Blaaskatheters
1 / 35
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Hoe is ons urinewegstelsel opgebouwd?
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Wat is de functie van de nieren
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Video
Slide 8 - Video
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Hoe wordt urine lozing genoemd?
A
Mictie
B
Defecatie
C
Retentie
D
Flatulentie
Slide 11 - Quizvraag
Door toegenomen spanning in de blaaswand ontstaat aandrang. Bij ongeveer hoeveel ml gebeurd dit?
A
200-500 ml
B
500-600 ml
C
700-1000 ml
Slide 12 - Quizvraag
Als het moet kan een blaas wel........ml bevatten
A
1000 ml
B
1500 ml
C
1750 ml
D
2000 ml
Slide 13 - Quizvraag
Wat is ongeveer de frequentie dat je overdag moet urineren?
A
3-4 keer per dag
B
5- 7 keer per dag
C
7-9 keer per dag
D
10 keer per dag
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Blaaskatheters
Slide 18 - Woordweb
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Video
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Wat hebben jullie onthouden van de lessen over de blaaskatheter
