Unit 2 les 5 Mediawijsheid / Internetbronnen beoordelen

Op tafel:
Je laptop
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Op tafel:
Je laptop

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agenda
Boek lezen: iedereen een boek?

Verder met betrouwbaarheid: uitleg en tekst beoordelen.



Op tafel: laptop

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lekker lezen, terwijl ik Numo check en nablijven inplan (vrijdag 5e uur) 
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel unit 2

Om teksten zowel offline als online op waarde te schatten, is het belangrijk om teksten te kunnen beoordelen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Statement of Inquiry 

In a world full of information (on- and offline) pupils need to be able to weigh the validity and reliability of information in order to choose useful sources for life, including schoolwork. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerpen
What makes a source trustworthy or not?
How can you use a source well?
How can you create a trustworthy message?
What is an internet bubble, algorithm and rabbit hole?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen Ned
1. De leerling leert zich mondeling en schriftelijk begrijpelijk uit te drukken.
4. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven teksten.
5. De leerling leert in schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en te beoordelen op waarde voor hemzelf en anderen.
10. De leerling leert te reflecteren op de manier waarop hij zijn taalactiviteiten uitvoert en leert, op grond daarvan en van reacties van anderen, conclusies te trekken voor het uitvoeren van nieuwe taalactiviteiten.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Unit 2 - Summatief
Summatief 1: schriftelijke toets in proefwerkperiode (leesvaardigheid en beoordelen van teksten op betrouwbaarheid)
Summatief 2: boekverslag (specifieke opdracht volgt)
Summatief 3: Numo werkwoordspelling 1F => 2F (100%)
Formatief: tekst beoordelen (als er tijd is) 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we o.a. doen? 
Tekstsoorten leren en herkennen (Theorie)
Beoordelen bronnen (Theorie) => formatieve toets
Lezen van een boek waarin betrouwbaarheid een rol speelt (iedere les ca 10-15 min lezen in de klas)
Zelf fake news schrijven en meer...


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les- en leerdoelen
  • Je leert hoe je verschillende bronnen op internet kunt beoordelen
  • Je weet dat er betrouwbare en onbetrouwbare bronnen op internet zijn
  • Je kunt betrouwbare en onbetrouwbare bronnen op internet herkennen
  • Je kunt uitleggen waarom sommige bronnen betrouwbaar of onbetrouwbaar zijn
  • Je kunt zelf betrouwbare bronnen vinden op internet


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk soort tekstdoelen, die een schrijver kan hebben met een tekst, heb je geleerd in de vorige les?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij mevrouw Lingbeek heb je technieken geleerd die worden gebruikt om te misleiden. Welke?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: 
Selecteer jouw nieuws!
Polariseren 
Er zijn manipulatietechnieken die worden gebruikt om desinformatie te maken en verspreiden: 
Anderen in diskrediet brengen
Emotie gebruiken
Complotdenken
Technieken om te misleiden

Slide 13 - Tekstslide

Om desinformatie effectief te te laten zijn, worden bepaalde manipulatietechnieken gebruikt. Deze technieken zorgen ervoor dat mensen de desinformatie geloven én dit soort berichten zonder goed op te letten verspreiden. 
Fake News

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het probleem?
Iedereen kan een website maken
(Bijna) Niemand controleert de inhoud
Er zijn weinig tot geen regels
Websites zien er allemaal goed uit

Dus: hoe weet je of de bron betrouwbaar is?


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zoek jij op internet?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar let je op om de betrouwbaarheid te controleren?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is belangrijk bij het beoordelen van bronnen?
  1. Wie is de schrijver van het stuk? 
  2. Wat is het doel van de schrijver?
  3. Wat voor website is het ?
  4. Is de site actueel?
  5. Gebruikt de site zelf ook bronnen? 

M.a.w. Kun je de informatie controleren? 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie is de schrijver van het stuk?
Waar kijk je naar om te beoordelen of de schrijver betrouwbaar is?

Is de schrijver deskundig? 
Heeft hij/zij ervoor geleerd? Spreekt hij/zij over zijn/haar eigen vakgebied? 
Weet de schrijver veel van het onderwerp af?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van de schrijver?
Wat kan het doel van de schrijver zijn?

Wil de schrijver je iets verkopen?
Wil de schrijver je ergens van overtuigen?
Is de schrijver neutraal?
Heeft de schrijver een belang (een voordeel)?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor website is het?

Is het een nieuwssite die is verbonden aan een betrouwbare krant? 
Werken daar mensen die het vak journalistiek geleerd hebben?
Heeft de website een bepaalde 'kleur' (politiek, bedrijf, etc?)
Is de site bedoeld voor amusement?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is de site actueel?
Waar let je op?

Is de informatie actueel?
Staat er een datum op de site?
Zijn er inmiddels nieuwe feiten bekend?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruikt de site zelf ook bronnen?
Hoe controleer je de bronnen van de site?
Kun je de informatie verifiëren (omdat ze aangeven waar de informatie vandaan komt)?

  • Ga naar de bronnen toe die de site noemt en controleer of ze betrouwbaar zijn. 
  • Vergelijk altijd meerdere bronnen met elkaar
  • Vermeld bijv. in een werkstuk de bronnen die je hebt gebruikt en de datum waarop je de site bekeken hebt

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Als je een blog van een topsporter leest over vitaminepillen, is dit dan betrouwbaar of niet? Hoe ga je dat uitzoeken? En wat is het doel van deze sporter?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefening
1. Waaraan kun je merken dat dit nieuwsbericht niet waar is?
2. Wat is er wel waar in de tekst denk je?
3. De term vollenestsyndroom verwijst naar een ander fenomeen. Welk? 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden
a De bron is onbetrouwbaar. Het bericht komt van de satirische website De Speld. Berichten op die site zijn nooit waar. Ook doet de psycholoog uitspraken die zeer onwaarschijnlijk zijn.
b Jongeren gaan gemiddeld later op zichzelf wonen. Het gedrag dat de psycholoog beschrijft in de laatste drie zinnen bestaat ook: alleen gaat dit natuurlijk over de jongeren en niet over de ouders.
c het legenestsyndroom

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 
Stel je voor dat jij medewerker bent van het Voedingscentrum en zou les moeten geven op een middelbare school over energiedrankjes. Wat zou je dan over dit drankje vertellen?
Schrijf op in een tekst met ca. 100 woorden. Zoek eerst betrouwbare informatie op. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 
Laat je buurman of - vrouw je tekst zien. 
Controleer elkaars tekst en kijk na:
- schrijf een s voor spelfout en een f voor formuleringsfouten
- is de tekst logisch en betrouwbaar? Hoe heb je dat gecheckt. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les- en leerdoelen
  • Je leert hoe je verschillende bronnen op internet kunt beoordelen
  • Je weet dat er betrouwbare en onbetrouwbare bronnen op internet zijn
  • Je kunt betrouwbare en onbetrouwbare bronnen op internet herkennen
  • Je kunt uitleggen waarom sommige bronnen betrouwbaar of onbetrouwbaar zijn
  • Je kunt zelf betrouwbare bronnen vinden op internet


Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies