§2.3 De regering en de volksvertegenwoordiging deel 1

2.3: de regering en de volksvertegenwoordiging
Deel 1: p. 66 t/m p. 69
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

2.3: de regering en de volksvertegenwoordiging
Deel 1: p. 66 t/m p. 69

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen hoe de Tweede Kamer werkt
  • Ik kan uitleggen hoe de regering wordt gevormd
  • Ik kan uitleggen hoe de regering en het parlement samenwerken

Slide 2 - Tekstslide

Jongeren mogen meebeslissen over elk wetsvoorstel dat over jongeren gaat. 

Slide 3 - Tekstslide

Onder de 14 mag je geen sociale media gebruiken.

Slide 4 - Tekstslide

Bij verkiezingen moet je zeggen op wie je hebt gestemd.

Slide 5 - Tekstslide

De Tweede Kamer
Burgers kiezen de Tweede Kamer = de volksvertegenwoordiging

Hoe meer stemmen een politieke partij, hoe meer leden in de Tweede Kamer
  • Fractie = de Tweede Kamerleden van 1 politieke partij

Taak van de Tweede Kamer = controle van de regering + maken van wetten 


Slide 6 - Tekstslide

  • 17 partijen 
  • Zit je links of rechts in de tweede kamer, zegt iets over de stroming van de partijen  

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een fractie?
A
Een ander woord voor politieke partij
B
De Tweede Kamerleden van een politieke partij
C
Alle Tweede Kamerleden bij elkaar
D
De regeringsleden

Slide 8 - Quizvraag

Hoe wordt de regering gevormd?
  • De politieke partij die de meeste stemmen krijgt bij de verkiezingen mag bepalen wie er in de regering komt 
  • Winnaar werkt samen met andere partijen

Slide 9 - Tekstslide

Waarom zou de winnende partij samen moeten werken met andere partijen?

Slide 10 - Open vraag

Regeringspartijen
  • Regeringspartijen zitten in de regering
  • Ministers komen uit de regeringspartijen en gaan over een specifiek onderwerp
  • Ministers hebben ook onderministers (staatssecretaris)
  • Oppositiepartijen niet in de regering

Belangrijkste minister = de minister-president (premier) = de regeringsleider

Slide 11 - Tekstslide

Oppositiepartijen zitten in de regering.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Aan het werk
Wat: lees en maak van §2.3 vraag 1 t/m 8

Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken!

Klaar: maak de keuzeopdrachten (kijk in de studiewijzer)



Slide 14 - Tekstslide

2.3: de regering en de volksvertegenwoordiging
Deel 1: p. 70 + 71

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen hoe de Tweede Kamer werkt
  • Ik kan uitleggen hoe de regering wordt gevormd
  • Ik kan uitleggen hoe de regering en het parlement samenwerken

Slide 16 - Tekstslide

Door wie wordt er bepaald wie er in de Tweede Kamer komt?
A
Burgers
B
De regering
C
De koning
D
Fracties

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van de Tweede Kamer?
A
De regering helpen
B
Het land besturen
C
Controleren van de regering
D
Naar de koning luisteren

Slide 18 - Quizvraag

Wat mag de winnende partij na de Tweede Kamer verkiezingen bepalen?
A
Hoeveel zetels ze krijgen in de Tweede Kamer
B
Wie de koning wordt
C
Wie er in de regering komt
D
Wie er in de Tweede Kamer komt

Slide 19 - Quizvraag

Waarom moet de winnende partij samenwerken met andere partijen om de regering te vormen?

Slide 20 - Open vraag

De regering
De regering bestaat uit: 
  • De koning
  • Ministers en staatssecretarissen (= het kabinet)


Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Taken van de regering
Het kabinet bestuurt het land door wetten in te voeren --> de Tweede Kamer moet die wet goedkeuren:
  • Daarom is een meerderheid van partijen die ministers in de regering hebben handig

Slide 23 - Tekstslide

Invloed van burgers
Burgers kunnen op verschillende manieren invloed uitoefenen op de politiek = burgerinitiatief:
  • Demonstraties
  • Handtekeningen verzamelen

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Tekstslide