1.2 Ingeademde en uitgeademde lucht

H1.2 Ingeademde en uitgeademde lucht
Leerdoel:
Je moet de verschillen tussen ingeademde en uitgeademde lucht kunnen noemen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H1.2 Ingeademde en uitgeademde lucht
Leerdoel:
Je moet de verschillen tussen ingeademde en uitgeademde lucht kunnen noemen

Slide 1 - Tekstslide

Open Quayn 
Ga naar de opdracht 1.02 "Ingeademde en uitgeademde lucht"
En wacht

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik: Verbranding

Reactieschema van het verbrandingsproces:

Algemeen:  
Brandstof      +    zuurstof    -->     water    +    koolstofdioxide      +      energie
(brandstof)                                      (verbrandingsproducten)                 
                                                                                                                 
Auto:
Benzine      +      zuurstof     -->     water    +    koolstofdioxide      +      energie
(brandstof)                                      (o.a.verbrandingsproducten)           (warmte + beweging)

Kaars:
Kaarsvet      +     zuurstof     -->     water     +   koolstofdioxide      +     energie
(brandstof)                                      (verbrandingsproducten)                (warmte + licht)

Lichaam:
Glucose      +       zuurstof   -->      water + koolstofdioxide           +      energie
(brandstof)                                      (verbrandingsproducten)                (lichaamstemperatuur + beweging)
Ook de processen in je cellen vragen energie

Slide 3 - Tekstslide

In je lichaam

                  glucose + zuurstof ➡️ koolstofdioxide + water + energie
               (brandstof)                             (verbrandingsproducten)

Slide 4 - Tekstslide

Ingeademde en uitgeademde lucht

Lucht bestaat uit stikstof, zuurstof, koolstofdioxide en rest.
Je ademt de lucht in voor de zuurstof. Je longen halen de zuurstof uit de lucht en geven weer koolstofdioxide af aan de lucht.

Slide 5 - Tekstslide

DROGE LUCHT

Slide 6 - Tekstslide

Maak nu opdracht 1
Werk eerst in stilte voor 3 min.
Overleg daarna (fluisterend) met je buurman/vrouw voor 2 min.
Daarna bespreken we het gezamenlijk
timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 1
Stikstof
Zuurstof
Edelgassen
Koolstofdioxide
Overige gassen

Slide 8 - Tekstslide

Bij ademhalen
Welk gas zit meer in ingeademde lucht dan uitgeademde lucht?
welk gas zit meer in uitgeademde lucht dan in ingeademde lucht?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Maak nu de opdracht 2
Werk eerst in stilte voor 3 min. 
Overleg daarna (fluisterend) met je buurman/vrouw voor 2 min. 
De laatste 5 minuten kom ik bij je als je je hand opsteekt. 
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 2:
De hoeveelheid stikstof en edelgassen is bij ingeademde en uitgeademde lucht hetelfde.
a) Welke conclusie kun je daaruit trekken?
b) Hoe kun je dat verklaren? 
Antwoord:


a) Het wordt niet opgenomen/gebruikt door de longen, dus alles wat naar ingeademd wordt gaat er precies zo weer uit. 
A
b) Dit komt omdat de moleculen te groot zijn om door de longblaasjes te kunnen. 
B

Slide 12 - Tekstslide

Vragen?
Wat vond je moeilijk?
Wat zou je graag willen herhalen?
Waar heb je nog extra uitleg over nodig?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Welke vormen van energie komt er bij verbranding vrij?
A
CO2, licht & warmte
B
H₂O, CO₂ & energie
C
licht, warmte & beweging
D
licht, CO₂ & beweging

Slide 15 - Quizvraag

Bij verbranding ontstaat:
A
Zuurstof
B
Stikstof
C
Koolstofdioxide
D
Vuur

Slide 16 - Quizvraag

De indicator voor koolstofdioxide

Slide 17 - Open vraag

Welke gassen vormen samen 99% van de lucht?
A
edelgassen en stikstof
B
edelgassen en zuurstof
C
stikstof en zuurstof
D
edelgassen, stikstof en zuurstof

Slide 18 - Quizvraag

wat is géén brandstof?
A
elektriciteit
B
hagelslag
C
steenkool
D
kaarsvet

Slide 19 - Quizvraag

Meer waterdamp in ingeademde lucht of in uitgeademde lucht?
A
ingeademde lucht
B
uitgeademde lucht

Slide 20 - Quizvraag

Is de temperatuur hoger bij ingeademde of uitgeademde lucht?
A
ingeademde lucht
B
uitgeademde lucht

Slide 21 - Quizvraag

Bij een brandende kaars zijn water en koolstofdioxide de ___________

Slide 22 - Open vraag

Welke gassen komen het meest voor in de lucht?
A
Zuurstof en stikstof
B
Zuurstof en edelgassen
C
Zuurstof en koolstofdioxide
D
Stikstof en koolstofdioxide

Slide 23 - Quizvraag