In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
4Mdgs - Vrijdag 6 november
Nodig:
- Etui
- Examenboek blz. 104
- Schrift
Slide 2 - Tekstslide
Deze les:
Bespreken huiswerk
Uitleg §4.4
Herhalingsvragen
Aan de slag
Slide 3 - Tekstslide
Bespreken huiswerk
Samenvatten §4.3
Maken §4.3 opdr. 2, 3, 6, 7 & 10
Lezen + arceren §4.4
Vrijdag 6 november - 5e uur
Slide 4 - Tekstslide
§4.4 'De Duitse bezetting van Nederland'
Slide 5 - Tekstslide
Mobilisatie NL
De Nederlandse regering hoopt dat, net als tijdens de Eerste Wereldoorlog, Nederland neutraal zou blijven.
Uiteindelijk wordt pas laat besloten om tóch te mobiliseren.
Mobiliseren = het gevechtsgereed maken van een leger.
november 1939
Slide 6 - Tekstslide
Aanval Duitsland
Op vrijdagmorgen, om 3.55, valt het Duitse leger het slecht bewapende Nederland aan.
Op sommige plekken, zoals bij de Afsluitdijk en de Grebbelinie, wordt nog behoorlijk tegenstand geboden, maar tegen de overmacht is niets opgewassen.
10 mei 1940
Slide 7 - Tekstslide
Rotterdam
Hoewel de stad zich al heeft overgegeven, bombarderen de Duitsers Rotterdam tóch.
Het bombardement duurt maar een kwartier, maar de binnenstad is verwoest, en zal pas na de oorlog weer worden opgebouwd.
14 mei 1940
Slide 8 - Tekstslide
Nederland capituleert
Na het bombardement op Rotterdam, en de Duitse dreiging om ook andere steden te bombaderen, kan Nederland niets anders dan zich overgeven.
In totaal komen in de meidagen van 1940 ongeveer 2200 mensen om het leven.
Capituleren = overgeven
15 mei 1940
Slide 9 - Tekstslide
Bezetting
Nederland wordt een deel van Duitsland: Reichskommissariat Niederlande
De Oostenrijker Arthur Seyss-Inquart wordt Reichskommisar. Hij heeft in Nederland de bijnaam: 'Zes-en-een-kwart'.
Koningin Wilhelmina en de ministers waren naar Londen gevlucht. Zij vormden daar een regering in ballingschap.
29 mei 1940
Slide 10 - Tekstslide
In het begin
De Nederlanders zijn volgens de rassenleer een Germaans broedervolk.
De Duitsers gedragen zich meestal keurig en de meeste Nederlanders pakken hun normale leven op.
mei 1940 - feb 1941
Slide 11 - Tekstslide
In het begin
Alle media en organisaties werden volledig door de nazi's beheerst en gelijkgeschakeld (pro-nazi gemaakt).
De rechtstaat werd afgeschaft.
Mensen konden zonder geldige reden worden opgepakt.
Andere politieke partijen dan de NSB werden verboden.
Nederlanders ouder dan 15 moesten een persoonsbewijs hebben.
mei 1940 - feb 1941
Slide 12 - Tekstslide
Censuur
De media in Nederland werd onder censuur gezet. Ook mocht er niet meer naar buitenlandse radiozenders worden geluisterd.
Alle post- en sierduiven in Nederland moeten worden gedood. Pootjes mét ring moeten worden ingeleverd.
Censuur = het van te voren controleren van berichten in de kranten of op de radio.
vanaf mei 1940
Slide 13 - Tekstslide
Discriminatie
Vanaf 1940 moesten alle Nederlandse Joden zich laten registeren.
Steeds vaker werden Joden in Amsterdam lastig gevallen door NSB-ers. De Amderstammers (joods en niet-joods) vochten terug.
Er waren in die tijd veel knokpartijen. Bij een van deze gevechten kwam een NSB-er om het leven.
vanaf mei 1940
De J in het persoonsbewijs staat voor 'Joods'.
Slide 14 - Tekstslide
Razzia
Als straf werd er een razzia georganiseerd. Een razzia is een door de overheid (politie, leger) georganiseerde opsporing en jacht op een groep mensen.
Op 22 en 23 februari 1941 drijven de Duitsers in de jodenbuurt 425 joodse mannen bijeen. Op de afbeelding zie je een aantal van deze mannen. Ze worden naar een concentratiekamp gebracht en sterfen daar allemaal.
22 en 23 feb 1941
Slide 15 - Tekstslide
Februaristaking
De Amsterdamers zijn geschokt en willen laten zien dat ze het niet eens zijn met de jodenvervolging. Er wordt opgeroepen om te staken.
Op 25 februari leggen in Amsterdam én steden in de buurt veel arbeiders het werk neer.
De Duitsers grijpen hard in. Ze schieten op stakers. Negen stakers overlijden op straat. Drie worden later geëxecuteerd.
25 feb 1941
Slide 16 - Tekstslide
Februaristaking
De februaristaking is heel bijzonder omdat dit het enige groote protest tegen de jodenvervolging in Europa is geweest.
De foto hiernaast is de enige foto die er is van de februaristaking.
25 feb 1941
Bekijk het filmpje op de volgende dia.
Slide 17 - Tekstslide
0
Slide 18 - Video
Anti-joodse maatregelen
Ondanks de februaristaking werden er toch steeds meer wetten ingevoerd die de joden discrimineerden.
Deze wetten worden vaak ook anti-joodse maatregelen genoemd.
Slide 19 - Tekstslide
Vanaf april 1941 verschijnen de bordjes "Voor Joden verboden"
in de Nederlandse steden. Joden mochten niet naar parken, speeltuinen of het zwembad.
Slide 20 - Tekstslide
Vanaf mei 1942 zijn Joden verplicht om een Jodenster te dragen.
In dat jaar gaan ook de eerste Joden via Westerbork naar Auschwitz...
Vanaf mei 1942 zijn Joden verplicht om een Jodenster te dragen.
In dat jaar gaan ook de eerste Joden via Westerbork naar Auschwitz...
Slide 21 - Tekstslide
Onderduiken
Een onderduiker is iemand die zich voor langere tijd verstopt voor de Duitsers.
Wie 'duiken onder'?
Joden
Verzetslieden
Arbeiders die waren opgeroepen om in Duitsland te gaan werken, gedwongen tewerkstelling.
Op het hoogtepunt zijn er alleen al in Nederland ruim 350.000 mensen ondergedoken.
Slide 22 - Tekstslide
Verzet?
Wat is verzet?
Aanslagen plegen of illegale krantjes verspreiden? Onderduikers helpen?
Of naar rechts gaan als de Duitsers zeggen dat je naar links moet gaan?
Slide 23 - Tekstslide
Verzet
Actief verzet
Aanslagen plegen, voedselbonnen drukken, joden laten onderduiken, pamfletten maken en rond brengen, persoonsbewijzen vervalsen....
Passief verzet
Luisteren naar Radio Oranje
Verzetskanten lezen
Een anjer dragen
Slide 24 - Tekstslide
Om te voorkomen dat Joden worden opgepakt,
worden identiteitsbewijzen vervalst...
Slide 25 - Tekstslide
Collaboratie
Collaboratie is het samenwerken met de vijand. In Nederland worden mensen die tijdens de bezetting Duiters hielp 'fout'.
Voorbeelden van collaboratie:
leden van de NSB.
Mensen die joden verradden.
Jongens die zich aansloten bij het Duitse leger.
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
17 september 1944
Operatie Market Garden
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Hongerwinter
De hongerwinter was in West-Nederland. Er was een tekort aan voedsel en brandstof.
Oorzaken:
Geen kolen uit Limburg (al bevrijd).
Tijdens Operatie Market Garden waren spoorlijnen verwoest om te Duitsers tegen te werken.
De Duitsers wraak door hoofdroutes naar West-Nederland te blokkeren.
nov 1944 - apr 1945
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Duitse capitulatie
OP 4 mei 1945 geven de Duitse troepen in Nederland zich over aan de geallieerden.
In Hotel De Wereld in Wageningen wordt op 5 mei onderhandeld over de onvoorwaardelijke overgave van de Duitse troepen in Nederland.
4 mei 1945
Slide 32 - Tekstslide
De Bevrijding
De bevrijding wordt tegenwoordig gevierd op 5 mei, maar Nederland werd niet overal op 5 mei bevrijd.
Het laatste stukjes van Nederland dat bevrijdt werd was het eiland Texel. Dit werd pas op 20 mei 1945 bevrijd.
mei 1945
Slide 33 - Tekstslide
Herhalingsvragen
Check vragen
Slide 34 - Tekstslide
De Tweede Wereldoorlog had twee bondgenootschappen: de geallieerden en de asmogendheden.
Welk land hoorde bij welke kant? Eentje is al ingevuld.
Asmogendheden
Geallieerden
Slide 35 - Sleepvraag
Sleep de veldslagen in de juiste volgorde.
Aanval op Polen
Inval in Nederland, België en Frankrijk
D-Day
Operatie Barbarossa
Slag om Stalingrad
Berlijn wordt ingenomen door Sovjet-Unie
Slide 36 - Sleepvraag
Welk begrip? "Het van te voren controleren van berichten in de kranten of op de radio."
A
Mobilisatie
B
Capituleren
C
Bezetting
D
Censuur
Slide 37 - Quizvraag
Welk begrip? "Het gevechtsgereed maken van een leger."
A
Mobilisatie
B
Capituleren
C
Bezetting
D
Censuur
Slide 38 - Quizvraag
De Duitsers zorgden ervoor dat alle organisaties in Nederlanden werden gelijkgeschakeld. Wat betekent dit?
A
Elke organisatie moest een gelijk aantal werknemers hebben.
B
Elke organisatie kreeg de vrijheid om te bepalen wat ze wilden.
C
Elke organisatie moest precies doen wat de Duitsers zeiden.
D
Elke organisatie moest voortaan Duits als taal gebruiken.
Slide 39 - Quizvraag
1. Welke gebeurtenis wordt in de bron beschreven?
2. En wat was het gevolg van de beschreven gebeurtenis?
A
1. De mobilisatie
2. De Februaristaking
B
1. De mobilisatie
2. De Spoorwegstaking
C
1. Een razzia
2. De Februaristaking
D
1. Een razzia
2. De Spoorwegstaking
Slide 40 - Quizvraag
Wanneer was deze februaristaking?
A
12 mei 1991
B
23 februari 1941
C
25 februari 1940
D
25 februari 1941
Slide 41 - Quizvraag
Wat was de aanleiding voor de Februaristaking?
A
Het oppakken van joden in Amsterdam
B
Het executeren van leiders van een staking
C
Het neerschieten van verzetstrijders
D
De inval in Polen
Slide 42 - Quizvraag
Huiswerk
Samenvatten §4.4
Maken §4.4 opdr. 2, 6, & 11
Afmaken overzicht gebeurtenissen WOII (4.2 en 4.3)