In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Teken in je schrift:
Een hoek waarvan de benen loodrecht op elkaar staan.
Schrijf erbij: Dit is een rechte hoek.
Zet het tekentje voor rechte hoek erin.
Een hoek die kleiner is dan een rechte hoek.
Schrijf erbij: Dit is een scherpe hoek.
Zet een boogje in het hoekpunt.
Een hoek die groter is dan een rechte hoek.
Schrijf erbij: Dit is een stompe hoek.