29.Stunde 3HV 24-25

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Herzlich Willkommen

                  1.Setz dich bitte.

                  2. Lege dein AB, TB, Heft und Kuli auf den Tisch.

                 3. Ruhe.

Lernziel

Du kennst .........Fälle(mv.) und kannst  ( zij) .............anwenden

Was machen wir heute?

-  Studienführer: wie sehen die komenden Wochen aus?

- Ha- Kontrolle + Ha für Donnerstag

- Grammatik : Fälle

- Aufgaben machen - besprechen

-   SO besprechen

 

HA für Donnerstag

Lernen: K2:  

WS: L1- L5( NL<->D)

Gr: Naamvallen

Naamvallen

                       Fälle

Du hast eine Minute Zeit. Schreibe auf was du alles über die Fälle weißt?

Zeit: 

Naamvallen 

Wat is een naamval?

Hoe herken je de naamvallen?

1. Schritt: Ontleden

Hoe vraag je naar het onderwerp?

Hoe vraag je naar het lijdend voorwerp?

Hoe vraag je naar het meewerkend voorwerp?

Heeft het NEDERLANDS ook NAAMVALLEN?

1. Ja, maar wij noemen dat niet zo
2. Nee, nooit gehad

Het Onderwerp is altijd

1. 1e nv: Nominativ
2. 2e nv: Genitiv
3. 3e nv: Dativ
4. 4e nv: Akkusativ

Hoe vraag je naar het lijdend voorwerp?

1. Wie of wat?
2. Wie of wat + gezegde+ onderwerp
3. aan/voor wie
4. Wie of wat + persoonsvorm

Vul de tabel met de naamvallen aan van de der groep en de ein- groep

	m	v	o	mv
1
2
3
4

Naamvallen: der-groep

Eselbrug: naamvallen der- en ein - groep

	m	v	0	mv
1. naamval onderwerp
3. naamval meewerkend voorwerp
4. naamval Lijdend voorwerp

Stappenplan

1. Ontleden of kijken of een voorzetsel in de zin is

2. kijken of het woord m/v/o/mv

3. der groep of ein groep

4 . tabel toepassen

Naamvallen in het Duits

Duits	Nederlands
1e naamval	onderwerp
3e naamval	meewerkend voorwerp
4e naamval	lijdend voorwerp

Naamvallen bepaal je op 2 manieren:

1. Voorzetsels 3e of 4e 

2. Ontleden

oscarromerotalen.nl

Aufgaben 

K2: Lektion: S. / Nr.

SO besprechen

Verbesser deine Fehler auf dem Test.

Schreibe auf den Test, wo du die meisten Fehler hast. Warum ist das so? Was solltest du das nächste Mal anders machen? Was brauchst du dazu? 

  

                                                                                   VIEL ERFOLG

Feedback

Woordenschat	Redemittel (zinnen)	grammatica
woorden	woorden	voltooid deelwoord
spelling	spelling	verleden tijd
		modale ww