Het assortiment

Het assortiment

Hoofdstuk 2a - Ompakken
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomiePraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Het assortiment

Hoofdstuk 2a - Ompakken

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling vorige les 
- De groothandel



Slide 2 - Tekstslide

Welke verschillende soorten winkels zijn er?

Slide 3 - Woordweb

Weet je nog?
- Supermarkt
- Bouwmarkt
- Speciaalzaak
- Warenhuis 
- Drogist 

Slide 4 - Tekstslide

Supermarkt 
Drogist
Bouwmarkt
Speciaalzaak
Warenhuis

Slide 5 - Sleepvraag

Vandaag

- Artikelen in een supermarkt 
- Afdelingen in een supermarkt 
- Naar de supermarkt

Slide 6 - Tekstslide

Na deze les weet jij:

- Welke artikelen er in een supermarkt verkocht worden
- Wat artikelgroepen zijn
- Welke afdelingen er in een supermarkt zijn

Slide 7 - Tekstslide

De supermarkt
De vorige les hebben we soorten winkelvormen besproken. De bekendste daarvan is de SUPERMARKT. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Belangrijke woorden
- Het  assortiment
- De artikelen
- De artikelgroep
- De afdeling



Slide 10 - Tekstslide

Het assortiment
Het hele aanbod aan artikelen dat een winkel verkoopt.

Bijvoorbeeld: Kleding hoort niet in het assortiment van een supermarkt, want dat verkopen ze niet. 

Slide 11 - Tekstslide

Zuivel hoort tot het assortiment van een supermarkt?
Uitleg
Dit is waar, want melk wordt verkocht in de supermarkt. Alles wat een winkel verkoopt noemen we het assortiment 
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn artikelen?

Slide 13 - Woordweb

Foodartikelen



 Non-foodartikelen 
producten die je kunt eten of drinken.




Non-foodartikelen zijn dus artikelen die je niet kunt eten of drinken. vb. tijdschriften, wasmiddelen, etc.

Slide 14 - Tekstslide

Non-foodartikelen zijn de producten die je kunt eten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Een voorbeeld van Non-food artikel is:
A
Bamisoep
B
Ijsjes
C
Wasmiddel
D
Kauwgom

Slide 16 - Quizvraag

de artikelgroep
Een groep artikelen die bij elkaar horen. 

Bijvoorbeeld: Frisdrank ; brood ; groente. 

Slide 17 - Tekstslide

Appels en peren horen bij dezelfde artikelgroep?
Uitleg
Dit is waar. Ze horen allebij tot de artikelgroep Fruit. Ze liggen ook op dezelfde afdeling. 
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

de afdeling
Een artikelgroep ligt in een winkel op een afdeling. 

Bijvoorbeeld: De groente-afdeling & de broodafdeling 

Slide 19 - Tekstslide

Afdelingen in een winkel?

Slide 20 - Woordweb

Kruidenafdeling
Fruitafdeling

Broodafdeling
Vleesafdeling

Slide 21 - Sleepvraag

Uitleg
producten die van melk zijn gemaakt. Deze staan in de supermarkt bij elkaar. 
zuivelafdeling

Slide 22 - Woordweb

Slide 23 - Video

Sleep het juiste woord naar de puntjes
Alle artikelen die in een winkel te koop zijn vormen samen het .....
Artikelen die bij elkaar horen zoals aarbeien, appels, bananen... Noemen we.... 
Een supermarkt, speciaalzaak en warenhuis zijn voorbeelden van ....
Assortiment
Artikelgroep
Winkelvormen

Slide 24 - Sleepvraag

Aan de slag 
Maak het werkblad
Kruis de juiste  artikelgroepen aan

Slide 25 - Tekstslide