Blok 2 mensenhandel

Blok 2: Mensenhandel
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Blok 2: Mensenhandel

Slide 1 - Tekstslide

Handel in mensen
Wat zijn plantages, en wat werd daar verbouwd?

Wie moesten daar eerst werken?

Waarom ging dat niet goed? Wat was de oplossing van de Europese handelaren?

Wat is de WIC en wat deden zij?




Slide 2 - Tekstslide

Wat is een Kolonie?
  • De Indianen (Azteken) gingen dood door het zware werk
  • Ze gingen dood door ziektes


Dus was er een oplossing nodig...

Slide 3 - Tekstslide

Slavernij
Indianen moesten werken voor de Spanjaarden

Waren echter zwak en konden niet goed tegen ziektes..

Dus: slaven uit Afrika

Slide 4 - Tekstslide

De gevolgen van Columbus' reis:
  • Lokale bevolking ('indianen') wordt bekeerd en onderworpen 
  • Andere ontdekkingsreizigers gaan naar de Nieuwe Wereld
  • Vele indianen sterven aan Europese infectieziektes

Slide 5 - Tekstslide

Plantages & Slavenwerk

Slide 6 - Tekstslide

De WIC
- WIC bezat kolonies met plantages.
  • Antillen en Suriname.
- Slaven moesten werken op plantages. 
- Transatlantische slavenhandel 

Slide 7 - Tekstslide

Fort Elmina
- in de 15e eeuw gebouwd door de Portugezen in Ghana in Afrika
- 1637 door de WIC veroverd
- tot 1871 Nederlands bezit

Slide 8 - Tekstslide

Fort Elmina

Slide 9 - Tekstslide

Meestal een vreemde
  • 1750 v.Chr. : Het Babylonische wetboek is de oudste bron van slavernij.
  • Mensen die tot slaaf werden gemaakt waren meestal een vreemde.
  • De Europeanen vonden de zwarte Afrikanen dierlijk en onderdanig. Ze vonden hen minderwaardig.
  • Slaaf in eigen land? 

Slide 10 - Tekstslide

Driehoekshandel

Slide 11 - Tekstslide

WIC-slaven worden gebrandmerkt met het logo van de eigenaar 
stempels voor het brandmerken van slaven

Slide 12 - Tekstslide

De overtocht 
  • Overtocht was duur -> Zo veel mogelijk slaven per schip. 
  • Dicht op elkaar gepropt paste er 600 slaven op een schip. 
  • Tijdens een reis overleden er veel slaven aan ziektes. 
  • De WIC heeft meer dan een half miljoen mensen van Afrika naar Amerika vervoerd en daar als slaven verkocht.

Slide 13 - Tekstslide

Slavenhandel
WIC: West Indische Compagnie
In Afrika ruilden Europeanen, waaronder de Nederlanders, wapens voor slaven. 

De slaven werden verscheept naar Amerika. Daar werden de slaven verhandeld en verkocht aan plantage eigenaren.

+- 12 miljoen tot slaaf gemaakten

Slide 14 - Tekstslide

WIC en de driehoekshandel
Voor het transport van de plantageproducten en de slaven werd de West-Indische Compagnie (WIC) opgericht. 
De WIC leek op de VOC, maar deze schepen gingen naar westen i.p.v. het oosten. 
Vanuit Nederland werden kostbare spullen als wapens en textiel meegenomen. 

Slide 15 - Tekstslide


Op de plantages

  • Slaven moesten hard werken onder vreselijke omstandigheden
  • Regelmatig werden slaven mishandeld en/of misbruikt
  • Slaven werden soms gebrandmerkt, net zoals dat bij vee gebeurt. Hiermee kon iedereen zien wie de eigenaar van de slaaf was








Een halsklem en handboeien waarmee de slaven gevangen worden gehouden.

Slide 16 - Tekstslide

Passaat (en. tradewind)
Passaatwinden worden gebruikt voor de handel. Deze ontstaan door de verschillen in hoge- en lagedrukgebieden.

Slide 17 - Tekstslide

Met de wind mee
Hoge en lage drukgebied

Slide 18 - Tekstslide

Hoe leer je voor de toets? 
  • Begrippen (dik gedrukte woorden) moet je kennen!
  • Lees de leerteksten uit je boek en de PowerPoints (staan in magister) 
  • Markeer belangrijke stukken tekst 
  • Laat je overhoren 
  • Kijk filmpjes over slavernij (schooltv.nl)
  • Verdiep je in moderne slavernij 

Zijn er nog vragen over het slavernij verleden?

Slide 19 - Tekstslide

Wat is een kolonie?
A
Gebied dat mensen uit een ander land met geweld hebben ingenomen.
B
Gebied dat hoort bij een ander land.
C
De manier waarop mensen samenleven.
D
Iemand die een bepaald gebied met geweld in bezit neemt.

Slide 20 - Quizvraag

Nederland verloor na WO 2 haar kolonie in Azie. Hoe heette deze kolonie?
A
Nederlands-India
B
Nederlands-Azie
C
Nederlands-Indie
D
Nederlands-Indonesie

Slide 21 - Quizvraag


Wanneer is slavernij en
mensenhandel afgeschaft in Nederland?
jaartal
A
1807
B
1814
C
1863
D
1873

Slide 22 - Quizvraag

Sleep de voormalige Nederlandse kolonie naar de juiste plek op de kaart.
Suriname
Indonesië

Slide 23 - Sleepvraag

Wat is GEEN kolonie geweest van Nederland?
A
Suriname
B
Tunesië
C
Indonesië
D
Curacao

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de beste omschrijving van een kolonie?
Een kolonie is ...
A
een land dat zelf niet de baas is.
B
een land dat bestuurd word door een moederland.
C
een land dat een ander land bestuurd.
D
een land waarvan het bestuur in een ander land is.

Slide 25 - Quizvraag

De trans-Atlantische slavenhandel was onderdeel van de
A
VOC
B
Handelskapitalisme
C
Driehoekshandel
D
WIC

Slide 26 - Quizvraag

VOC
WIC
driehoekshandel
nootmuskaat en foelie
Indië
Europa,Afrika en Amerika 

Slide 27 - Sleepvraag

Driehoekshandel WIC
Textiel en wapens
Slaven
Suiker, katoen en tabak

Slide 28 - Sleepvraag

1602
1621
Specerijen
Plantagegewassen
Peper
Koffie
Nootmuskaat
Suikerriet
Suriname
Indonesië
Driehoekshandel

Slide 29 - Sleepvraag

Wat is slavernij?
A
Als één heerser over het hele volk regeert.
B
Als een persoon eigendom is van iemand anders.
C
Als een persoon werkt tegen een kleiner loon.

Slide 30 - Quizvraag

Wat was de driehoekshandel?
A
Handel tussen Nederland, Spanje en Amerika
B
Handel tussen Europa, Afrika en Amerika
C
Handel tussen Europa, Amerika en Azië
D
Handel tussen Nederland, Afrika en Nieuw-Amsterdam

Slide 31 - Quizvraag

Wat voor producten werden er verhandeld in de 'Trans-Atlantische handel'? Meerder antwoorden zijn goed.
A
Slaven
B
Wapens
C
Koffie
D
Katoen

Slide 32 - Quizvraag

..
.
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
Wat gebeurde er niet in Afrikaanse forten zoals fort Elmina? 
A
Daar werden spullen geruild voor Afrikanen.
B
Daar werden tot slaaf gemaakte mensen gebrandmerkt.
C
Daar werkten tot slaaf gemaakte mensen op plantages.
D
Daar werden Afrikanen maanden vastgehouden in de kelders van forten.

Slide 33 - Quizvraag

Noem twee voorbeelden van moderne slavernij.

Slide 34 - Open vraag

Een wind die bijna altijd uit dezelfde richting waait noemen we een:
A
lagedrukgebied
B
hogedrukgebied
C
passaat
D
westelijke wind

Slide 35 - Quizvraag

Gouden Eeuw
Welke eeuw was de Gouden Eeuw?
A
14e eeuw
B
15e eeuw
C
16e eeuw
D
17e eeuw

Slide 36 - Quizvraag