Gerund en de Infinitief: Wat is het verschil?

Gerund vs Infinitive: Wat is het verschil?
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Gerund vs Infinitive: Wat is het verschil?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Het begrijpen van het verschil tussen gerund en de infinitive
Het correct gebruiken van gerund en de infinitive

Slide 3 - Tekstslide

Introduceer de leerdoelen en bespreek kort waarom het belangrijk is dat de leerlingen dit begrijpen.
Wat weet jij al over gerund en de infinitive?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Gerund
Gerund (werkwoord + -ing)
  • als zelfstandig naamwoorden
  • na werkwoorden die een mening uitdrukken (to hate, to like)
  • na voorzetsels (after, before, while, etc.)
  • na bepaalde uitdrukkingen (it's no use...)


Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat gerund is en laat voorbeelden zien. Vraag de leerlingen om zelf voorbeelden te bedenken.
Infinitive
Infinitive (to + hele ww)
  • na werkwoorden die een gevoel uitdrukken (to hope, to want)
  • na werkwoorden die 'iets zeggen' uitdrukken (to agree, to promise)

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit wat de infinitief is en laat voorbeelden zien. Vraag de leerlingen om zelf voorbeelden te bedenken.
Gebruik van Gerund
Voorbeeldzinnen:
'Swimming is my favorite sport'

'I enjoy swimming'

Slide 7 - Tekstslide

Laat voorbeelden zien en vraag de leerlingen om zelf voorbeelden te bedenken.
Gebruik van Infinitive
Voorbeeldzinnen:
'I want to dance'

'It was nice to see you'

Slide 8 - Tekstslide

Laat voorbeelden zien en vraag de leerlingen om zelf voorbeelden te bedenken.
Oefening 1
Vul de juiste vorm in: gerund of infinitief?

1. I like __________ (to swim/swimming)
2. He stopped __________ (to smoke/smoking)
3. __________ (To run/running) is good exercise

Slide 9 - Tekstslide

Laat de leerlingen individueel of in groepjes aan de oefening werken. Bespreek daarna de antwoorden.
I'd better finish ___ this book tonight
A
to read
B
reading
C
to reading

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We want ___ dad's truck
A
to fixing up
B
fixing up
C
to fix up

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I don't feel like ___ with the band tonight
A
rehearsing
B
to rehearse
C
reahearseing

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We tried ___ to play the violin
A
not learning
B
not to learn
C
learning
D
to learn

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jade likes ___ breakfast at home
A
to having
B
having
C
to have
D
haveing

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Gerund is de -ing vorm van een werkwoord en wordt gebruikt als zelfstandig naamwoord, werkwoorden die een mening uitdrukken, na voorzetsels, na bepaalde uitdrukkingen.

Infinitief is de basisvorm (to + hele ww) en wordt gebruikt na werkwoorden die een gevoel of gedachte uitdrukken

Slide 15 - Tekstslide

Vat de belangrijkste informatie samen en vraag of de leerlingen nog vragen hebben.
Samenvatting
Invinitive is de basisvorm (to + hele ww) en wordt gebruikt na werkwoorden die een gevoel of gedachte uitdrukken, na werkwoorden die 'iets zeggen' uitdrukken, in combinatie met would of een vaste vorm als to manage, to fail

Slide 16 - Tekstslide

Vat de belangrijkste informatie samen en vraag of de leerlingen nog vragen hebben.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.