2.11 & 2.12: oriënterend lezen & deelonderwerp, deelonderwerp, alinea

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Ipad en leesboek op tafel
- log alvast in op Lesson Up


timer
0:30
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Ipad en leesboek op tafel
- log alvast in op Lesson Up


timer
0:30

Slide 1 - Tekstslide

2.5: grammatica
korte terugblik
Noem de 5 tekstdoelen die een schrijver kan hebben. 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen 
- Ik kan met de stappen van het oriënterend lezen het onderwerp van een tekst bepalen. 
- Ik weet wat een alinea is
- Ik weet wat een tussenkopje is
- Ik weet dat een alinea over een deelonderwerp gaat. 
§2.11: oriënterend lezen

Slide 3 - Tekstslide

Oriënterend lezen 
Als je snel wilt weten welk tekstdoel een tekst heeft en over welk onderwerp een tekst gaat, lees je een tekst oriënterend
Hierna beslis je of je de tekst helemaal wilt lezen. 





Slide 4 - Tekstslide

Stappen van oriënterend lezen
1. Lees de titel. Deze geeft óf aan waarover de tekst gaat óf juist niet om ervoor te zorgen dat je nieuwsgierig wordt naar de tekst.

2. Lees de eerste zinnen. Deze geven je meestal een idee over het onderwerp van de tekst.

3. Lees de tussenkopjes. Die maken duidelijk waarover de tekst gaat die eronder staat en ze maken een tekst overzichtelijker.

4. Lees de laatste zinnen. Deze herhalen meestal waarover de tekst gaat.

5. Lees de anders gedrukte woorden. Deze woorden zijn meestal belangrijk voor de inhoud van de tekst.

6. Bekijk de illustratie. Een beeld kan extra informatie over het onderwerp geven of een tekst aantrekkelijker maken.

7. Lees de bronvermelding. Deze geeft aan waar de informatie vandaan komt en of die betrouwbaar is.

Slide 5 - Tekstslide

Onderwerp, deelonderwerp, alinea
Nadat je de stappen van oriënterend lezen hebt gezet, kun je in één woord of in enkele woorden aangeven wat het onderwerp van de tekst is. Een onderwerp bestaat vaak uit verschillende deelonderwerpen. Een stukje tekst over een van die deelonderwerpen noem je een alinea. Een alinea begint altijd op een nieuwe regel.

Slide 6 - Tekstslide

1. Uit hoeveel alinea's bestaat deze tekst?

2. Lees de titel en de tussenkopjes. Wat zou het onderwerp van deze tekst kunnen zijn?

3. Wat is het doel van de tekst?

4. Wat is de belangrijkste functie van de titel: het onderwerp      
van de tekst noemen of de lezer nieuwsgierig maken?

5. Lees de tekst onder 'Pauzeer'
    a. Wat is het deel onderwerp van deze alinea
    b. Waarom is een korte pauze waarin je beweegt belangrijk?

6. Welke titel vind je beter bij de tekst passen?
     Breintips voor slim leren OF oefen en herhaal!


Slide 7 - Tekstslide

Met welke tekstvorm hebben wij hier te maken?
A
krant
B
tijdschrift
C
poster
D
brief

Slide 8 - Quizvraag

Met welke tekstvorm hebben wij hier te maken?
A
krant
B
brief
C
poster
D
folder

Slide 9 - Quizvraag

Bekijk de tekst.
Hoeveel alinea's tel je?

Slide 10 - Tekstslide

Het onderwerp van de tekst noteer je in:
A
Een paar woorden.
B
Een hele zin.
C
In twee of meer zinnen.

Slide 11 - Quizvraag

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over school?
A
De dierenwinkel
B
De geschiedenis van voetbal
C
Pauzes in de aula
D
Zakgeld

Slide 12 - Quizvraag

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over politiek?
A
Gezelschapsspellen
B
Verkiezingen
C
Vakantiereizen
D
De woestijn

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het doel van deze poster?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Uitleg geven

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het doel van dit recept?
A
Informeren
B
Overhalen/aansporen
C
Amuseren
D
Instrueren/uitleg geven

Slide 15 - Quizvraag

De schrijver wil dat je iets wel of niet gaat doen.
DOEL?
A
overhalen/aansporen
B
amuseren
C
overtuigen
D
informeren

Slide 16 - Quizvraag

De schrijver wil zijn mening geven.
DOEL?
A
uitleg geven
B
overtuigen
C
informeren
D
overhalen/aansporen

Slide 17 - Quizvraag

Aan het werk
blok 2, lezen, §2.12, opdracht 38, 39

klaar? woorden oefen op studygo of lezen in je leesboek
niet klaar? dan is dit je huiswerk
in je ebook

Slide 18 - Tekstslide