Werkwoordspelling

Ga rustig zitten

Pak je boek, doe het open op bladzijde 30 en 31

Pak een schrift/map 

Pak een pen
Welkom 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ga rustig zitten

Pak je boek, doe het open op bladzijde 30 en 31

Pak een schrift/map 

Pak een pen
Welkom 

Slide 1 - Tekstslide

aankondiging

doelen
instructie
zelf werken

evaluatie
Programma

Slide 2 - Tekstslide

Werkwoordspelling

Slide 3 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van deze lessenserie

- kun je persoonsvormen in de tt en vt juist spellen
- kun je het voltooid deelwoord juist spellen
- kun je een bijvoeglijk naamwoord maken van een      
   voltooid deelwoord

Slide 4 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd enkelvoud
Als de persoonsvorm (pv) in de tegenwoordige tijd staat, zijn er 3 mogelijkheden:

1. ik-vorm
2. ik-vorm + t
3. Hele werkwoord (bij meervoud)

Slide 5 - Tekstslide





Niet zeker? Gebruik het werkwoord lopen
ik
ik-vorm

jij?
jij 
ik-vorm+t

hij/zij/u/het
ik-vorm+t

wij/jullie/zij
hele ww

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden:

Slide 7 - Tekstslide

Vul de goede werkwoordsvormen in:
1. (houden) ... je broer van detectives of (herkennen) ... hij zich niet in politieagenten?
2. Ik (vinden) ... het plezierig als u de agenda een week voor de vergadering (versturen) ...
3. Mijn wang (bloeden) ... altijd als ik mij (snijden) ... tijdens het scheren.
4. Je (geloven) ... toch niet dat iedereen zo'n spellingsboek (bestellen) ...?
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Antwoorden
1. Houdt je broer van detectives of herkent hij zich niet in politieagenten?
2. Ik vind het plezierig als u de agenda een week voor de vergadering verstuurt. 
3. Mijn wang bloedt altijd als ik mij snijd tijdens het scheren.
4. Je gelooft toch niet dat iedereen zo'n spellingsboek bestelt?

Slide 9 - Tekstslide

Werkwoorden in de vt
/
/

Slide 10 - Tekstslide

Dus:
     Zit de laatste letter van het hele werkwoord -en WEL in 't kofschip?        schrijf dan          of te / ten                             fietsen                 fietste

      Zit de laatste letter van het hele werkwoord -en NIET in 't kofschip?        schrijf dan         de / den                               bellen                    belde

Slide 11 - Tekstslide

Even oefenen
1. De politie (verrichten) ... wekenlang onderzoek naar de inbraken.
2. Toen ik mijn toets Frans (maken) ... (duimen) ... Janita voor mij.
3. We (durven) ... niet te kijken toen de geheime politie op de deur (bonken) ...
4. Terwijl ik (tobben) ... over mijn cijfers, (krassen) ... Sandra haar naam in het tafelblad. 
timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Antwoorden
1. De politie verrichtte wekenlang onderzoek naar de inbraken.
2. Toen ik mijn toets Frans maakte, duimde Janita voor mij.
3. We durfden niet te kijken toen de geheime politie op de deur bonkte.
4. Terwijl ik tobde over mijn cijfers, kraste Sandra haar naam in het tafelblad. 

Slide 13 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
/
/

Slide 14 - Tekstslide

Even oefenen
1. De jongens zijn gisteren (verhuizen).
2. We hebben vanmorgen een potje (voetballen).
3. Heb je dat hele stuk (fietsen)?
4. Ik heb zijn verhaal nooit (geloven).
5. Heb je lekker (chillen)?  

timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Antwoorden
1. verhuisd
2. gevoetbald
3. gefietst
4. geloofd
5. gechild 

Slide 16 - Tekstslide

Werkwoord als bijv.nw.
Sommige woorden zijn afgeleid van een werkwoord. 
Ik ben altijd de gebeten hond. (van een vdw)
De bijtende hond werd gevangen door zijn baas. (van een odw)

Schrijfwijze: altijd zo kort en eenvoudig mogelijk. 

Slide 17 - Tekstslide

Werkwoord als bijv.nw.
Voltooid deelwoord op -en? --> bnw ook op -en 
               De deur is gesloten. --> De gesloten deur. 

Voltooid deelwoord op -d of -t? --> bnw maken door +e en zo kort mogelijk.

timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Maken op bladzijde 31
Opdracht 8

Dit is huiswerk voor morgen

Slide 19 - Tekstslide

Evaluatie
Wat is het belangrijkste dat je hebt geleerd deze les?

Schrijf op in je schrift:
Het belangrijkste dat ik heb geleerd deze les is ..... (vul de zin aan).
Ik kom langs om tet kijken wat het belangrijkste is dat jij hebt geleerd deze les.

Slide 20 - Tekstslide