12.2 - Nieuwe zouten maken met uitwerking

§12.2 - Nieuwe zouten maken
Benodigheden
- Boek en schrift
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§12.2 - Nieuwe zouten maken
Benodigheden
- Boek en schrift
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Slide 1 - Tekstslide

100 % kennis!

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de formule van het oxide-ion?
A
O
B
O2
C
OH
D
O

Slide 3 - Quizvraag

Geef de naam van het zout dat de formule NaBr heeft.

Slide 4 - Open vraag

wat is de formule van het sulfide-ion?
A
S2
B
SO3
C
SO42
D
SO4

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de formule van hydroxide?
A
O2
B
OH
C
O
D
OH2

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de formule van het dichromaation in ammoniumdichromaat?
(NH4)2Cr2O7
A
Cr2O72
B
Cr2O74
C
Cr2O76
D
Cr2O78

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de formule van het chroom-ion in ammoniumdichromaat?
(NH4)2Cr2O7
A
Cr2+
B
Cr7+
C
Cr6+
D
Cr12+

Slide 8 - Quizvraag

Wat moet je van paragraaf 12.2 uit je hoofd kennen? 
#100%kennis
  • begrippen

Slide 9 - Tekstslide

Oplosbaarheidstabel!

Slide 10 - Tekstslide

Stel je doet twee oplossingen bij elkaar.
  • Oplossing 1: natriumjodide
  • Oplossing 2: loodnitraat
Voorspel of er een neerslag ontstaat.

Geef de reactievergelijking hiervan!

Slide 11 - Tekstslide

Stel je doet twee oplossingen bij elkaar.
  • Oplossing 1: natriumjodide
  • Oplossing 2: loodnitraat
Voorspel of er een neerslag ontstaat.

1. Schrijf alle ionen op die in de oplossingen voorkomen.


Slide 12 - Tekstslide

Stel je doet twee oplossingen bij elkaar.
  • Oplossing 1: natriumjodide
  • Oplossing 2: loodnitraat
Voorspel of er een neerslag ontstaat.

2. Maak een oplosbaarheidstabel (mini tabel 35)

Slide 13 - Tekstslide

Stel je doet twee oplossingen bij elkaar.
  • Oplossing 1: natriumjodide
  • Oplossing 2: loodnitraat
Voorspel of er een neerslag ontstaat.

3. Vul de tabel in.

Slide 14 - Tekstslide

Stel je doet twee oplossingen bij elkaar.
  • Oplossing 1: natriumjodide
  • Oplossing 2: loodnitraat
Voorspel of er een neerslag ontstaat.

4. Ga na welke combinatie(s) slecht oplosbaar zijn 's'.

Slide 15 - Tekstslide

Stel je doet twee oplossingen bij elkaar.
  • Oplossing 1: natriumjodide
  • Oplossing 2: loodnitraat
Voorspel of er een neerslag ontstaat.

5. Schrijf de naam en de formule van de neerslag op.
Pb2+(aq)
I(aq)

Slide 16 - Tekstslide

Stel je doet twee oplossingen bij elkaar.
  • Oplossing 1: natriumsulfide
  • Oplossing 2: loodnitraat
Voorspel of er een neerslag ontstaat.

6. Schrijf de ionen voor de pijl en de vaste stof na de pijl.
let op de formule van het vaste zout moet netto 0 zijn!
Pb2+(aq)
I(aq)
+
PbI2(s)

Slide 17 - Tekstslide

Stel je doet twee oplossingen bij elkaar.
  • Oplossing 1: natriumsulfide
  • Oplossing 2: loodnitraat
Voorspel of er een neerslag ontstaat.

7. Maak de reactievergelijking kloppend.
Pb2+(aq)
I(aq)
+
PbI2(s)
2

Slide 18 - Tekstslide

Stel je doet twee oplossingen bij elkaar.
  • Oplossing 1: natriumsulfide
  • Oplossing 2: loodnitraat
Voorspel of er een neerslag ontstaat.



Waar zijn die andere ionen dan?
Dat zijn de tribune-ionen


Pb2+(aq)
I(aq)
+
PbI2(s)
2
Na+(aq)
NO3(aq)

Slide 19 - Tekstslide

Stel je doet twee oplossingen bij elkaar.
  • Oplossing 1: natriumchloride
  • Oplossing 2: zilvernitraat

Geef de reactievergelijking van de neerslag!

en nu jullie 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Wanneer Collin mengsel I en II bij elkaar voegt, ontstaat er een mengsel. Wat is de naam van dit mengsel
A
Emulsie
B
Legering
C
Oplossing
D
Suspensie

Slide 22 - Quizvraag

Geef de vergelijking van de neerslagreactie waarbij lood(II)jodide ontstaat. Noteer ook de toestandsaanduidingen.

Slide 23 - Open vraag

Hoeveel punten heb jij?
Tribune-ionen 
NOOIT opschrijven!

Slide 24 - Tekstslide

Rekenen aan reacties

Slide 25 - Tekstslide

Rekenen aan neerslag reacties
Theorie-achtergrond: 
1. Door een neerslag kan je een verkeerd ion uit een oplossing halen.
2. Chroomionen slaan neer met hydroxide-ionen. 
3. Dus als je hydroxide ionen toevoegt aan een oplossing krijg je een neerslag.

Hoeveel gram hydroxide ionen moet je toevoegen om 40 g/L chroom-ionen te verwijderen?


Slide 26 - Tekstslide

Rekenen aan neerslag reacties
1. Stel de reactievergelijking van de neerslag op.
2. Wat is gegeven en wat is gevraagd?
2. Maak een tabel met de massaverhouding.
3. Bereken de onbekende. 

Slide 27 - Tekstslide

stel de reactievergelijking op
Cr3+ (aq) + 3OH- (aq) → Cr(OH)3 (s)


Slide 28 - Tekstslide

zet de massa's erbij
Cr3+ (aq) + 3OH- (aq) → Cr(OH)3 (s)
40    :        51        :                   103
     Gegeven     gevraagd                                  

Slide 29 - Tekstslide

maak een verhoudingstabel
bekend: Cr3+           verhouding 52     en massa 40  gram
onbekend 3OH-         verhouding 51     en massa      ? gram

Slide 30 - Tekstslide

reken de onbekende uit
51 x 40 is 2040
deel dit door 52
uitkomst: 39,2 g

Slide 31 - Tekstslide

zet je antwoord netjes in een zin
om 40 g chroom (III)  ionen uit een oplossing te verwijderen is 39,2 g OH- ionen nodig.
afronden: NOOIT MEER dan 1 decimaal verschillen van de getallen in de vraag.

Slide 32 - Tekstslide

Hard water
Hard water bevat 110 mg per liter
Hoeveel mg carbonaat is nodig om alle ionen in 1,0 L hard water neer te slaan? 

Slide 33 - Tekstslide