Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H1.5 Woorden les 1 herhaling
Hallo klas 2k1
Leesboek, lesboek, etui op tafel
Controle materiaal/absentie
We starten met lezen
timer
10:00
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Hallo klas 2k1
Leesboek, lesboek, etui op tafel
Controle materiaal/absentie
We starten met lezen
timer
10:00
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag doen?
- Herhaling H1.5 Woorden (LessonUp: SO van vrijdag)
Uitleg voorvoegsels
ZS werken
Blooket
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een ondernemer?
A
Iemand die graag reist
B
Iemand die graag met mensen optrekt
C
Iemand met een verzameling
D
Iemand met een eigen bedrijf
Slide 3 - Quizvraag
Welk woord is juist geschreven?
A
Massaal
B
Masaal
C
Maasaal
D
Maassaal
Slide 4 - Quizvraag
Als je ergens 'inzicht in krijgt', dan...
A
Kan je duidelijk zien wie voor je staat
B
Begrijp je hoe iets in elkaar zit
C
Geef je iets veel aandacht
D
Heb je een bril nodig
Slide 5 - Quizvraag
Voorlopig
Monitor
Registreren
Beeldscherm
Veranderen
Tijdelijk
Vastleggen
Wijzigen
Slide 6 - Sleepvraag
Wat is een 'misverstand'?
A
Dat je niet hoort wat de ander zegt
B
Dat je je verstand niet gebruikt
C
Dat je elkaar niet begrijpt
D
Dat het mistig op de weg is
Slide 7 - Quizvraag
Waar denk jij aan bij
het woord 'media'?
Slide 8 - Woordweb
Media: middelen om informatie aan anderen door te geven: tv, krant, internet, social media, radio
Slide 9 - Tekstslide
Maak een zin met het woord 'media' erin!
Slide 10 - Open vraag
Welk woord is juist geschreven?
A
Opbiechten
B
Opbiegten
C
Opbychten
D
Op biechten
Slide 11 - Quizvraag
Maak een zin met het woord 'levensgroot' erin!
Slide 12 - Open vraag
Wat betekent: interactief
A
iemand die heel druk en actief is
B
dat je op elkaar kunt reageren
C
over de hele wereld hetzelfde
D
verbonden op internet
Slide 13 - Quizvraag
Voorvoegsels
Bij sommige woorden kun je een stukje vóór het woord toevoegen; een voorvoegsel.
De betekenis van het woord verandert door een voorvoegsel.
Voorbeeld: onrustig = on (voorvoegsel) + rustig = niet rustig
Slide 14 - Tekstslide
Voorvoegsels
Een voorvoegsel bestaat niet als los woordje. Vaak heeft het wél een betekenis. Bijvoorbeeld:
on- = niet
her- = opnieuw
Meer voorbeelden:
examen - herexamen
formeel - informeel
Slide 15 - Tekstslide
Voeg een voorvoegsel toe aan het woord 'nodig'
Slide 16 - Open vraag
Voeg een voorvoegsel toe aan het woord 'gebruiken'
Slide 17 - Open vraag
Voeg een voorvoegsel toe aan het woord 'orde'
Slide 18 - Open vraag
Aan de slag:
Leren voor de toets
Maken opdracht 8*, 10 en 11
Je mag (zachtjes) overleggen
Je mag muziek luisteren (oortjes)
timer
20:00
Slide 19 - Tekstslide
Blooket
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Module 4: grondwoord, samenstelling en afleiding
Februari 2023
- Les met
34 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
2VM blok 1.8 Test jezelf
Oktober 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
2VM blok 1.8 Test jezelf
Oktober 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
2VM blok 1.5 Woorden les 2
September 2024
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
2VM blok 1.5 Woorden les 2
September 2024
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
1.5 woorden
Oktober 2023
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
m2 h3 woordenschat
Januari 2022
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
1.5 woorden
Augustus 2024
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2