thema 6 - H1 - Spreekwoorden en gezegden les - les 3



Op je tafel :
- Chromebook
- boek VIA Vooraf
- pen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les



Op je tafel :
- Chromebook
- boek VIA Vooraf
- pen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van vandaag
  1. Ik luister goed naar de uitleg en doe actief mee
  2. Ik maak de kahoot moeilijke woorden
  3. Ik ken de moeilijke woorden en de betekenis van de spreekwoorden en gezegdes. van thema 6

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen in deze les?
Tussentoets moeilijke woorden. 
 Spreekwoorden en gezegden leren
Opdrachten maken
Online oefenen met spreekwoorden en gezegden
Nieuws kijken en luisteren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van vandaag
Ik werk zelfstandig aan de opdrachten

Ik let op mezelf tijdens de uitleg en het werken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussentoets moeilijke woorden
Zorg voor een plek alleen
Gebruik je eigen naam, geen andere tekens erbij!
Het cijfer krijg je aan het eind van de toets.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Link

Deze slide heeft geen instructies

'Aan de bak komen


 = Werk kunnen vinden

Slide 8 - Tekstslide

Nadat ik koorts had gehad was mijn conditie nogal zwak. Omdat ik niet heel sportief ben ging ik naar de huisarts om mij te laten onderzoeken. De huisarts gaf mij een goede behandeling. Ik moest op dieet en als je op dieet gaat, dan pas je je eetpatroon aan. Om mij hierbij te helpen kreeg ik van de huisarts een recept. Op dit recept stond een medicijn en dit kon ik ophalen bij de apotheek. In dit medicijn zaten veel vitamine. Voordat ik dit mocht gebruiken moest ik eerst goed de bijsluiter lezen. Nadat ik had gedaan wat de huisarts had gevraagd, bleek ik geen kans te hebben op een ziekte en was mijn gezondheid verbeterd.

'Bergen kunnen verzetten


 = Heel veel werk aankunnen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Een goed begin is het halve werk'



 = Als je een goede start maakt, is het makkelijker om het werk af te maken

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Ergens werk van maken'



 = Actie ondernemen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Half werk leveren'


= Niet goed je best doen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Je steentje bijdragen'


= Ergens aan meewerken

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Je beste beentje voorzetten'



= Ergens heel erg je best voor doen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Veel handen maken licht werk'


= Als je het met veel mensen doet, is het werk zo gedaan

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Er is werk aan de winkel'

= Dat je aan de slag moet gaan

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Werken als een paard'


= Heel hard werken

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent 'Je steentje bijdragen' ?
A
Actie ondernemen
B
Heel veel werk aankunnen
C
Dat je aan de slag moet gaan
D
Ergens aan meewerken

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'Werken als een paard'
'Bergen kunnen verzetten'
Heel hard werken
Heel veel werk aankunnen

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent 'Je beste beentje voorzetten'?
A
Werk kunnen vinden
B
Ergens heel erg je best voor doen
C
Niet goed je best doen
D
Als je het met veel mensen doet, is het werk zo gedaan

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'Aan de bak komen'
'Een goed begin is het halve werk'
'Half werk leveren'
Werk kunnen vinden.
Niet goed je best doen.
Als je een goede start maakt, is het makkelijker om het werk af te maken.

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bergen kunnen verzetten.
Ergens werk van maken.
Half werk leveren.
Je steentje bijdragen.
Je beste beentje voorzetten.
Werken als een paard.
Er is werk aan de winkel.
Zet de juiste betekenis achter de spreekwoorden
Ergens aan meewerken.
Actie ondernemen.
Ergens heel erg je best voor doen.
Heel hard werken.
Heel veel werk aankunnen.
Dat je aan de slag moet gaan.
Niet goed je best doen.

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Half werk leveren

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je beste beentje voorzetten

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Er is werk aan de winkel

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Werken als een paard

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Blz 195 opdracht 7:

Kijk naar de plaat. 
Welke 5 spreekwoorden haal jij eruit?
Schrijf ze op.
Daarna: samen bespreken

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Maak in je boek opdracht 4-5-6!

Maak studiemeter alle opdrachten:
spreekwoorden en uitdrukkingen!

Daarna:
Maak nieuwsbegrip online:
1-2-3-4-5
Maak in werken aan..... 2 bladzijden

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb goed op mezelf gelet vandaag en lekker kunnen werken
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Deze slide heeft geen instructies