In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Lezen
> Onderwerp en hoofdgedachte
> Doel en publiek
> Betrouwbaarheid van een tekst
Slide 1 - Tekstslide
Wat is het onderwerp van de tekst?
A
geldverspilling
B
energieverspilling
C
het weggooien van eten
D
de Weggooitest
Slide 2 - Quizvraag
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Het onderwerp mag je in een zin noteren.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
De hoofdgedachte is een hele zin.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
De hoofdgedachte staat vaak in het slot van de tekst.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Vraag 1: wat is het onderwerp?
Selfies dodelijker dan haaienbeet
1 Selfies hebben dit jaar al meer dodelijke slachtoffers gemaakt dan haaien. Het meest recente dodelijke slachtoffer van een selfie is een Japanner. Hij was al de twaalfde wereldburger die dit jaar overleed door het maken van een selfie. Daarmee zijn selfies dodelijker dan haaienbeten. Haaien hebben dit jaar pas acht mensen doodgebeten.
A
haaienbeten
B
onvoorzichtig gedrag
C
selfies
D
de twaalfde wereldburger
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Amuseren
D
Instrueren
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen overtuigen/betogen en overhalen/activeren?
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
Tekstdoel?
A
instrueren
B
amuseren
C
overtuigen
D
informeren
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Op welke 4 zaken moet je letten bij het controleren of de informatie in teksten betrouwbaar is?