H3 Tekstverbanden en signaalwoorden (2) week 51 - les 1

Wat gaan we doen?
  • Lesdoelen bespreken
  • Waar of niet waar?
  • Tekstverbanden en signaalwoorden (2)
  • Aan de slag
  • Lesdoelen controleren 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
  • Lesdoelen bespreken
  • Waar of niet waar?
  • Tekstverbanden en signaalwoorden (2)
  • Aan de slag
  • Lesdoelen controleren 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van de les:
- kun je tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden;
- kun je een vergelijkend verband, samenvattend verband en een doel-middelverband in een tekst herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Spreekwoord
'Liggen de handen, dan liggen de tanden.'


Slide 3 - Tekstslide

Spreekwoord
'Liggen de handen, dan liggen de tanden.'

- wie niet werkt, zal niet eten
 


Slide 4 - Tekstslide

Waar of niet waar? 
(waar = staan, niet waar = zitten)
1. Daarom is een voorbeeld van een signaalwoord dat past bij een concluderend verband.
2. Daardoor is een voorbeeld van een signaalwoord van een redengevend verband.
3. In de vergelijking: Zo wit als sneeuw  is wit het object (o) en sneeuw het beeld (b).

Slide 5 - Tekstslide

Nut van het herkennen van signaalwoorden
Kijk eens naar blz. 44 en lees de theorie nog eens over de tekstverbanden. 
Wat is het nut van het herkennen van tekstverbanden en signaalwoorden?
Bespreek met je buur waarom jullie denken dat het handig is om dit te (her)kennen.


timer
2:00

Slide 6 - Tekstslide

En?...
  • Een tekstverband zorgt voor samenhang in een tekst
  • Snel zoeken naar bijvoorbeeld de conclusie - signaalwoorden dus, daarom, dat houdt in...
  • Begrijpen waar de tekst over gaat.


Slide 7 - Tekstslide

Drie nieuwe tekstverbanden
1. Doel-middelverband
2. Vergelijkend  verband
3. Samenvattend verband

Slide 8 - Tekstslide

Doel-middelverband
  • Geeft aan welk middel wordt gebruikt om een bepaald doel te bereiken.
  • Signaalwoorden: opdat, zodat, om te, door middel van, met behulp van 

Slide 9 - Tekstslide

Vergelijkend verband
  • Laat een verschil of overeenkomst zien
  • Signaalwoorden: in vergelijking met, (net) als, evenals, zoals, meer, groter, beter dan, etc. 

Slide 10 - Tekstslide

Samenvattend verband
  • Laat een verkorte weergave van informatie uit de tekst zien
  • Signaalwoorden: kortom, samengevat, met andere woorden, al met al 

Slide 11 - Tekstslide

Tekstverbanden en signaalwoorden (2)
  • Nakijken Blz. 76 t/m 78: Opdracht 1 en 2 (10 min)
  • Daarna maken opdracht 4 blz. 79 (= huiswerk) (Tijd: 15 min.)
timer
10:00
timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van de les:
- kun je tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden;
- kun je een vergelijkend verband, samenvattend verband en een doel-middelverband in een tekst herkennen.



Slide 13 - Tekstslide

Schrijf op:
1. Een signaalwoord van een doel-Middelverband
2. Het doel van een samenvattend verband.

Slide 14 - Open vraag