Als we het vermogen, de vaardigheden of de mogelijkheden (niet) hebben om iets te doen, gebruiken we can / can’t, could / couldn’t of to be (un)able to.
- I can help you.
- I could be of assistance.
- Luckily, we could help them with them with their homework.
- Tim was able to get us tickets to Metallica.
Als we het vermogen, de vaardigheden of de mogelijkheden niet hebben om iets te doen, gebruiken we can’t, couldn’t of to be unable to.