hv1a 12-2-2021

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

12-2-2021

Ga naar lessonup.app op je mobiel en login met de code.

gebruik je eigen naam, anders sta je afwezig gemeld.  

Welkom HV1A

Hoe gaat het met jullie?

1. Nog steeds goed
2. HEEEEL goed, mooi cijfer behaald!
3. Redelijk goed
4. Slecht

Ben je tevreden met je cijfer?

1. Ja heel erg!
2. Ik ben wel tevreden.
3. Ik had beter verwacht
4. Nee eigenlijk niet.

Wat gaan we vandaag doen?

- Ik kan aan het einde van de les percentages berekenen vanuit een context.

- Ik begrijp aan het einde van de les hoe een verhoudingstabel werkt 

Percentages

Elke breuk kan je schrijven als een percentage:

= 3/4 = 75%

= 2/5 = 40%

Percentages 

Elke breuk bestaat uit een verhouding:

2/5 = 2 stukken van de 5 stukken

3/4 = 3 stukken van de 4 stukken

Het geheel bestaat uit 4 stukken, het deel uit 3 stukken. 

Percentage berekenen

Percentage is dus een deel van het geheel. 

Het geheel bestaat uit 4 stukken, het deel uit 3 stukken. 

 

                                                                            %

Percentage=​geheel​​deel​​⋅100

Percentage=​4​​3​​⋅100=75

57 c) Hoeveel procent is 80 van 750?

5.5: verhoudingstabellen

Stel bakker Brutus bakt taarten. Maandag moet hij er 1 maken, dinsdag 2, woensdag 4, donderdag 8 en vrijdag 16. 

Voor één taart heeft hij 300 gram bloem nodig.

Hoeveel bloem heeft hij elke dag nodig?

Aanpak: bereken voor elke dag het aantal bloem door:

 het aantal x 300 gram te doen.

5.5 Verhoudingstabellen

...maar dit kan sneller, makkelijker en overzichtelijker.

Zet alle waardes in een tabel -> verhoudingstabel.

aantal taarten	1	2	4	8	16
bloem (g)	300	600	1200	2400	4800

Wat valt je op in de tabel?

aantal taarten	1	2	4	8	16
bloem (g)	300	600	1200	2400	4800

aantal taarten	1	2	4	8	16
bloem (g)	300	600	1200	2400	4800

5.5 Verhoudingstabellen

Recht-evenredig

verband:

Boven x 2 betekent

onder ook x 2.

5.5 Verhoudingstabellen

Bij de vorige vraag wist je de formule: aantal taarten x 300 gram

Maar soms weet je die niet! Gebruik dan de verhoudingstabel.

6	3	1	...	7
36	...	3	54	...

Welk getal moet ter plaatse van het vraagteken staan.

...en op de andere vraagtekens?

Aan de slag:

Wat: opdracht: 63 t/m 65 en 67 t/m 69 (havo/vwo) vanaf blz 198

Hoe: schrijf al je uitwerkingen netjes in je schrift. 

Resultaat: Lever opdracht 69 (havo/vwo) in via som

Hulp: App elkaar of steek je vinger op.

50 leerlingen van De Meergronden zitten in HV1. Er zitten op De Meergronden 1300 leerlingen. Hoe groot is het percentage wat in HV1 zit?

Wat is een recht-evenredig verband?