Rekenen kortingen en procenten

Rekenen met kortingen en procenten
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Rekenen met kortingen en procenten

Slide 1 - Tekstslide

10% korting

Slide 2 - Tekstslide

Deze broek kost €20,-. Je krijgt 30% korting, hoeveel moet je betalen?
%

Slide 3 - Tekstslide

Dit T-shirt kost 40,-. Je krijgt 55% korting, hoeveel moet je betalen? 
%

Slide 4 - Tekstslide

Remi gaat op vakantie naar Spanje en koopt zonnebrand. Hij koopt een fles met SPF30 en een tube met SPF50. Hoeveel moet Remi betalen?
€22,-
€15,-
%

Slide 5 - Tekstslide

Deze shampoo kost €10,00.
Dit product is vorig jaar 10% gestegen in prijs. Dit jaar is het product 10% gedaald in prijs. Hoeveel kost het product nu? 

Slide 6 - Tekstslide

Deze televisie kostte €900,-. Nu kost de televisie €585,-.
Hoeveel procent korting is dit?
%

Slide 7 - Tekstslide

Dit boek kostte €17,50. In de korting kost het boek €10,50.
Hoeveel procent korting is dit?
%

Slide 8 - Tekstslide

Rosa wil een nieuw bureau. Bij de IKEA hebben ze een leuke aanbieding. Van €400,- voor €336,-. Hoeveel procent korting krijgt Rosa?
%

Slide 9 - Tekstslide

Een doos aardbeien en een een banaan kosten samen € 5,00. De doos aardbeien is € 4,- duurder dan de banaan. 
a. Wat kost de doos aardbeien en wat kost de banaan?
b. Hoeveel procent is de banaan van het totaalbedrag? En hoeveel procent is de doos aardbeien van het totaalbedrag? 

%

Slide 10 - Tekstslide

pak een folder
Kies een product uit. 
Hoeveel procent korting heeft een product? 
Tip gebruik een tabel. 
(Je mag een rekenmachine gebruiken)

Slide 11 - Tekstslide