grammaire chapitre 5 vwo 2

Tekst
Vous prenez le livre de texte  64  et  70 

Lisez bien et répondez aux questions. 
Bonne chance!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Tekst
Vous prenez le livre de texte  64  et  70 

Lisez bien et répondez aux questions. 
Bonne chance!

Slide 1 - Tekstslide

Regardez bien les lettres  : 

Slide 2 - Tekstslide

c'est un ...... garçon,
welk woord past?
A
petite
B
sympa
C
grand
D
jolie

Slide 3 - Quizvraag

Les ........ filles
welk woord past niet?
A
petites
B
grandes
C
stupides
D
jolies

Slide 4 - Quizvraag

sympa en stupides zijn bijvoeglijk naamwoorden die ....... het zelfstandig naamwoord staan .

Slide 5 - Open vraag

De bovenstaande woorden  goed leren,  ze staan voor het bijv. naamwoord  , net als in het Nederlands 

Slide 6 - Tekstslide

welke kan niet?
A
la petite chatte
B
un gros homme
C
mes grands amis
D
un nouvelle sport

Slide 7 - Quizvraag

vertaal:
De grote scholen ( le collège)

Slide 8 - Open vraag

welke is onjuist?
A
un bon sandwich
B
une bonne glace
C
les surprises bonnes
D
une bonne idée

Slide 9 - Quizvraag

Vertaal:
Engeland is groot. ( gebruik je vocalijsten)

Slide 10 - Open vraag

vertaal:
Ik spreek Frans, een mooie taal.

Slide 11 - Open vraag

La France est un...... pays.
A
grand
B
petite
C
grosse
D
haute

Slide 12 - Quizvraag

even .... als
A
moins..... que
B
ausi....que
C
plus ..... que
D
aussi .... que

Slide 13 - Quizvraag

vertaal:
Ik ben even jong als mijn broer

Slide 14 - Open vraag

welke is onjuist?
A
Tu es aussi petit(e) que Pierre
B
Nous sommes plus grands que Pierre
C
Elle est plus grande que Pierre
D
Vous avez aussi grands que Pierre

Slide 15 - Quizvraag

Deze auto( la voiture) is nieuwer dan die auto .
Wat is nieuwer dan?

A
plus nouveau
B
plus nouvelle
C
plus nouveaux
D
plus nouvelles

Slide 16 - Quizvraag

vertaal:
Het boek even mooi als de pen.

Slide 17 - Open vraag

het bijv. nw heeft in het Frans andere regels. Wat vind je van deze regels?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

bijv. nw. : wat weet je
nu echt goed?

Slide 19 - Woordweb

slimmer dan
A
aussi intélligent que
B
moins intélligent de
C
plus clever que
D
plus intélligent que

Slide 20 - Quizvraag

even mooi als
A
aussi belle ... que
B
aussi stupide ... que
C
moins belle .... que
D
plus beau ... que

Slide 21 - Quizvraag

schrijf 1 Franse zin met een vergelijking :

Slide 22 - Open vraag

In de toetsweek  leer je alles van chapitre 5 
vocabulaire en zinnen ( WB)  
grammaire  ( TB) 
werkwoorden  ( avoir, être, faire, aller, pouvoir, vouloir, ww - er, - ir,  en - re ) 
Maak een planning van chapitre 5. 
De oefentoets die je online kunt maken levert een bonus op als je minimaal 60% scoort. Maak deze in ieder geval 3 dagen voor de toets. 

We werken nog een stukje door in chapitre 6 ,maar dat wordt niet getoetst.  Wel handig alvast voor klas 3. 

Slide 23 - Tekstslide

lundi le 31  mai: 

apprendre  vocalijsten die je nog nooit hebt bekeken.

oefen met slimstampen deze vocalijsten

herhaal de grammatica  ook via slimstampen  ( C, G en I ) 

Slide 24 - Tekstslide