6.1 6.2 & 6.3

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

6.1 Zonder licht zie je niets
Onthouden
Licht komt van een lichtbron.
De zon, een ster, vuur en bliksem zijn natuurlijke lichtbronnen.
Natuurlijke lichtbronnen bestaan in de natuur.
Kunstmatige lichtbronnen zijn door mensen gemaakt.
Je ziet licht als een lichtstraal in je ogen komt.
Je ziet een voorwerp als dit de lichtstralen van een lichtbron weerkaatst.
Lichtstralen gaan altijd in een rechte lijn.
Een lichtbundel bestaat uit een groep lichtstralen die dezelfde kant op gaan.

Slide 2 - Tekstslide

6.2 Schaduw 
Onthouden
Voorwerpen kunnen licht:
• doorlaten;
• tegenhouden.
Een schaduw ontstaat waar het licht van een lichtbron niet kan komen.
Eén lichtbron geeft één schaduw. Meerdere lichtbronnen geven meerdere schaduwen.
Je kunt de schaduw van een voorwerp tekenen op de volgende manier:
1 Teken de randstralen die net niet door het voorwerp tegengehouden worden.
2 Kleur het gebied achter het voorwerp dat tussen de twee randstralen in ligt.



Slide 3 - Tekstslide

6.3 De spiegel
Onthouden
Een spiegel weerspiegelt de lichtstralen die erop vallen.
Spiegelschrift kun je lezen in de spiegel.
Een spiegel draait links en rechts om. Boven en onder blijven in een spiegel hetzelfde.
Een spiegelbeeld teken je met behulp van een geodriehoek. Je tekent eerst de hoekpunten.





Slide 4 - Tekstslide

welke van de onderstaande antwoorden is GEEN natuurlijke lichtbron
A
zon
B
vuur
C
kaars
D
ster

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een lichtstraal
A
1 lijntje licht
B
al het licht dat uit een lichtbron komt
C
de hoeveelheid licht die in je ogen valt
D
het licht dat op een voorwerp wordt weerkaatst

Slide 6 - Quizvraag

welke voorwerpen kun je zien?
A
alleen voorwerpen die zelf licht geven
B
alleen voorwerpen die licht weerkaatsen
C
voorwerpen die licht geven of licht weerkaatsen
D
je kunt altijd alle voorwerpen zien

Slide 7 - Quizvraag

hoe loopt de lichtstraal van de vlam van de kaars naar je oog?
A
A, met een boog
B
B, in een rechte lijn
C
C, als een golf
D
D, via een ander voorwerp

Slide 8 - Quizvraag

wat is een lichtbundel?
A
1 lijntje licht
B
een groep lichtstralen die dezelfde kant op gaan
C
al het licht dat uit een lichtbron komt
D
het licht dat op een voorwerp wordt weerkaatst

Slide 9 - Quizvraag

hoe noem je deze reeks kleuren?
A
een regenboog
B
een spectrum
C
een kleurenboog
D
wit licht

Slide 10 - Quizvraag

Jeroen is zijn kast aan het schilderen. Hij gebruikt daarvoor rode verf. Welke kleuren uit het witte licht worden door de verf opgenomen?
A
alle kleuren uit het witte licht
B
alleen de gele kleur
C
alleen de rode kleur
D
oranje, geel, groen, blauw en violet.

Slide 11 - Quizvraag

Practicum

Slide 12 - Tekstslide