TH1 -Werkwoord ALLER

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

Bonjour!          

le but d'aujourd'hui: 

- le verbe aller

Qu'est-ce qu'on va faire?

• werkwoord ALLER
• Socrative
• Quizlet

ALLER (=gaan)

Unité 4 

Onregelmatige ww

Uit je hoofd leren!

avoir (hebben)

être (zijn)

(aller (gaan)

De vormen van ALLER (gaan)

Je vais

Tu vas

Il/elle/on va

Nous allons

Vous allez

Ils/elles vont

Je vais

Tu vas

Il va

Elle va

Ik ga

Jij gaat

Hij gaat

Zij gaat

Nous allons

Vous allez

Ils vont

Elles vont

Wij gaan

Jullie gaan

Zij gaan (mmv)

Zij gaan (Vmv)

Schrijf het rijtje van ALLER over in pak je boek er bij

Zet in de goede vorm:
Tu (aller) à La Haye.

1. vais
2. vas
3. va
4. allons

Zet in de goede vorm:
Vous (aller) à Paris.

1. vas
2. allons
3. va
4. allez

Zet in de goede vorm:
Mon père (aller) à Paris.

1. vais
2. vas
3. va
4. vont

Vertaal in het Frans:
Zij gaat

1. je vais
2. tu vas
3. il va
4. elle va

Vertaal in het Frans:
Wij gaan

1. tu vas
2. il va
3. nous allons
4. ils vont

Vertaal in het Frans:
Ik ga

1. je vais
2. tu vas
3. il va
4. ils vont

Vertaal in het Frans:
Zij gaan (vrouwelijk)

1. elle va
2. il va
3. elles vont
4. ils vont

Schrijf op: Ik ga naar Parijs

Schrijf op:
ik ga een t-shirt kopen (=acheter)

Samenvatting

Het werkwoord ALLER is dus een onregelmatig werkwoord. Het rijtje moet je uit je hoofd leren. 
ALLER wordt ook gebruikt om een zin in de toekomende tijd te zetten: 

Ik ga een spijkerbroek kopen = Je vais acheter un jean.
ATTENTION: in een Franse zin staan de werkwoorden altijd bij elkaar