ik weet hoe de vervoersmiddelen in het Spaans heten
Ik kan de voorzetsels a, de, en gebruiken
Ik ken de bijwoorden van hoeveelheid: demasiado, mucho, bastante, poco
Ik weet hoe ik muy en mucho moet gebruiken
ik kan vragen waar iets is en hierop reageren
ik kan de gebiedende wijs bevestigend gebruiken
ik kan de weg vragen en de weg wijzen
ik weet iets over het openbaar vervoer in Spanje