10. Pluriforme samenleving

Planning
Aanmelden klas 3C LessonUp
Zelfstandig oefenen met de leerstof
Afsluiting

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Planning
Aanmelden klas 3C LessonUp
Zelfstandig oefenen met de leerstof
Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Subcultuur
Cultuur van een kleine groep mensen.

Andere gewoontes, gebruiken.
Iedereen behoort tot meerdere subculturen.
Scholier, voetballer, moslim

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten subculturen
Geloof
Muziek
Werk
Politiek
Woonplaats
Migratie-achtergrond
Etnische subcultuur

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Subculturen
  • Etnische subculturen                          afkomst
  • Regionale subculturen                        plaats
  • Religieuze subculturen                       geloof
  • Jeugdculturen                                         generatie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SUBCULTUREN
A
De cultuur van een kleine groep mensen binnen de dominante cultuur
B
Een samenleving die 'veel vorming' of 'veel kleurig'.
C
Iemand dat tot een bepaalde volk behoort.
D
De waarde, normen en gewoontes van de meeste mensen in het land.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit is een subcultuur op basis van:
A
woonplaats
B
politiek
C
Geloof
D
werk

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een subcultuur
A
verzet zich tegen de dominante cultuur
B
wijkt (deels) af van de dominante cultuur
C
is hetzelfde als een tegencultuur
D
bedreigt de dominante cultuur

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

DOMINANTE CULTUUR
A
De cultuur van een kleine groep mensen binnen de samenleving.
B
Een samenleving die 'veel vorming' of 'veel kleurig'.
C
Iemand dat tot een bepaalde volk behoort.
D
De waarden, normen en gewoontes van de meeste mensen in het land.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

christendom
islam
hindoeïsme
boeddhisme
jodendom

Slide 9 - Tekstslide

Hier zie je in verschillende kleuren hoe de vijf grote religies verspreid zijn over de hele wereld.

​Er zijn ook nog een heleboel andere religies en geloven. Deze kaart laat zien waar de meeste mensen in geloven in verschillende werelddelen, maar er zijn eigenlijk altijd wel meerdere religies in één land aanwezig. Religie kent geen grenzen. Zo wonen de meeste boeddhisten in Azië, maar zijn ze ook te vinden in bijvoorbeeld Europa en Amerika. In Nederland zijn de meeste gelovige mensen christenen, maar er zijn ook moslims, joden, hindoes, boeddhisten en mensen die weer iets anders geloven of helemaal niet geloven.
De Thora en Talmoed zijn heilige boeken  van het:
A
Jodendom
B
Boeddhisme
C
Christendom
D
Hindoeïsme

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het heilige boek van de moslims?
A
De Bijbel
B
De Koran
C
De Thora

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vooroordelen en stereotypen
Vooroordeel
Oordeel over iemand of iets zonder 
dat je de feiten of de persoon kent 

Stereotypen
Een beeld dat je van een hele 
groep mensen hebt

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stereotypen
Stereotypen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stereotype
A
Overdreven beeld van een groep mensen
B
Passen nieuwkomers zich aan de dominante cultuur, maar houden ook hun eigen
C
Een oordeel over iemand of iets zonder dat je feiten of de persoon kent.
D
Onterecht verschil maken in de behandeling van mensen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van een 'stereotype'?
A
in Mexico draagt iedereen sombrero's
B
Ook in Frankrijk houden mensen van sushi.
C
In Spanje bestaan er Hollandse frietzaken.
D
De president van Amerika is gek op honden.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vooroordeel
A
Onterecht verschil maken in de behandeling van mensen
B
Overdreven beeld van een groep mensen
C
Passen nieuwkomers zich aan de dominante cultuur, maar houden ook hun eigen
D
Een oordeel over iemand of iets zonder dat je feiten of de persoon kent.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Discriminatie

Vooroordelen kunnen leiden tot discriminatie:

Mensen ongelijk behandelen terwijl ze in dezelfde situatie zitten.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Discriminatie
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Discriminatie
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is discriminatie?
A
"Ik vind jouw donkere huidskleur lelijk"
B
"Jij bent homo, dus jij mag niet meedoen"
C
"Vrouwen kunnen niet autorijden"
D
"Jij zingt vals, dus mag niet in ons koor"

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stelling: Immigratie is dat mensen in Nederland
komen wonen
Stelling 2: Emigratie is het verhuizen naar een ander land
A
Stelling 1 is waar Stelling 2 is waar
B
Stelling 1 is niet waar Stelling 2 is niet waar
C
Stelling 1 is waar Stelling 2 is niet waar
D
Stelling 1 is niet waar Stelling 2 is waar

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Iemand is illegaal als hij
A
naar een land migreert om daar te werken
B
zonder geldige vergunningen in een land verblijft
C
in NL woont en trouwt met een buitenlander
D
onafhankelijk naar NL komt in de hoop op een betere toekomst

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het examen dat je moet doen als je net in Nederland bent?
A
Inburgeringsexamen
B
Inburgeringscursus
C
Toelatingsexamen
D
Verblijfsvergunningexamen

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies