Bas 6 Evolutie

3.6 Evolutie
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

3.6 Evolutie

Slide 1 - Tekstslide

Planning
korte herhaling (5 min)
Uitleg basisstof 6 Evolutie 
Aantekening
Opdrachten/huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Wat is variatie in genotypen?
A
Een nakomeling heeft hetzelfde genotype als de ouders
B
Een nakomeling heeft hetzelfde genotype maar een ander fenotype
C
Een nakomeling heeft en ander genotype dan de ouders

Slide 3 - Quizvraag

Variatie in genotypen leidt tot variatie in fenotypen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Hoe ontstaat 'variatie in genotype'?
A
Doordat kinderen dezelfde genen erven van ouders.
B
Doordat kinderen telkens andere genen erven van ouders.

Slide 5 - Quizvraag

Hoe krijg je variatie in genotype?
A
Ongeslachtelijke voortplanting
B
Evolutie
C
Geslachtelijke voorplanting
D
Natuurlijke selectie

Slide 6 - Quizvraag

Wat heeft meer invloed? Een mutatie in een geslachtscel of een mutatie in een lichaamscel?
A
Geslachtscel
B
Lichaamscel
C
Beide evenveel

Slide 7 - Quizvraag

Hoe heet de stof in je aders die zorgt voor hart- en vaatziekten?
A
Zetmeel
B
Cholesterol
C
Suiker
D
Pindakaas

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een mutatie?
A
Een verandering in het DNA
B
Een verandering in het fenotype
C
Een spontane verandering in het DNA

Slide 9 - Quizvraag

Leerdoelen
Je kunt omschrijven wanneer organismen tot één soort behoren.

Je kunt beschrijven wat de evolutietheorie inhoudt  en hoe geslachtelijke voorplanting, mutatie en natuurlijke selectie bijdragen aan het ontstaan van nieuwe rassen en soorten. 

Slide 10 - Tekstslide

Evolutie
- Bestaan miljoenen organismen
- Bijbel zegt: organismen geschapen
- Biologen: levensvormen zijn ontstaan en veranderd

De ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen, wordt evolutie genoemd.


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Hoe werkt evolutietheorie?
- Variatie van genotype: door geslachtelijke voortplanting
- Natuurlijke selectie: overlevingskans (survival of the fittest), denk aan kleur en gezondheid
- Aanpassingen aan milieu: bv giraffe / lange nek.
- Het ontstaan van nieuwe soorten:
Veel verschillende feno- en genotypen
Rassen van één soort

Slide 13 - Tekstslide

Evolutietheorie:

-variatie in genotypen


-natuurlijke selectie


-ontstaan nieuwe soorten

Slide 14 - Tekstslide

ontstaan nieuwe soorten (door isolatie)

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een soort of ras?
Organismen van één soort: kunnen zich voortplanten en vruchtbare nakomelingen krijgen. 

Ras: een groep organismen binnen één soort, die door bepaalde erfelijke eigenschappen verschilt van de rest van de soort.

Slide 16 - Tekstslide

Dus
Wanneer horen soorten tot één soort? 
Wat is de evolutietheorie? 

Slide 17 - Tekstslide

Aantekening
Evolutie: De ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen
natuurlijke selectie: Individuen met gunstige erfelijke eigenschappen krijgen meer nakomelingen.
ras: Groep organismen binnen een soort die verschilt van de rest van de soort.
soort: Organismen die samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.


Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk
3.6 Lees in je boek bladzijde 198 t/m 201
Maak digitaal opdracht 1, 2 en 4 t/m 7 

Klaar?
Maak test jezelf basisstof 3.1 t/m 3.4

Slide 19 - Tekstslide