Hoe duurzaam ben ik?

Lesdoel
Hoe duurzaam ben jij? - Wat is jouw voetafdruk?
De vier duurzaamheidsprincipes

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Lesdoel
Hoe duurzaam ben jij? - Wat is jouw voetafdruk?
De vier duurzaamheidsprincipes

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een ecologische voetafdruk

De ecologische voetafdruk is een getal dat weergeeft hoeveel biologisch productieve grond- en wateroppervlakte nodig is om je consumptieniveau te kunnen handhaven, en om de afvalproductie te kunnen verwerken. 

Opdracht: Earth Overshoot Day van AYCL

Slide 2 - Tekstslide

2

Slide 3 - Video

Hoeveel verbruik jij? 
De ecologische voetafdruk is de 'ruimte' die nodig is om iemand voedsel, energie etc. te leveren. Hoe luxer je leeft, hoe groter je voetafdruk.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

00:48
Wat is een hectare?

Slide 6 - Open vraag

00:49

Slide 7 - Tekstslide

Is jouw ecologische voetafdruk groter of kleiner dan de voetafdruk van de gemiddelde Nederlander?
A
Groter
B
Kleiner

Slide 8 - Quizvraag

Wat zou jij kunnen doen om jouw ecologische voetafdruk te verkleinen?
A
Minder kleding kopen
B
Minder vlees eten
C
Met het openbaar vervoer reizen of fietsen
D
Mijn afval scheiden

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Triple P
PEOPLE - MENSEN
Wat doet een onderneming voor de mensen?
- Mensenrechten
- Arbeidsrechten en omstandigheden
- Veiligheid
- Maatschappelijke betrokkenheid
- Discriminatie
PLANET - PLANEET
Hoe ga je om met het milieu?
Bijvoorbeeld:
- Afval en hergebruik
- Duurzame energie (bv. zonnepanelen)
- Duurzame producten 
PROFIT - ECONOMIE
Winst, duurzame groei van 
het bedrijf
Thema's:
- Investeren in duurzame productie
- Kwaliteit, producten gaan langer mee
- Reputatie (bijv. VW)
Tekst
Opdracht: De 3 P’s: Pizza, pannenkoek & pasta? van AYCL

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn delfstoffen
De bekendste delfstoffen zijn ertsen, fossiele brandstoffen, zouten en water.

Bijvoorbeeld zand, schelpen, grind, klei , kalksteen en zout. Wij gebruiken deze producten als brandstof, bouwmateriaal, grondstof of als voedingsmiddel. Deze producten worden ook wel delfstoffen genoemd.

Slide 12 - Tekstslide

Duurzaamheidsprincipes
  • Het kan altijd beter!
  • Minder afhankelijk worden van delfstoffen en fossiele brandstoffen
  • Geen gebruik maken van giftige en moeilijk afbreekbare stoffen
  • Natuurlijke bronnen zo weinig mogelijk aantasten
  • Voorraad arbeid en welvaart eerlijker verdelen
Opdracht: De 4 duurzaamheidsprincipes van AYCL

Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn fossiele brandstoffen?
Fossiele brandstoffen zijn aardgas, aardolie en kolen. Deze brandstoffen zijn vervuilend en hebben veel CO2 uitstoot. Hierdoor zijn ze slecht voor het milieu en klimaat. Omdat de bronnen uitgeput raken, zal de prijs gaan stijgen.

Slide 14 - Tekstslide

Waarvoor gebruik jij gas?

Slide 15 - Open vraag

Wat is aardolie?
Aardolie is vooral belangrijk voor de industrie en voor vervoer. Raffinaderijen maken uit aardolie diesel, kerosine, stookolie, smeerolie, teer, benzine en LPG. Ook is aardolie een grondstof voor de productie van kunststoffen. De Nederlandse olievelden leveren maar een zeer klein deel van de aardolie.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Wat zijn fossiele brandstoffen?
A
hout
B
aardolie
C
aardgas
D
water

Slide 18 - Quizvraag

duurzame brandstoffen
  • Meest gebruikte brandstoffen zijn(waren) fossiele brandstoffen.  Hiermee wekken we elektriciteit op
  • Aangezien deze op raken kijken we naar andere oplossingen zoals wind, water en zonne energie.

Wind - windmolens
Water - Waterkrachtcentrales
Zonne energie - Zonnepanelen & Zonnecollectoren

Slide 19 - Tekstslide

Een voorbeeld van groene energie is.....
A
aardgas
B
aardolie
C
zonne-energie
D
A, B en C

Slide 20 - Quizvraag

Giftige stoffen
Gevaarlijke stoffen zijn stoffen die mogelijk gevaar opleveren voor de veiligheid en gezondheid
Voorbeelden: Bijtende stoffen: vaatwas tabletten, gootsteenontstopper, ammonia, verf afbijt. Petroleumproducten: lampenolie, wasbenzine, meubelolie. Overige stoffen: planten, paddenstoelen, medicijnen, sigaretten.

Slide 21 - Tekstslide

Duurzaam consumeren
is consumeren zonder daarbij mens of milieu te benadelen.  

Een duurzame consument is kritisch en vraagt zich continu af hoe een product gemaakt is, waar het vandaan komt en of er kinderarbeid, dierenleed of giftige stoffen aan te pas komen tijdens het productieproces.

Slide 22 - Tekstslide

Waarom zijn seizoensproducten 
duurzaam?

Slide 23 - Tekstslide