheid.

Een voorbeeld van directe discriminatie is als een kandidaat niet wordt uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek, omdat hij van Marokkaanse afkomst is. 

Een voorbeeld van indirecte discriminatie is wanneer je een kandidaat zoekt die foutloos Nederlands spreekt, terwijl dat voor de functie (bijvoorbeeld magazijnmedewerker) niet per se hoeft. Buitenlandse medewerkers worden zo indirect en onterecht uitgesloten.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Direct en indirecte discriminatie
Mag je tijdens een sollicitatiegesprek aan een vrouwelijke kandidaat vragen wat ze zou doen als ’s ochtends blijkt dat haar kind ziek is? 

Als je in een personeelsadvertentie bijvoorbeeld zet dat je ‘starters’ zoekt, mag dat?

Mag je in een advertentie een maximum aantal jaren werkervaring vragen? 




Slide 25 - Tekstslide

1 nee, vraag je niet aan een man, dus discriminatie op grond van geslacht. 
2 nee, leeftijdsdiscriminatie
3 nee leeftijdsdiscriminatie


Direct en indirecte discriminatie
Het mag wel: 
- wanneer de eis die je stelt onmisbaar is voor de functie en je kan uitleggen waarom je de voorwaarde stelt! 

Bijvoorbeeld:
- een donkere man voor een filmrol van Martin Luther King
- eisen aan veiligheid voor buschauffeur (sollicitant met epilepsie terecht afgewezen)
-  een gereformeerd ziekenhuis mag om verpleegkundigen met een gereformeerde levensovertuiging vragen


Slide 26 - Tekstslide

1 nee, vraag je niet aan een man, dus discriminatie op grond van geslacht. 
2 nee, leeftijdsdiscriminatie
3 nee leeftijdsdiscriminatie





De rechter stelt dat alleen het feit dat de leraar is uitgekomen voor zijn homoseksualiteit en is gaan samenwonen met een partner van hetzelfde geslacht geen reden mag zijn voor schorsing en ontslag. Onderscheid op die grond is verboden, ook voor een gereformeerde school met standpunten van kerk en Synode.

Slide 27 - Tekstslide

1 nee, vraag je niet aan een man, dus discriminatie op grond van geslacht. 
2 nee, leeftijdsdiscriminatie
3 nee leeftijdsdiscriminatie


Oorzaken van discriminatie o.a.: 
Vooroordelen:  dit zijn oordelen over een persoon of een groep, zonder dat je deze personen of de feiten kent. 
Vooroordelen kunnen positief en negatief zijn ("Nederlanders zijn gierig"/ "Nederlanders zijn tolerant").

Stereotypen: overdreven vooroordelen over iemands karaktereigenschappen ("alle blonde vrouwen zijn dom").

Het kan leiden tot discriminatie wanneer je mensen anders gaat behandelen op basis van je vooroordelen en stereotypen

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tunnelvisie
Is de onwil of onmogelijkheid om bepaalde dingen waar te nemen die niet binnen iemands eigen directe belevingswereld liggen.


"Je hebt oogkleppen op"

En daardoor is om je heen kijken niet mogelijk.
Andere naam: Confirmation Bias (speelt veel bij social media!)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooroordelen over MBO-ers:

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een vader en zijn zoon zijn op weg van voetbaltraining naar huis. Onderweg rijden ze een tunnel in en uit het niets komt een auto op ze af die op de verkeerde weghelft rijdt. Er volgt een frontale botsing. De vader is op slag dood. De zoon wordt met gillende sirenes naar het ziekenhuis gebracht, waar een team van chirurgen klaarstaat om de jongen te redden.

De chirurg werpt bij het binnenrijden van de patiënt een blik op het gezicht van de jongen en zegt: 'Ik kan de operatie niet uitvoeren, deze jongen is mijn zoon.'

Hoe kan dat?

Raadsel

Slide 31 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Het antwoord is dat de chirurg de moeder van de jongen is. En, hadden jullie het goed?

Wij mensen hebben onbewust stereotypes. Zo is er onderzoek gedaan naar dit raadsel en daaruit blijkt dat slechts 15% van de proefpersonen het goede antwoord gaf. Overigens is dit onderzoek ook aangepast en herhaald met eenzelfde soort raadsel: Een moeder reed in de auto en een verpleegkundige weigerde om te assisteren tijdens de operatie. Ook in deze situatie kwamen mensen niet op het idee dat de betreffende verpleegkundige ook een vader kan zijn.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooroordelen kunnen nuttig zijn?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

 Belangrijk punt hierbij is dat vooroordelen ons wel helpen om de wereld om ons heen makkelijker te maken. Om niet alles opnieuw te moeten evalueren. Hokjes denken is menselijk, alleen leidt het dus ook tot discriminatie. Daarom moeten we ons bewust zijn van onze menselijkheid.
Positieve discriminatie?
Positieve discriminatie of voorkeursbeleid is het opzettelijk bevoordelen van bepaalde bevolkingsgroepen zoals vrouwen en allochtonen bij de toelating tot opleidingen of arbeidsplaatsen als er sprake is van gelijke geschiktheid. 

Het doel is meestal om het aandeel van deze bevolkingsgroepen te verhogen, waardoor de ongelijkheid wordt verminderd.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Positieve discriminatie in Nederland
Een werkgever mag bij gelijke geschiktheid de voorkeur geven aan bepaalde sollicitanten. Zoals vrouwen of mensen met een migratieachtergrond. 

Werken in een bepaalde functie binnen een bedrijf aanzienlijk minder vrouwen dan mannen? Alleen dan mag een werkgever de voorrang geven aan vrouwen. Voorrang geven aan mensen met een migratieachtergrond mag alleen als er in een functie duidelijk minder mensen met een migratieachtergrond werken dan in de rest van de regio.

Positieve discriminatie alleen om ongelijkheid op te heffen. 


Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schema Zelf werken!
Wat moet je doen?
Maak de opdrachten bij het hoofdstuk Gelijkheid en Ongelijkheid
(zie je planner of Canvas)
Doel 
Zodat je leert wat jij zou kunnen doen om ongewenste situaties zoals discriminatie en ongelijke behandeling tegen te gaan. 
Hoe moet je het doen?
Lees de teksten, bekijk de video's, zoek op wat je niet weet en beantwoord de vragen uitgebreid.
Hoeveel tijd heb je ervoor? 
Tot het einde van de les.
Hulp vragen aan?
Docent, klasgenoot, ChatGpT (als hulpmiddel (!)), google, boek
Wat als je eerder klaar bent?
Lees: 

Aan de slag

Slide 37 - Tekstslide

https://www.rotterdam.nl/samen-leven 

https://npokennis.nl/longread/7482/wat-is-de-rol-van-vuurwerk-bij-de-jaarwisseling
Terugblik
Dobbelsteen: 
1. Ik had meer kunnen leren als.. 
2. Ik was verrast door... 
3 ik was vooral geïnteresseerd in.. 
4. Een ding dat ik geleerd heb is.. 
5. Ik wil meer weten over... 
6. ik snap nog niet .. 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen behaald? 
De leerdoelen waren:



1. Je onderzoekt wat ongelijke behandeling, discriminatie en racisme voor mensen betekent.

2. Je kunt informatie verzamelen over het ontstaan, de gevolgen en de oplossingen voor ongelijkheid in Nederland en in de wereld.



Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot de volgende keer! 


Dan beginnen we aan de eindopdracht! 
Interview en werkstuk. 

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies