2.1 Een man

2.1 Een man
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.1 Een man

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels tijdens deze lessen
  • Gebruik geen grove woorden/ bewegingen. Het is een serieus onderwerp.
  • We lachen elkaar niet uit.
  • We maken elkaar niet belachelijk
  • Geen vraag is raar

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
5 Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen met hun functies en kenmerken.
6 Je kunt de kenmerken van zaadcellen en eicellen noemen.



Het voortplantingsstelsel van een man is voor een groot deel aan de buitenkant te zien. Alleen de prostaat en de zaadblaasjes liggen onderin de buik.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Teelballen en balzak

De balzak is een huidplooi onder de penis. Hierin liggen de teelballen en de bijballen.
De teelballen maken ook het mannelijk geslachtshormoon. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Teelballen en balzak
In de teelballen worden de zaadcellen gemaakt. In de bijballen worden de zaadcellen tijdelijk opgeslagen. Als een jongen ongeveer 13 jaar is, beginnen zijn teelballen te werken en maken ze elke dag miljoenen zaadcellen (spermacellen). Zaadcellen zijn de mannelijke geslachtscellen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zaadleiders
Als de man een orgasme (zaadlozing - klaarkomen) krijgt dan komen de zaadcellen door de penis naar buiten. Hoe komen ze daar als ze in de bijballen opgeslagen waren?
Ze gaan via de zaadleiders. Deze buisjes gaan de buikholte in en komen langs de prostaat en zaadblaasjes

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prostaat en zaadblaasjes
De zaadblaasjes en de prostaat voegen vocht toe aan de zaadcellen. Het vocht uit de zaadblaasjes bevat voedingsstoffen voor de zaadcellen. Het vocht uit de prostaat niet.  Het vocht uit de zaadblaasjes en de prostaat met de zaadcellen samen noem je sperma. Bij de prostaat komen de zaadleiders uit in de urinebuis.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urinebuis
Bij de prostaat komen de zaadleiders uit in de urinebuis. De prostaat kan de urinebuis 'afknijpen' zodat, als de man een zaadlozing heeft er geen urine mee naar buiten komt. Dan zouden de zaadcellen dood gaan. De urinebuis loopt door de penis tot aan de eikel. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Penis
Bij de prostaat komen de zaadleiders uit in de urinebuis. De urinebuis loopt door de penis. De top van de penis, de eikel, is erg gevoelig. De eikel is bedekt met een dunne huidplooi: de voorhuid. Deze beschermt de eikel. De voorhuid is zo ruim dat deze over de eikel kan worden teruggetrokken. Om ontsteking te voorkomen is het belangrijk dat een jongen elke dag bij het douchen de voorhuid even terugtrekt en de eikel en de voorhuid afspoelt.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erectie
De penis hangt meestal slap, maar hij kan ook groter en stijf worden. Dat noem je een ‘stijve’ of een erectie. Een erectie wordt veroorzaakt door de zwellichamen in de penis. De zwellichamen kunnen zich met bloed vullen, waardoor ze groter en steviger worden. De penis wordt dan stijf 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdracht 2

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De grootte en de vorm van de penis in slappe toestand verschillen nogal van man tot man. Maar bij penissen in erectie is er niet zoveel verschil.
Jongens en mannen kunnen op de vervelendste momenten een erectie krijgen. Bijvoorbeeld tijdens een onderzoek door een dokter, bij een stoeipartijtje of bij intiem dansen. Vaak hebben jongens en mannen ’s nachts een erectie of als ze wakker worden. Ook kunnen jongen een zaadlozing krijgen in hun slaap ('natte droom').

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zaadlozing
Met een stijve penis kan een man zaadcellen in het lichaam van een vrouw brengen. Dat gebeurt tijdens geslachtsgemeenschap (‘neuken’). Een man brengt dan zijn stijve penis in de vagina van een vrouw. Door bewegingen van man en vrouw wordt de penis in de vagina op en neer bewogen. De eikel wordt daarbij voortdurend geprikkeld. Daardoor kan de man een zaadlozing krijgen. Bij een zaadlozing komt het sperma met schokken door de urinebuis naar buiten. Het sperma komt dan in de vagina van de vrouw.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdracht 7a en 7b

7a
7b
7b

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zaadcel 
Een zaadcel is een geslachtcel.
 In een mm passen er 20 achter elkaar. 
Ze hebben een kop en een zweepstaart. 
In de kop zit de celkern. Is nodig voor de bevruchting. 
Met de staart kan de zaadcel zich bewegen om de eicel te bereiken en deze te bevruchten.
Een zaadcel heeft geen voedingstoffen, deze haalt hij uit het sperma vocht

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdracht 4

( Klik opdracht 5 ook gelijk aan)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wist je dat?
  • zaadcellen zijn bij de geboorte al aanwezig
  • tijdens puberteit vermeerdering door celdeling
  • per zaadlozing 200 miljoen zaadcellen
  • sperma= zaadcellen + zaadvocht uit prostaat + slijmerig vocht uit zaadblaasjes

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1
urineblaas
2
zaadleider
3
zaadblaasje
4
prostaat
5
urinebuis
6
zwellichamen
7
bijbal
8
teelbal
9
eikel
10
voorhuid
10
balzak
Maak opdracht 1 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdracht 3

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdracht 6

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdracht 8

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 9 
Misvormde zaadcellen

Als een man klaarkomt, komen er 150 miljoen zaadcellen vrij. Dat is bijna tien keer zoveel als er mensen in Nederland wonen. Een flinke hoeveelheid dus. En dat is maar goed ook, want van die zaadcellen is 70% misvormd. Sommige hebben twee staarten of twee koppen. Andere hebben een staart aan de zijkant van de kop of een staart met een varkenskrul. Door dat soort afwijkingen kunnen zaadcellen niet goed genoeg 'zwemmen' om bij een eicel te komen.
Een zaadcel heeft bij de zaadlozing een snelheid van 750 meter per minuut. In de vagina is dat nog maar 1 tot 3 millimeter per minuut. Met die snelheid moeten ze soms wel twee uur zwemmen om bij een eicel te komen, 20 cm verderop.
Jij bent ontstaan uit één gezonde zaadcel. Deze hoorde bij de 30% gezonde zaadcellen in de zaadlozing van je vader. Het is dus best bijzonder dat jij geboren bent!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zin in een quizje?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
Endeldarm
B
Spermakanaal
C
Urinebuis
D
Urineleider

Slide 25 - Quizvraag

Referentie:
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.jpg

A
Blaas
B
Eikel
C
Teelbal
D
Voorhuid

Slide 26 - Quizvraag

Referentie:
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.jpg

A
Bijbal
B
Eikel
C
Prostaat
D
Teelbal

Slide 27 - Quizvraag

Referentie:
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.jpg

A
Bijbal
B
Blaas
C
Prostaat
D
Teelbal

Slide 28 - Quizvraag

Referentie:
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.jpg

A
Spermakanaal
B
Urinebuis
C
Urineleider
D
Zaadleider

Slide 29 - Quizvraag

Referentie:
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.jpg

A
Anus
B
Blaas
C
Endeldarm
D
Ruggenwervel

Slide 30 - Quizvraag

Referentie:
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.jpg
Waar worden de zaadcellen bij de man gevormd?
A
In de penis
B
In de prostaat
C
In de teelballen
D
In de zaadblaasjes

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De bijballen maken zaadcellen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een erectie ontstaat doordat
A
Zaadcellen zich verzamelen in de urinebuis
B
Bloed zich verzamelt in de zwellichamen
C
Zaadcellen zich verzamelen in de zwellichamen
D
Bloed zich verzamelt in de urinebuis

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies