2.4 Present simple (positive) + reading 1HA

How would you translate:
Ik loop altijd naar school.
A
I never walk to school.
B
I always walk to school.
C
I always walks to school.
D
I walks always to school.
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

How would you translate:
Ik loop altijd naar school.
A
I never walk to school.
B
I always walk to school.
C
I always walks to school.
D
I walks always to school.

Slide 1 - Quizvraag

Lesson goals
After today's lesson I....
  • know what the present simple is
  • know when to use the present simple
  • know how to use the present simple in positive sentences
  • have practiced with reading and understanding a text

Slide 2 - Tekstslide

How would you translate the following word:
heden
A
Past
B
Present
C
Future

Slide 3 - Quizvraag

Present simple
Present simple is een vorm van de tegenwoordige tijd

We gebruiken de present simple wanneer we het hebben over:
  1. Regelmatigheden
  2. Feiten
  3. Gewoonten
Signaalwoorden
always, never, often, sometimes, every Saturday, usually

Slide 4 - Tekstslide

Which of these words talk about habits, facts & regularities?
A
always, never, often, on Saturdays, every day,
B
yesterday, always, never, last year
C
ever, never, for, yet, already, since
D
never, for, every day, last year, often, since

Slide 5 - Quizvraag

Hoe gebruik je de present simple?
Positive (+)
I,you,we they walk
Hele werkwoord
He,she,it walks
Hele werkwoord +s
LET OP
  • Na he,she & it komt er altijd een S achter het werkwoord. 
Tenzij:

Slide 6 - Tekstslide

He/She/It uitzonderingen
De spelling van het werkwoord veranderd soms: 
Bij werkwoorden die eindigen op -s, -x, -z, -sh, ch, of ss zet je
-es achter het hele werkwoord:
She catches the ball everytime. 
He always guesses the right answer.


Slide 7 - Tekstslide

He/She/It uitzonderingen
- Bij werkwoorden die eindigen op een medeklinker+ -y verandert 
-y in -ies:
They study, she studies
We try, he tries

- Bij werkwoorden die eindigen op een medeklinker + -O zet je
-es achter het hele werkwoord:
I go, she goes
We do, he does


Slide 8 - Tekstslide

Pick the correct answer
I never (to sing) when I'm in the shower.
A
sings
B
doesn't sings
C
sing
D
singing

Slide 9 - Quizvraag

Pick the correct answer
He (to go) to tennis training every Saturday.
A
go
B
gos
C
goes
D
going

Slide 10 - Quizvraag

Pick the correct answer
She (not like) music.
A
don't like
B
likes
C
doesn't likes
D
doesn't like

Slide 11 - Quizvraag

Reading
Write down words you find difficult or did not know yet.
Why? To practice with understanding texts and learn some new words along the way.
+- 15 min
Go to: https://allesvoorengels.nl/vaardigheden/lezen/
Kies een tekst van A1 (te makkelijk? Probeer A2)
EN beantwoord de vragen. Steek je hand op als je klaar bent.



Slide 12 - Tekstslide

Klaar? 
Zelfstandig aan de slag

Bezig met het maken van opgave 5 t/m 8
OR
Practice online:
https://engelsklaslokaal.nl/

Slide 13 - Tekstslide

What do you remember about the present simple?

Slide 14 - Woordweb