week 6 les 3 en 4 huis en kamer beschrijven

Bonjour à tous et toutes
Thème d'aujourd'hui: le logement


Ce que tu vas faire: parler des chambres
                                       : parler de ta propre
                                         chambre



1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Bonjour à tous et toutes
Thème d'aujourd'hui: le logement


Ce que tu vas faire: parler des chambres
                                       : parler de ta propre
                                         chambre



Slide 1 - Tekstslide

DELF A2: heeft iedereen het boek bij zich?

En Contexte? 
! Important !
Après les vacances d'automne: 
-oefentoets voor compréhension orale
-oefentoets voor compréhension écrite

--> hierdoor schuiven de toetsen een week door. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Au programme aujourd'hui
À faire:                                                                           Objectifs:          
- collectionner des mots                                    -Je kunt vocabulaire terughalen          français pour les meubles                               uit je geheugen
                                                                                        - je kunt vertellen wat er in  jouw 
- décrire une chambre                                         kamer staat 
- décrire ta propre chambre                             - je kunt iets vertellen over spullen
- comprendre les chiffres                                  in jouw kamer
                                                                                       - je kent de getallen 10 t/m1 100

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1) La chambre: quels mots connais-tu déjà?
À faire: regarde l'image. Nomme les 
meubles en français
Objectif: retrouver les mots
que tu connais déjà
--> ''Dans cette chambre, il y a...''
     - un bureau
     - un lavabo
     - .........................




Slide 4 - Tekstslide

Introduire le thème et le voca; 

Dit is eigenlijk warmlopen. Activeren van vocabulaire zodat ze makkelijker over het thema kunnen praten. Ze kennen ongetwijfeld al een boel woorden.

Hiervan zetten leerlingen de resultaten in LessonUp. 
Vul de zin aan met objecten. In het Frans.
''Dans cette chambre, il y a...''

Slide 5 - Open vraag

un lit
un coussin
une couverture
une armoire
un placard
une porte
une chaise
une armoire murale / étagère

2) La chambre: les objets
Objectif: parler d'une chambre plus équipée
Question: alors, on a besoin de quoi?

Noter des mots utiles. Instructions:
- pen en schrift gereed
- we bekijken het filmpje 1x
- noteer zoveel mogelijk woorden (en vertaling)
- woorden die je niet begreep? --> nabespreking

Slide 6 - Tekstslide

-Nodig/il nous faut : plus d’objets. –Q Wat hebben we nodig als we meer spullen willen benoemen? 
Opdracht :
-Ze gaan: filmpje bekijken
-Notities maken v/d FR woorden
-Want: on y énumère les objets
-Belang: voca opbouwen voor doel
-Geen klassikale nabespreking


0

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zoek objecten die jij nu in het Frans kunt beschrijven.
''Il y a un.....''
timer
3:00

Slide 8 - Tekstslide

Bekende woorden:

Un lit
des étagères
-------------------------------------
Opdracht:
-Dia met een kamer
-In deze kamer meer spullen
-Q1 Wat ga je doen?
-Q2 Zou je nu alles kunnen benoemen in deze kamer?
-Cq on va faire:
-Vertellen wat er in de kamer staat
-Twee delen: objecten benoemen waar ze nu woorden voor hebben
Deel 1:
-Werk in tweetallen
-3 minuten voorbereiding
- aantekeningen  zoek het object erbij
- zet daar een kruisje bij of noteer het woord
- Klassikaal vertel je ‘’il y a / on y trouve + objet’’


Noteer in NL 5 andere dingen. Zoek de vertaling in de 
woordenlijst. 
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Deel 2: nieuwe objecten benoemen
-Noteer eerst in NL
- in totaal 5 dingen noteren
-Gedaan? Je krijgt van mij een woordenlijstje. Zoek de vertalingen
- Mag in tweetallen
- 5 minuten
-Wel allebei noteren
 bruikbaar voca voor mondeling


Bespreking. Vertel wat je gezien hebt: begin met'' il y a'':
- Des plantes
- Des fleurs
- Une tasse 
- Des lampes 
- Des étoiles
- Un tableau de bulletin
- Un réveil
- Un poster
- Des cartes/illustrations
- une guitare 
- Des livres
- Une statue de chat
- Un coussin
3) ''Dans ma chambre, ...''
À faire: décrire ta chambre
"Il y a....''                                               ''J'ai aussi...''                         
- un lit                                                   - une télévision 
- deux armoires 
- des posters

''On y trouve aussi...''                       Klaar? Geef de objecten een kenmerk
- des jeux pour console               --> J'ai une télévision géante 

timer
8:00

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht: ‘’dans ma chambre’’…
Eigen kamer beschrijven
-Wat staat erin?
-Zoveel mogelijk spullen benoemen

Doelen : doorvertellen, wat er ‘’aussi’’ is
-Afwisselen, niet alleen ‘’il y a’’
- Geen hele zinnen noteren
Tijd: 8 minuten
Hoe: alleen
Hoe: evt. een NL woordwolk
Hulp: docent en woordenlijst
Klaar: probeer iets over twee objecten te zeggen
Uitkomst: in groepjes van 3 vertellen

3) Décrire ta chambre
Iedereen heeft nu haar/zijn kamer beschreven 

À faire: parler de ta chambre
- We maken na de uitleg groepjes van 3
- Eén interviewer die vraagt: qu'est-ce qu'il y a dans ta chambre?
- De andere 2 leerlingen vertellen
- Klassikaal: interviewer deelt de resultaten in NL
timer
4:00

Slide 11 - Tekstslide

Uitkomst:
In groepjes van 3
-2 gaan vertellen (met aantekeningen)
-1 luistert en noteert de spullen
-Tijd: 4 minuten
-Klaar? Even wachten.
-Vertellen 1x met en 1x zonder schriftelijke hulp

Uitkomst; is iedereen aan de beurt geweest?

Voici les groupes
Ali                        Andy                  Fabian                   Romaisa
Else                    Anouk                Daniela                 Dieter
Dilara                 Renco               Soraya                   Elena Kaimer

Jort                    Duan                  Jarno 
Jarmo               Fatine                Lennart
Marsha             Lisanne            Elena Pejic




Slide 12 - Tekstslide

- Klassikaal: interviewer deelt de resultaten in NL
- daarna gaan mensen weer in hun normale tweetal zitten
3) ''Dans ma chambre, ...''
Maintenant, tu peux raconter plus sur ta chambre!

Ik vertel jullie iets over een kamer. Luister naar wat ik vertel.
Wat is er aan deze omschrijving anders? Wat vertel ik
méér?

Denk daarover na en overleg nadat ik uitgesproken ben met je buur

Slide 13 - Tekstslide

--> ''il y a un canapé rouge''
--> ''et une lampe en verre''
--> une table rectangulaire
--> Les fenêtres sont ornées des rideaux pliés
-Dus je kunt ook iets over objecten zelf zeggen
-Namelijk: van kenmerken voorzien
Opdracht:
-kies twee objecten
-waar je meer over wilt vertellen
-bedenk wat je wilt zeggen (NL)
-daarna hoe je dat in het Frans zou
Kunnen zeggen
-Hulp: docent + medeleerling
-tijd: 3 minuten



3) ''Dans ma chambre, ...''
Maintenant, tu peux raconter plus sur ta chambre

Tâche à faire:
-kies twee objecten die je wilt beschrijven
-Exemple: ''une télevision énorme et large''
-bedenk wat je erover wilt zeggen (NL)
-maak er een FR formulering van (mag in steekwoorden)
-Hulp: jouw buurvrouw/buurman en de docent




timer
3:00

Slide 14 - Tekstslide


-Dus je kunt ook iets over objecten zelf zeggen
-Namelijk: van kenmerken voorzien
Opdracht:
-kies twee objecten
-waar je meer over wilt vertellen
-bedenk wat je wilt zeggen (NL)
-daarna hoe je dat in het Frans zou
Kunnen zeggen
-Hulp: docent + medeleerling
-tijd: 3 minuten
-Afronding:  gaan we een volgende les voorbeelden van horen



3) ''Dans ma chambre, ...''
Tâche à faire: conversation

Q: qu'est-ce qu'il y a dans ta chambre?
A: noem 1 object
Q: tu peux le décrire?
A: vertel kenmerk(en) van het object
Q: et qu'est-ce qu'il y a de plus dans ta chambre?
A: noem object én kenmerk(en)


timer
4:00

Slide 15 - Tekstslide

Snapt iedereen de vragen? Anders kun je ook geen antwoord geven.
Noem dan een vraag + daarna de naam van een leerling

De interviewer vertelt nadien aan de ander wat hij heeft begrepen: welk object en hoe die eruit ziet
Doelen behaald?
-wat hebben we gedaan?

-waar zou je meer over willen weten? 
-of: wat zou je beter willen kunnen?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4) Bingo des chiffres
Duan va distribuer les cartes bingo.

Moi, je vais énumérer des chiffres de 10 jusqu'à 100.

Prix à gagner: du chocolat

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies