§ 2.1 Voedsel in de Verenigde Staten

Regels
Leg je boeken, schrift en laptop op tafel bij binnenkomst
Log in op lessonup
Telefoons in de tas!
Als de docent praat zijn jullie stil
Als je iets wilt zeggen steek je je vinger op
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Regels
Leg je boeken, schrift en laptop op tafel bij binnenkomst
Log in op lessonup
Telefoons in de tas!
Als de docent praat zijn jullie stil
Als je iets wilt zeggen steek je je vinger op

Slide 1 - Tekstslide

Blz 22 + 23       § 2.1 Landschap en Landbouw in de VS

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij de VS?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Opschrijven na de les
§ 2.1 Landbouw en voedsel in de VS

Basisbegrippen: Intensieve veeteelt, extensieve veeteelt, Reliëf, Kustvlakte, Laagvlakte, Middelgebergte, Hooggebergte, Loefzijde, Lijzijde

Slide 5 - Tekstslide

Opschrijven na de les
R :  Je kent het verschil tussen Intensieve veeteelt en extensieve veeteelt
T1 : Je kunt aan de hand van een afbeelding het klimaat aflezen
T2 : Je kunt uitleggen waarom het achter de bergen droger is
I : Je kunt uitleggen waarom klimaat invloed heeft op landbouwproducten

Slide 6 - Tekstslide

Intensieve veeteelt
(machines)
Extensieve veeteelt
( zonder machines)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Loefzijde
In de wind ( nat)
Lijzijde
Uit de wind ( droog )

Slide 9 - Tekstslide

Gebergte in de VS

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf op in je schrift

Kustvlakte


Laagland
Middelgebergte
Hooggebergte



Een vlakke en laag liggende strook land langs de kust

0 tot 200 meter
500 tot 1500 meter
1500 meter en hoger

Slide 11 - Tekstslide

Klimaat in de VS

Slide 12 - Tekstslide

Wat is Intensieve veeteelt ?
A
Vee dat intensief is
B
Grootschalige veeteelt met machines
C
Heel veel planten met machines
D
Weinig vee

Slide 13 - Quizvraag

Wat is extensieve veeteelt
A
Veeteelt met weinig dieren op veel grond
B
Dat zijn grote boerderijen
C
Dat zijn Kinderboerderijen
D
Veeteelt met veel dieren op veel grond

Slide 14 - Quizvraag

Wat is loefzijde ?
A
Dat is wind van zee
B
Dat is waar iemand droevig is
C
Dat is de kant van de berg waar het regent
D
Dat is de regenschaduw

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de lijzijde ?
A
Dat is de windrichting naar het oosten
B
Dat is de kant van een berg uit de wind
C
Dat is de regenschaduw
D
Dat is de kant van een berg met regen

Slide 16 - Quizvraag

Wat is laagland ?
A
Dat is land tussen 200 en 500 meter
B
Dat is land tussen 500 en 1500 meter
C
Dat is land tussen 1500 meter en hoger
D
Dat is land tussen 0 en 200 meter

Slide 17 - Quizvraag

Wat is hooggebergte ?
A
Dat zijn hoge bergen tussen 500 en 1500 meter
B
Dat zijn hoge bergen tussen 1500 meter en hoger
C
Dat zijn bergen die hoog zijn
D
Dat zijn bergen tussen 0 en 500 meter

Slide 18 - Quizvraag

Wat is Reliëf ?
A
Dat zijn hoogte verschillen in het landschap
B
Hiermee worden bergen bedoeld
C
Dit zijn heuvels in het landschap
D
Dit zijn Terpen

Slide 19 - Quizvraag

Opdracht
Maak de opdrachten 1 tot 7 in je werkboek blz 27 § 2.1
Hoe? Je mag fluisterend samenwerken met je buurman
Hulp? Steek je vinger op dan loop ik langs
Klaar? Begrippen leren die bij deze paragraaf staan


timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide