4. Ik wat een
atoom is en waar de
kern van een atoom uit bestaat
5. Ik kan van atomen bepalen uit hoeveel protonen en neutronen de kern bestaat. En kan hierbij gebruik maken van massagetal en atoomnummer
6. Ik weet wat isotopen zijn.
7. Ik weet wat radioactiviteit is
8. Ik weet welke drie soorten ioniserende straling er zijn
9. Ik weet wat activiteit is en in welke eenheid je dit meet.