De industriële revolutie – energiebronnen vroeger (Kader + GL)

Industriële revolutie – energiebronnen vroeger
Wat leer je in deze LessonUp?
In de vorige LessonUp heb je geleerd wat energiebronnen zijn en welke energiebronnen er tegenwoordig in Nederland gebruikt worden. Maar hoe is dat eigenlijk zo gekomen? Dat leer je in deze LessonUp.

Leerdoelen:
1. Ik kan in eigen woorden uitleggen wat de industriële revolutie was. 
2. ik kan twee gevolgen  noemen van de industriële revolutie. 

Bekijk de filmpjes, maak de opdrachten en maak aantekeningen in je klapper  
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Industriële revolutie – energiebronnen vroeger
Wat leer je in deze LessonUp?
In de vorige LessonUp heb je geleerd wat energiebronnen zijn en welke energiebronnen er tegenwoordig in Nederland gebruikt worden. Maar hoe is dat eigenlijk zo gekomen? Dat leer je in deze LessonUp.

Leerdoelen:
1. Ik kan in eigen woorden uitleggen wat de industriële revolutie was. 
2. ik kan twee gevolgen  noemen van de industriële revolutie. 

Bekijk de filmpjes, maak de opdrachten en maak aantekeningen in je klapper  

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De vorige les heb je geleerd welke twee soorten energiebronnen er zijn. Welke twee zijn dit?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleepvraag: Welke energiebron hoort bij welk plaatje?
Voor 1800 gebruiken mensen groene energiebronnen voor het maken van producten of het vervoeren van goederen. Hieronder zie je een aantal voorbeelden hiervan. Sleep het juiste begrip naar de juiste afbeelding.
Spierkracht
Waterkracht
Paardenkracht (PK)
Windkracht

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk 1 nadeel van deze duurzame energiebronnen die mensen vroeger gebruikten.

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Industriële revolutie: nieuwe energiebronnen worden ontdekt!
Die afhankelijkheid van wind, water en spierkracht was dus een groot nadeel. Maar in de 19e eeuw gebeurde iets dat onze samenleving ingrijpend zou veranderen! 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

tot 4 minuten

huisnijverheid 
stijgende vraag naar producten 
Waarom? bevolking groeit 
Huisnijverheid
  • Voor de industriële revolutie zag onze samenleving er heel anders uit.
  • Tot 1800 was bijna iedereen boer.

  • Mensen werkten dus vooral in de landbouw, daarom noemen wij dit ook wel een landbouwsamenleving.

  • Boeren konden thuis bijverdienen met het spinnen en weven van stoffen (zie afbeelding rechts), dit  heet huisnijverheid


Slide 7 - Tekstslide

spierkracht 

en soms natuurlijk 
Paardenkracht
Waterkracht 
Windkracht 

Welke energiebron werd er op de afbeelding hiernaast gebruikt voor het spinnewiel?
A
Windkracht
B
Spierkracht
C
Waterkracht
D
Zonne-energie

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een revolutie?
A
Een kleine verandering in korte tijd
B
Een grote verandering in korte tijd
C
Een grote verandering in lange tijd

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke omschrijving past het beste bij Industriële revolutie?
A
De snelle verandering van een landbouwsamenleving naar een industriële samenleving.
B
De trage verandering van een landbouwsamenleving naar een industriële samenleving.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitvinding veroorzaakte de industriële revolutie?
A
Spinnenwiel
B
Trein
C
Stoommachine
D
Weefgetouw

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk land ontstond de Industriële revolutie?
A
Nederland
B
Groot Brittannië
C
Amerika
D
Duitsland

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke eeuw ging men over van een landbouwsamenleving naar een industriële samenleving?
A
16e eeuw
B
17e eeuw
C
18e eeuw
D
19e eeuw

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Stoommachine  
  • De Stoommachine werd uitgevonden!

    Voordelen:
  • Sneller, dus meer produceren 
  • Niet meer afhankelijk van natuur (wind, water, spieren)  - er kon dus dag en nacht geproduceerd worden!

  • Er is geen wind, water of spierkracht meer nodig, de stoommachine werkt op KOLEN! 



Mega verandering dus rond 1800 

Slide 14 - Tekstslide

spierkracht 

en soms natuurlijk 
Paardenkracht
Waterkracht 
Windkracht 

Wat voor soort energiebron zijn kolen?
A
Fossiele energiebron
B
Duurzame energiebron

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar fabrieken eerst in de buurt van water werden gebouwd. Vanwege de waterkracht die het rad liet draaien.
Werden ze nu in de buurt van kolenmijnen gebouwd.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de grafiek goed en beantwoord daarna de vraag op de volgende dia.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt je op als je kijkt naar de twee blauwe lijnen tussen 1800-1900? Kijk goed waar de grafiek over gaat!

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

En toen de stoomtrein! Super handig...Waarom? 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spoorwegen:
  • Met de trein kon je makkelijker en sneller grondstoffen bij fabriek krijgen. Fabrieken hoefden dus niet meer per sé in de buurt van kolenmijnen!
  • om eindproducten te vervoeren naar plaatsen waar de producten verkocht werden (afzetmarkt)  

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Industriële revolutie was een feit

  • Het leven van alle mensen veranderde ingrijpend 

  • Maar wat veranderde er dan? Oftewel; wat waren de gevolgen van de industriële revolutie?



Slide 21 - Tekstslide

industriële rev = komst van fabrieken 

Ondernemers maken veel winst --> industrie groeit nog sneller --> huisnijverheid en ambachten kunnen eigen producten helemaal niet meer verkopen --> concurrentie van fabriek niet aan 
Gevolg: van een landbouwsamenleving naar een industriële samenleving
  1. Huisnijverheid verdwijnt: boeren kunnen niet op tegen de fabrieken die veel meer en sneller kunnen produceren.

  2. Steeds meer mensen gaan in fabrieken werken.

Slide 22 - Tekstslide

spierkracht 

en soms natuurlijk 
Paardenkracht
Waterkracht 
Windkracht 

Gevolg: verstedelijking
Mensen verhuizen van het platteland naar de stad.

Er komen steeds meer steden en steden groeien. Dit noemen wij ook wel verstedelijking of urbanisatie!


Kijk eens goed naar de stad Rotterdam op in de tabel hierboven. Tussen 1800 en 1900 groeide de stad van 53.000 tot 516.000 inwoners. Wat een verschil!

Slide 23 - Tekstslide

spierkracht 

en soms natuurlijk 
Paardenkracht
Waterkracht 
Windkracht 

Maar de industriële revolutie had ook gevolgen voor het gebruik van energiebronnen. Kun jij bedenken welk gevolg dit was?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fossiele energiebronnen vervangen duurzame energiebronnen

Fossiele energiebronnen (steenkool) vervangen duurzame energiebronnen. 

Spierkracht, windkracht en waterkracht werden minder gebruikt en de stoommachine die op kolen werkt werd veel meer gebruikt.

Slide 25 - Tekstslide

spierkracht 

en soms natuurlijk 
Paardenkracht
Waterkracht 
Windkracht 

Test je kennis
Nog een paar afsluitende vragen om je kennis over deze LessonUp te testen!

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke ontwikkeling zie je als het gaat om het gebruik van energiebronnen in de geschiedenis? Zet in de juiste chronologische volgorde. 
Tot 1800
1800-........
 Nu
Vooral duurzame energiebronnen zoals wind, water, spierkracht
Vooral fossiele energiebronnen 
Mix van duurzame en fossiele energiebronnen.

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaak of gevolg van de Industriële revolutie?
Er komen grote steden bij de fabrieken(urbanisatie).
A
Oorzaak
B
Gevolg

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaak of gevolg van de Industriële revolutie?
De stoommachine wordt uitgevonden
A
Oorzaak
B
Gevolg

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaak of gevolg van de Industriële revolutie?
De industrie verdringt de landbouw
A
Oorzaak
B
Gevolg

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen wij dit tijdvak
waarin de industriële revolutie
plaatsvond?
A
Tijd van ontdekkers en hervormers
B
Tijd van pruiken en revoluties
C
Tijd van burgers en stoommachines
D
Tijd van steden en staten.

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies