Telefoon in het kastje voor in de klas. Geluid uit.
Slide 2 - Tekstslide
Doelen
In deze paragraaf leer je:
• ongeveer 30 nieuwe woorden;
• hoe je de juiste betekenis uit het woordenboek kiest.
Slide 3 - Tekstslide
Woordtrainer
Oefenen met de woordtrainer via Talent hoofdstuk 4.5.
Slide 4 - Tekstslide
Woordbetekenis vinden in de tekst
Slide 5 - Tekstslide
stappenplan moeilijke woorden
Slide 6 - Tekstslide
Woordbetekenis vinden in de tekst
Lees je in een tekst een woord dat je niet kent?
Lees dan eerst verder. Een schrijver legt een moeilijk woord vaak uit met een voorbeeld in de tekst. Je herkent dat aan het woordje bijvoorbeeld of zoals.
Slide 7 - Tekstslide
Woordbetekenis vinden in de tekst
VOORBEELD:
Bij een intervalsport wissel je de mate van inspanning af, bijvoorbeeld bij voetbal. Het ene moment moet de speler rustig lopen, dan weer moet hij een sprintje trekken.