Big Culture Quiz (individueel, niet pub Q)

the United Kingdom
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

the United Kingdom

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn de namen voor de metro in London?
A
metro
B
underground
C
tube
D
railway

Slide 2 - Quizvraag

Hoe heet dit lied?
Geluid
A
England the great
B
Born in the UK
C
God save the Queen
D
Oh Britain thou art wonderful

Slide 3 - Quizvraag

Hoort "the Republic of Ireland" bij het Verenigd Koninkrijk?
A
Nee
B
Ja

Slide 4 - Quizvraag

Hoe bestel je in de UK een pilsje?
A
A pint of lager, please.
B
Could I order a beer , please.
C
I want a beer.
D
A bear? Please!

Slide 5 - Quizvraag

Hoe heet het buurland aan de andere kant van de Noordzee als geheel?
A
England
B
Britain
C
United Kingdom
D
England, Scotland, Wales

Slide 6 - Quizvraag

Hoe noemen de Britten de landen die op het Europese vasteland liggen?
A
Europe
B
The Continent
C
The Overkant
D
Europa

Slide 7 - Quizvraag

De Britten houden graag hun eigen systemen aan. Wat doen ze anders dan de mensen op het Europese continent?
A
ze meten in feet & inches
B
ze meten temperatuur in Fahrenheit
C
ze gebruiken geen pinpas
D
ze wegen in pounds en ounces

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een public school?
A
Een privéschool
B
een openbare school
C
een staatsschool

Slide 9 - Quizvraag

The United States

Slide 10 - Tekstslide

De VS van Amerika hebben .... staten?
A
48
B
52
C
50
D
54

Slide 11 - Quizvraag

Nederland past .... x in Amerika qua oppervlakte
A
10
B
78
C
230
D
560

Slide 12 - Quizvraag

Welke staat heeft de meeste inwoners?
A
Montana
B
New Jersey
C
California
D
Georgia

Slide 13 - Quizvraag

Wie was GEEN Amerikaanse President?
A
B
C
D

Slide 14 - Quizvraag

Waar ging de Amerikaanse burgeroorlog (grotendeels) over?
A
afschaffing van de slavernij
B
belastingverhogingen
C
de slechte leefomstandigheden
D
het gebrek aan regels

Slide 15 - Quizvraag

Welke sporten zijn het meest populair in in welk land? 
Rugby
Tabletennis
Golf
Baseball
WWE wrestling
Snooker
Horse Racing
Ice Hockey
Softball
Basketball

Slide 16 - Sleepvraag

Hoe heet dit lied?
Geluid
A
America the great
B
the Star Spangled Banner
C
God Bless the USA
D
Take me home, country roads

Slide 17 - Quizvraag

Het Verenigd Koninkrijk bestaat uit:
A
natie (Engeland)
B
naties (Engeland, Schotland)
C
naties (Engeland, Schotland en Wales)
D
naties (Engeland, Schotland, Wales en Noord-Ierland)

Slide 18 - Quizvraag

Het Engels wordt vaak als 2de taal gebruikt. Het heeft deze positie te danken aan het feit dat:
A
Amerika momenteel het machtigste land ter wereld is
B
Het Engels makkelijk te leren is
C
Het britse koloniale rijk ooit zeer invloedrijk was
D
Het Engels het meest op Latijn lijkt

Slide 19 - Quizvraag

In hoeveel landen ongeveer is Engels de officiële taal?
A
50
B
70
C
90
D
100

Slide 20 - Quizvraag

A-levels zijn de Britse kwalificaties die nodig zijn voor toelating tot de universiteit. Zij eisen minstens:
A
3 A-levels
B
4 A-levels
C
5 A-levels

Slide 21 - Quizvraag

1.In GB is het wettelijk verplicht een schooluniform te dragen.
2. Britse leerlingen kunnen een warme lunch van 2 pond op school krijgen.
A
1=waar 2=niet waar
B
1=niet waar 2=waar
C
1= niet waar 2= niet waar
D
1=waar 2=waar

Slide 22 - Quizvraag

Het verplichte landelijke examen dat bijna alle Britse leerlingen op hun 16de afleggen:
A
General Certificate of Secondary Education
B
HECs (Higher Education Certificate)
C
O-Levels
D
SEQ's (Secondary Education Qualifications)

Slide 23 - Quizvraag

Het Britse parlement is gehuisvest in:
A
Hampton Court
B
Palace of Westminster
C
Kensington Palace
D
Windsor Castle

Slide 24 - Quizvraag

De afkorting MP staat voor:
A
Master Peer
B
Minister of Party Matters
C
Member of Parliament
D
Minister President

Slide 25 - Quizvraag

VVD
PVDA
D66
Conservative Party
Liberal Democrats (LibDems)
Labour Party

Slide 26 - Sleepvraag

Hoe heet de Britse minister van Binnenlandse Zaken?
A
Home Secretary
B
Minister of Internal Affairs
C
Inland Secretary
D
Minister of British Business

Slide 27 - Quizvraag

Hoe vaak vinden er in Groot-Brittannië algemene verkiezingen plaats?
A
Om de 4 jaar
B
Om de 2 jaar
C
Om de 5 jaar
D
Om de 6 jaar

Slide 28 - Quizvraag

Hoe heet een doctoraal in het Engels?
A
Bachelor's Degree
B
Master's Degree
C
Bacchalaureate Degree
D
Mistress' Degree

Slide 29 - Quizvraag

Hoe heet het als je in het eerste studiejaar zit in Engeland?
A
Sophomore
B
First years
C
Undergraduate
D
Bridger

Slide 30 - Quizvraag

Als je een cijfer krijgt, is het hoogst haalbare ...
A
een A
B
een 10
C
een F
D
een 5

Slide 31 - Quizvraag

In welk jaar werd de onafhankelijksheidsverklaring getekend in de USA?
A
1971
B
1769
C
1893
D
1776

Slide 32 - Quizvraag

Hoe heten de twee belangrijkste politieke partijen in de USA?
A
Labour en Tories
B
Progressives and Liberals
C
Republicans en Democrats
D
Right wing en Left wing

Slide 33 - Quizvraag

Hoe heet de Engelse Kerk?
A
British Church
B
Crown Church
C
English Church
D
Anglican Church

Slide 34 - Quizvraag

Welk land is geen voormalige kolonie van Engeland?
A
Sint Maarten
B
Gibraltar
C
Hong Kong
D
Australië

Slide 35 - Quizvraag

Hoe heet de ruzie tussen de Katholieken en Protestanten in Noord-Ierland?
A
The rows
B
The wars
C
The troubles
D
The disagreements

Slide 36 - Quizvraag

Wat is het adres waar de premier van Engeland woont?
A
113 Regent Street
B
3 Buckingham Palace
C
10 Downing Street
D
12 Trafalgar Square

Slide 37 - Quizvraag

Hoe ging het?
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Poll