Poëzie

Poëzie
Wat weten we nog?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Poëzie
Wat weten we nog?

Slide 1 - Tekstslide

Voor de PART
Fictie H 4 t/m 6
Gedicht H 4 t/m 6

H6 is herhaling van alle paragrafen, dus ook H1-3 
(eind van de les overzicht)

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
Wat weten we nog van poëzie?
We lopen de begrippen van H1-3 langs (herhaling jaar 2)

Slide 3 - Tekstslide

Welke poëziebegrippen ken je nog?

Slide 4 - Woordweb

'Basisbegrippen'
  • gedicht 
  • versregel
  • strofe
  • witregel 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Uit hoeveel strofes bestaat het gedicht?

Slide 7 - Open vraag

Uit hoeveel versregels bestaat elke strofe?

Slide 8 - Open vraag

Uit hoeveel versregels bestaat het hele gedicht?

Slide 9 - Open vraag



Ik sta versteld: ik had
nog plaats, een leegte
die nu altijd blijft. Liefde
is verleden tijd van lief.

Ted van Lieshout

Hoeveel strofes?
Hoeveel versregels?
Hoeveel zinnen?

De zinnen versregels worden afgebroken op een onnatuurlijke plek in de zin. Hoe noemen we dit?

Waarom zou een dichter dit inzetten?

Slide 10 - Tekstslide

Beeldspraak: een beeld maken met taal
  • Vergelijking: dichter vergelijkt iets met een beeld. Beeld en waar het naar verwijst staan bij elkaar. Vaak met als, zoals, alsof.
  • Metafoor: dichter gebruikt alleen het een beeld voor wat hij bedoelt. Uit de context haal je de verwijzing. 
  • Personificatie: dichter schrijft menselijke eigenschappen toe aan iets wat geen menselijke eigenschappen kent.

Slide 11 - Tekstslide

Vergelijking
Die glimlach van je
alsof een parkiet over je gezicht klimt

Peter Verhelst

Slide 12 - Tekstslide

Metafoor
Als student woonde ik in een zwijnenstal, maar toen mijn vriendin bij mij in kwam wonen, toverde zij ons appartement om tot een paleis.

Slide 13 - Tekstslide

Personificatie

Misschien vergat hij zijn horloge
of vergat het horloge hem de juiste tijd te geven.

Hagar Peeters

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht
Ga op internet óf in de mediatheek in dichtbundels op zoek naar een gedicht dat je aanspreekt.
Dit gedicht neem je dinsdag op papier mee.

De dichter moet bekend zijn. Maatstaf: hij/zij heeft een eigen Wikipedia-pagina
Verboden dichter: Toon Hermans 

Slide 15 - Tekstslide