Goden waren verantwoordelijk voor alles; elke god had een andere functie
Apollo, god van de geneeskunde, kon ook ziektes veroorzaken
Polytheïstisch... Wat was dat ook alweer?
Slide 4 - Tekstslide
Van Mythe...
Stel je voor....
Van mythen...
Verhalen werden doorverteld
Hulpmiddel om de wereld beter te begrijpen
Orakels: plekken waar priesters antwoord gaven op vragen. Vooral belangrijk om de wil van de goden te begrijpen
Mythen: Verhalen over goden en helden, vaak verklarend voor zaken in het leven (denk aan ziektes en natuurverschijnselen
Slide 5 - Tekstslide
Van Mythe...
Stel je voor....
...naar wetenschap (600 v Chr)
De wereld/natuur begrijpen door:
observeren/ bestuderen
redeneren
=> Filosofen
=> wetenschap
Contact met volken met ander mythen zorgt voor twijfel.
Slide 6 - Tekstslide
Socrates
Eén van de belangrijkste Atheense filosofen
Goed en kwaad (Ethiek)
Socratische manier van vragen stellen
Oplossen van problemen
399 v.C: Socrates wordt ter dood veroordeeld
Slide 7 - Tekstslide
Hippokrates
Grondlegger moderne geneeskunde (430 v.C pest in Athene)
viel Hippokrates op dat bijna geen smid de pest had
Advies: goed stoken en lijken verbranden daarvoor straf van de goden
Tegenwoordig: Artsen leggen de eed van Hippokrates af
Slide 8 - Tekstslide
Van Mythe...
Stel je voor....
2.8: Afsluiting
Doen: Leerdoelen voor jezelf noteren en uitwerken t/m leerdoel 12
Klaar? Zelfstandig de begrippen leren
pagina 52 en 53
Slide 9 - Tekstslide
Leren van de Grieken en Etrusken
Ligging was gunstig=> oversteekplaats over de rivier de Tiber, veel handelswegen kruisten zich daar.
Handel met de Griekse kolonies in Zuid-Italië en Etrurië
Rome handelde in zout=> ambtenaren en leger van betaald, want het was zeldzaam en kostbaar.
Romeinen namen van de Grieken over: maken van olijfolie en wijn, aanleg van havens, het schrift, Griekse godensysteem.
Slide 10 - Tekstslide
Soldaat in plaats van boer
Boeren zaten in het leger, zij konden uitrusting betalen. Door groei rijk konden ze hun akkers, vee niet meer verzorgen=> voedseltekorten en boeren moesten hun eigendom verkopen aan rijke romeinen.
Gevolg groei van het rijk: vanaf 2e eeuw v. Chr.: iedereen mocht in leger=> staat betaalde de uitrusting. Arme vrijwilligers hoopten in leger rijk te worden door de oorlogsbuit.
Slide 11 - Tekstslide
Soldaat in plaats van boer
Boeren zaten in het leger, zij konden uitrusting betalen. Door groei rijk konden ze hun akkers, vee niet meer verzorgen=> voedseltekorten en boeren moesten hun eigendom verkopen aan rijke romeinen.
Gevolg groei van het rijk: vanaf 2e eeuw v. Chr.: iedereen mocht in leger=> staat betaalde de uitrusting. Arme vrijwilligers hoopten in leger rijk te worden door de oorlogsbuit.
Slide 12 - Tekstslide
Julius Caesar: Generaal, politicus en uiteindelijk dictator.
De generaals werden niet meer elk jaar vervangen. Gevolg=> ze kregen meer tijd om gebieden te veroveren, dus ook macht en rijkdom. Ook werden de legers trouw aan hen en niet aan de senaat, soldaten kregen deel buit veroveringen.
Julius Caesar veroverde Gallië. Tactiek: hij liet de stammen oorlog voeren met elkaar, daarna versloeg hij de rest één voor éen.
Julius zette zijn rijkdom en trouw van de soldaten in om politieke macht te krijgen.