BK2 Les 5: Vraag en aanbod

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Inloop

-Ga op je eigen plek zitten (plattegrond)

-Pak je pen, schrift en boek

Les 5

Vraag en Aanbod

Lesplanning

Leerdoel: 

Terugblik: Het lijndiagram                                         (5min)

Voorkennis:                                                                 

Instructie: Vraag en Aanbod                                    (10min)

Begeleid inoefenen:  Vraag en Aanbod spel    (10min)                                           

Zelfstandig oefenen: Vraag 6 en 7                        (15min)

Huiswerk: Vraag 6 en 7

Evaluatie:                                                                           (5min)

Leerdoelen

1. Ik kan uitleggen wat vraag betekent bij een product

2. Ik kan uitleggen wat aanbod betekent bij een product

3. Ik kan uitleggen hoe de prijs verandert als vraag en aanbod veranderen

Terugblik

Over wat gaat het lijndiagram?

Wat staat bij de x-as?

Wat staat bij de y-as?

Wat is het verhaal van

het lijndiagram?

Voorkennis

Stel, er komt een show van Billie Eilish en Travis Scott. Jullie willen allemaal daar naartoe maar er zijn maar 20 tickets beschikbaar. Een ticket kost normaal 50 euro. 

Zouden jullie meer voor een ticket betalen of juist minder? Waarom?

Instructie (1/3)

Wat betekent vraag naar product?

Wat betekent aanbod van product?

Aanbod betekent hoeveel van een product een bedrijf bereid is om te maken en verkopen tegen een bepaalde prijs

Vraag betekent hoeveel van een product mensen willen kopen tegen een bepaalde prijs

Instructie (2/3)

Wat is een markt?

Een markt is de relatie

tussen vraag en aanbod

Instructie (3/3)

Wat gebeurd met de prijs als de vraag groter is dan het 

aanbod?

Wat gebeurd met de prijs als het aanbod groter is dan de vraag?

Instructie (3/3)

Wat gebeurd met de prijs als de vraag groter is dan het 

aanbod?

De prijs stijgt

Wat gebeurd met de prijs als het aanbod groter is dan de vraag?

Instructie (3/3)

Wat gebeurd met de prijs als de vraag groter is dan het 

aanbod?

De prijs stijgt

Wat gebeurd met de prijs als het aanbod groter is dan de vraag?

De prijs daalt

Begeleid inoefenen

Begeleid inoefenen

We gaan een spel spelen. 

Iedereen krijgt nepgeld en mag dit uitgeven aan de chocolade die de docent aanbiedt.

Zelfstandig oefenen

Maak nu vraag 6 en 7 op blz 118 van hoofdstuk 4 paragraaf 4

Klaar? Dan mag je een boek lezen of rustig op je laptop 

gamen

Huiswerk

Vraag 6 en 7 op blz 118

Evaluatie

Wat vonden jullie van de les?

Wat vond ik van de les?

Wat kunnen we anders doen?

Lesafsluiting

Wat betekent vraag naar een product?

Wat betekent aanbod van een product?

De prijs stijgt wanneer vraag/aanbod groter is dan vraag/aanbod

Volgende les: Hoofdstuk 4 paragraaf 5