All Right MAX, leerjaar 1v, unit 3.2 (2)

Welcome!
- Put your phone in the phonebag

- Take your laptop out

- Put a pen or your pencil case on       
   your table. 



1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Welcome!
- Put your phone in the phonebag

- Take your laptop out

- Put a pen or your pencil case on       
   your table. 



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

All Right MAX, leerjaar 1v, Unit 3.2
New York
Liberty Island
Het Vrijheidsbeeld in de haven van New York is hét symbool van de stad. Het Statue of Liberty, ook wel Lady Liberty genoemd, prijkt op Liberty Island in de haven tussen New York City en Jersey City. Het beeld werd aan het einde van de negentiende eeuw door de fransman Frédéric Auguste Bartholdi ontworpen en stelt de Romeinse godin Libertas voor. Het beeld was een geschenk van Frankrijk aan de stad om de vriendschap tussen Frankrijk en de Verenigde Staten te vieren.
Ellis Island
Tussen 1892 en 1954 kamen veel migranten de Verenigde Staten binnen via New York. Er wordt geschat dat maar liefst 12 miljoen migranten naar Amerika zijn gekomen. Het merendeel van de huidige Amerikaanse bevolking stamt af van die migranten.
Om de grote hoeveelheid nieuwkomers te kunnen registreren, werd een immigratiepost opgezet op Ellis Island, een eilandje in de haven van New York. Op Ellis Island, vlak naast Liberty Island, kan je tegenwoordig een museum bezoeken over de migratie naar Amerika en over de procedure die migranten moesten doorlopen om toegelaten te worden.
De gebroken ketting om haar voeten verwijst naar de afschaffing van de slavernij en het tablet in haar rechterhand, waarop de datum van de Onafhankelijkheidsverklaring staat, herdenkt de onafhankelijkheid van het land. De fakkel in de rechterhand van Lady Liberty staat voor de evolutie naar een nieuwe tijd, maar voor de immigranten die New York vroeger per boot bereikten, was de fakkel het symbool van de vrijheid en de American Dream.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's planning:
Today's planning:
  • last Thursday's homework and follow-up unit 3.2

  • understand what viewing and listening fragments are about
  • grammar: tag questions
  • practise words

  • planning homework and finish up the lesson




Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Throwback: aanwijzende voornaamwoorden?

- Wat zijn aanwijzende voornaamwoorden?
- Hoe gebruik je ze?
- Wat zijn de 2 belangrijkste stappen?



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

An overview: 

Slide 5 - Tekstslide

Give  them new seats.
oftewel...... 
dichtbij
verder weg
één
this
that
meer dan één
these
those

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Do you see ........ bird over there?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Can you see ……… people in the back?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I can't read ……… small letters here.
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

…….. shoes don't fit.
Can I try the other size?
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

back to the assignments

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

What is a tag question?

  • Een tag question is een korte vraag die je achter een zin plakt.           Daarmee vraag je of iets wat jij zegt klopt.

  • In het Nederlands zeg je dan: 'toch?' / 'hè?' / 'is het niet?' / 'of wel?'

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De regels bij een tag questions:

Als de hoofdzin positief is, is de aangeplakte vraag negatief (not / n't):

  - You're her younger sister, aren't you?       Jij bent haar jongere zusje, toch?


Als de hoofdzin negatief (not / n't) is, is de aangeplakte vraag positief:

  - I am not a bad friend, am I?                          Ik ben geen slechte vriend, of wel?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op:
Als in de hoofdzin een naam staat, gebruik je een 
persoonlijk voornaamwoord in de aangeplakte vraag:


  - Susan is her sister, isn't she
     Susan is haar zus. toch?

  - Pete and Jane are not good friends, are they?
    Pete en Jane zijn geen goede vrienden, of wel?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

let's play another game ☺

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The weather is awful today, ……..
A
aren't it?
B
isn't he?
C
is it?
D
isn't it?

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sally is a pretty girl, ...............
A
isn't Sally?
B
isn't she?
C
is not she?
D
is she?

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

You have not been in Paris, ...?
A
haven't you?
B
do you?
C
don't you?
D
have you?

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


This woman is independent, ...?
A
is she
B
isn't she
C
is this woman
D
isn't this woman

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


There were a lot of people, ...?

A
there were
B
there was
C
were there
D
weren't there

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The players aren't on the field yet, ………………….?
A
aren't they?
B
are not they?
C
is they?
D
are they?

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

It's up to you, guys 





r[
we gaan samen kijken naar opdracht 8 t/m 13 van unit 3.2

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

NYC (assignment 8 and 9):

You are going to listen to NYC.


  • If you are in New York, what                                                               would you like to visit?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A day in New York
Deze winkelwijk met dezelfde naam als de beroemde Flatiron Building staat vol met hoge appartementen- en kantoorgebouwen. De hippe bars, Italiaanse foodmarket Eataly en verschillende foodtrucks op Fifth Avenue zijn populair zowel locals als toeristen. Centraal in deze wijk ligt Madison Square Park, dat bekendstaat om zijn wisselende kunstinstallaties en de lange rij bij de allereerste Shake Shack.
Dit is de kruising van Broadway en 5th Avenue ter hoogte van de 23rd Street. Een druk kruispunt met leuke eet-tentjes. In één ervan serveren ze de lekkerste bagels. 
Een centraal punt van de levendige wijk Union Square is het gelijknamige autovrije plein met populair park. Hier komen allerlei soorten mensen, van zakenlieden en studenten tot straatartiesten en demonstranten. De omliggende straten worden gekenmerkt door hoge appartementencomplexen, grote winkelketens en gezellige restaurants. De kraampjes van de Union Square Greenmarket trekken veel mensen met groente en fruit uit de streek en ambachtelijk bereide etenswaren.
Madison Square is een plein in de Amerikaanse stad New York, bij de kruising van Broadway en 5th Avenue ter hoogte van de 23rd Street. Madison Square is genoemd naar James Madison, de vierde president van de Verenigde Staten
Ze verkopen er wereldberoemde hamburgers en je hebt bij het eten van een hamburger letterlijk 5 servetjes nodig. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

New York subway (assignment 13):

  • What is the New York subway?
  • Who can tell us something about the new york subway?



Nadat in 1904 de New York subway opende met 28 stations zijn er tegenwoordig meer dan 468 metro stations. 
In de loop van de jaren zijn er ook een aantal van deze stations buiten gebruik gesteld, zoals het mooiste subway station van New York: City Hall Station.
Dit station is in 1945 gesloten vanwege de ingebruikname van nieuwe treinen. Deze nieuwe treinen waren langer en aangezien City Hall Station in een bocht ligt was het lastig het platform te verlengen. Tweede nadeel was dat de ingangen van de treinen in het midden zaten waardoor de ruimte tussen perron en trein erg groot zou worden.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

planning homework
- Thursday the 20th of 
   January  you have you finished 
   assignment 8 till 13 of unit 3.2
 
- Learn the words that belong to               unit 3.3

    Good Luck with your homework!!!

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik snap nu (weer) hoe ik Engelse aanwijzende voornaamwoorden moet gebruiken.
A
Ja, vet makkelijk!
B
Ja, met aantekeningen moet het lukken!
C
Nee, ik twijfel nog vaak.
D
Nee, ik snap er geen snars van..

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet hoe ik een question tag moet gebruiken in een zin.
A
Ja, zeker te weten!
B
Ja, met een beetje hulp gaat het lukken!
C
Nee, ik weet niet zeker of ik het goed snap.
D
Nee, ik snap er geen snars van.....

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies