Schrijven

Schrijven 
Les 1,2
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsISK

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Schrijven 
Les 1,2

Slide 1 - Tekstslide

Les 1

Slide 2 - Tekstslide

Pak een boek!





Natuurlijk, hier zijn de antwoorden:

Hij ging gisteren naar school.
Ze leest vaak interessante boeken.
Je houdt van klassieke muziek.
Zij speelt graag met haar vrienden.
We gaan morgen naar het museum.
Hij moet morgen niet werken.
Zij heeft een mooie collectie schilderijen.
Ik ga op de bank televisie kijken.



User

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Boekverslag
Maak hele zinnen;
1. De titel van het boek is........
2. De schrijver van het boek is.....
3. Het aantal hoofdstukken is......



Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag
-maken H1 t/m H9
-schrijven kaartjes en formulieren
- zelf kaartje schrijven (vooraf 1F)
-klaar? Oefeningen schrijven niveau A2

Slide 23 - Tekstslide

Les 2

Slide 24 - Tekstslide

Wat gaan we leren?
-Wat zijn formulieren? Hoe vul ik die in?
-schrijven(en vertellen) over jezelf, familie,wonen, mijn dag, eten, kleren, het weer, gezond, werk

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Wat is een formulier?
A
Papieren die je alleen mag lezen
B
Een paspoort of ID kaart
C
Papieren die je in moet vullen; je naam, adres, geboortedatum

Slide 27 - Quizvraag

Wanneer moet je een formulier invullen?
A
Als je boodschappen wilt doen
B
Als je je huiswerk wilt maken
C
Als je je wilt inschrijven voor een cursus Nederlands.

Slide 28 - Quizvraag

Schrijf je voorletters in BLOKLETTERS

Slide 29 - Open vraag

Schrijf je voor- en achternaam op: (denk aan de hoofdletters)

Slide 30 - Open vraag

Schrijf je adres op; straat en huisnummer

Slide 31 - Open vraag

Schrijf je postcode op

Slide 32 - Open vraag

Schrijf je geboortedatum op in getallen

Slide 33 - Open vraag

Schrijf de datum van vandaag op

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Link

Slide 36 - Link

Slide 37 - Link

Slide 38 - Link

Slide 39 - Link

Slide 40 - Link

Slide 41 - Link

Part 2

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Link

Slide 44 - Link

Slide 45 - Link

Slide 46 - Link

Les 2
Aan de slag!

Slide 47 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

-Schrijven in Nederland: (verbeter je fouten)
H1 t/m H9
*kahoot woorden

Slide 48 - Tekstslide

Aan de slag
-maken H1 t/m H9
-schrijven kaartjes 1/2
- zelf kaartje schrijven
-klaar? Oefeningen schrijven niveau A2

Slide 49 - Tekstslide