schrijfopdracht

Schrijven
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Schrijven

Slide 1 - Tekstslide

timer
1:30
Welke woorden ken je nu door de coronatijd?

Slide 2 - Woordweb

Coronawoordenboek
Door het nieuws en alle informatie die wij in de afgelopen maanden hebben gehoord en gelezen zijn er veel nieuwe woorden in onze taal bijgekomen. 
Op de volgende site open je een link naar een coronawoordenboek. Lees de woorden.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Welke woorden vind jij het mooist?


Slide 5 - Open vraag

Schrijf de letters van het alfabet onder elkaar en zoek bij iedere letter een woord uit het coronawoordenboek.

Slide 6 - Open vraag

Welke woorden bestaan over tien jaar nog steeds in onze taal denk jij? Noem er vijf.

Slide 7 - Open vraag

Herhaling schrijfregels
* Gebruik hoofdletters en leestekens (.!?)
* Schrijf in elke zin een persoonsvorm
* Denk aan het publiek (je schrijft voor klasgenoten)
* Maak korte zinnen
* Gebruik je eigen woorden
* Schrijf een inleiding, middenstuk en slot

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdletters gebruik je...
A
Echt nooit!!
B
Bij elk nieuw woord.
C
Als een zin begint.
D
Bij de eerste letter van een zin en namen.

Slide 9 - Quizvraag

Hoe is een goede tekst opgebouwd?
A
Inleiding en middenstuk
B
Inleiding, middenstuk en slot
C
Middenstuk en slot
D
Inleiding en slot

Slide 10 - Quizvraag

In de inleiding schrijf je
A
waar de tekst over gaat
B
meer over het onderwerp
C
een duidelijk einde aan de tekst
D
de titel

Slide 11 - Quizvraag

In het middenstuk schrijf je
A
waar de tekst over gaat
B
meer over het onderwerp
C
een duidelijk einde aan de tekst
D
de titel

Slide 12 - Quizvraag

In het slot schrijf je
A
waar de tekst over gaat
B
meer over het onderwerp
C
een duidelijk einde aan de tekst
D
de titel

Slide 13 - Quizvraag

Geschiedenis schrijven
Je gaat een tekst schrijven over de periode die je nu doormaakt.
Stel je voor dat jij over 20 jaar aan een jongere moet uitleggen wat de coronacrisis inhield. Wat ga je vertellen? 
Gebruik 400 woorden.

Slide 14 - Tekstslide

Geschiedenis schrijven
Hoe zag jouw leven er toen uit? 
Wat waren de voordelen en nadelen van deze periode? 
Wat was de oorzaak? 
Welke gevolgen had deze crisis?
Hoe heb je deze tijd beleefd?

Slide 15 - Tekstslide

Hoe ga je beginnen?
1. Wie is je leespubliek?
2. Wat is je schrijfdoel? (informeren)
3. Stel jezelf de 5 W- en H-vraag over je onderwerp.



Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Inleiding-kern-slot
4. Bedenk een pakkende inleiding
(stel een vraag/  anekdote)
5. Schrijf 3 deelonderwerpen in het middenstuk
6. Schrijf een slot met korte samenvatting/conclusie/advies

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht:
  • Tekst schrijven over deze periode. Als je dit schrijft ben je inmiddels 30 jaar. 
  • Alle uitleg vind je in dia 14, 15, 16
  • Zorg voor een goede alinea indeling.
  • Typ het uit in Word. Gebruik de spellingcontrole.

Slide 19 - Tekstslide

nalezen en verbeteren
Als je de tekst hebt geschreven lees je het nog een keer over.
Verbeter  spelfouten, herschrijf onduidelijke zinnen, plaats leestekens en hoofdletters,
Tip: Maak de zinnen niet te lang. Wissel van woordvolgorde.

Slide 20 - Tekstslide