Les 3a en b

Restaurant
Reisen
Les 2 a
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Restaurant
Reisen
Les 2 a

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute
Lesen tekst 3 zusammen
Wörter 5 und 6 machen/ kontrolieren
Aussprache erklärung
Sprechen Dialog Restaurant 
vraag 1 tm 5
Hausaufgaben
Handelingsdeel machen

Slide 2 - Tekstslide

Toetsen Periode 2
 
SE C, D en E 


Periode 1 = 20%
Totaal na periode 2 = 70%!!


Mondeling
Voortgangstoets
Lesen

Slide 3 - Tekstslide

Lesen
Op blz. 8 van je werkboek staan bij vragen dikgedrukte woorden in de antwoorden. Tekst 3

Zoek deze op en zet de vertaling achter het antwoord.
Jullie krijgen hiervoor +/- 20 minuten de tijd





timer
20:00

Slide 4 - Tekstslide

Nervt = irriteert
Wichtige Nachrichten verpasst = belangrijke berichten gemist
Ständig= steeds/ herhaaldelijk
Unbedeutende = onbelangrijke
Seitdem =               sindsdien
Privates=                privé
Ohne Grund =       zonder reden
Ignoriert =              genegeerd
Beschimpft =        uitgescholden
Reiter und tanzverein = ruiter en dans vereniging
Gemütlich = gezellig
Lustig =          grappig
Nützlich =      nuttig
Manche =       sommige
Manchmal =  soms
Neuen Leuten = nieuwe mensen

Slide 5 - Tekstslide

Lesen
We beginnen nu met de leesopdracht.
Tekst 3
 Seite 8 Arbeitsbuch
Tekst 3
Seite 33 und 34 Textbuch
Kijk naar het plaatje en de titel
Waar denk je dat de tekst over gaat?
 




Slide 6 - Tekstslide

Vraag 1
De eerste vraag hoort bij alinea 1, er wordt een stukje uit de tekst in de vraag geciteerd, markeer dit in de tekst. 
Lees nu de antwoorden 
Ga naar het gemarkeerde deel in de tekst en lees het stukje ervoor.
Als er een citaat uit de tekst in de vraag zit dan staat meestal het antwoord ervoor of erna!!!
 We beginnen nu met de leesopdracht.
Antwort: 
  • D



Slide 7 - Tekstslide

Vraag 2
Alinea 2
Dit is een open vraag, een open vraag beantwoord je altijd in het Nederlands.
De vraag begint over huiswerk, wat is het Duitse woord voor huiswerk. Staat dit woord ergens in de alinea? Scan de tekst. Ga daar op zoek naar het antwoord

Via de chat krijgt hij meestal………..


 



Antwort:
  • (Via de chat krijgt hij meestal) geen antwoord (op zijn vragen).

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 3
Er wordt een stukje uit de tekst in de vraag geciteerd, markeer dit in de tekst.
Seit wann = sinds wanneer
Lees nu de antwoorden
Ga naar het gemarkeerde deel in de tekst en lees het stukje ervoor.
Als er een citaat uit de tekst in de vraag zit dan staat meestal het antwoord ervoor of erna!!!
Let op woorden die ook in het antwoord voorkomen
  • Antwort A

 



Slide 9 - Tekstslide

Vraag 4
Lees de vraag, wat staat hier
(deze vraag gaat over alinea 4 en 5)
Kijk naar de antwoorden
Wat betekenen deze woorden.
Sie findet die Chatgruppen vor allem ………..
Staat er ergens het woord Chatgroeppen in de tekst?
Kijk daar dan of het overeenkomt met één vd antwoorden
Antwort:
  • C


Slide 10 - Tekstslide

Vraag 5
Deze vraag hoort bij alinea 6, er wordt een stukje uit de tekst in de vraag geciteerd, markeer dit in de tekst.
Lees nu de antwoorden
Ga naar het gemarkeerde deel in de tekst en lees het stukje erna
Staan er leestekens in de tekst? Lees dit dan ook. Herken je daar woorden die ook in het antwoord staan?
Antwort:
  • D


Slide 11 - Tekstslide

Wörter

Maak nu Übung 5 en 6 
Seite 9 & 10 

We kijken het klassikaal na!
 



 

Slide 12 - Tekstslide

Wörter
Wörter Übung 4
Bestellen/ möchte/ Schnitzel/ Salat/ trinken/ bitte/Sie/ Guten/ zahlen/ zusammen/kostet/ Dank/ 
Tag / Wiedersehen.
Wörter Übung 5
Frühstück / Mittagessen / Fleisch / Kantine / Abendbrot / Getränk / Bier / Mineralwasser.
 



 

Slide 13 - Tekstslide

Spreken oefenen
Seite 10 und 11 Textbuch. 
Je krijgt van mij de 1e 5 vragen van het dialoog zoals het op het mondeling komt.
Je hebt alleen het Nederlandse antwoord voor je liggen.
Ik stel aan iedereen eerst een vraag, daarna gaan
Jullie in tweetallen samen oefenen.
Weet je het echt niet meer pak op blz. 7 van Textbuch het dialoog erbij.


Slide 14 - Tekstslide

 Werken aan het  handelingsdeel
Aan de slag!
Wat je in de les maakt hoef je thuis niet meer te doen. 

Slide 15 - Tekstslide

Hausaufgaben Freitag
Examenkracht opdracht 1
Ik controleer online of je dat hebt gedaan. 

Voor de volgende les leer je de antwoorden van de laatste 5 vragen uit je hoofd.
Ik ga dit klassikaal overhoren.
Ik hou ook bij wie dit goed doet en wie zich niet heeft voorbereidt.
Dit telt mee voor je mondeling.

Slide 16 - Tekstslide

Restaurant
Reisen
Les 1 b

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Was machen wir heute
Lesen tekst 3 zusammen
Grammatik 5 und 6 machen/ kontrolieren
Aussprache 
Sprechen Dialog Restaurant 
Examenkracht 
Hausaufgaben
Handelingsdeel machen

Slide 19 - Tekstslide

Grammatik
Machen;
Übung 5 Arbeitsbuch Seite 11
Textbuch Seite 25 
 Arbeitsbuch Seite 11
Textbuch Seite 27

Slide 20 - Tekstslide

Antworten Grammatik
Grammatik Übung 4
1. können
2. möchte
3. magst
4. will
5. dürfen
6. muss
7. möchten
8. kann
9. kann
10. muss

Grammatik Übung 5
1. hat
2. habe
3. sind
4. sind
5. wird
6. bin
7. haben
8. wirst
9. ist
10. habt

Slide 21 - Tekstslide

Dialoog im Restaurant
Je krijgt van mij de 2e 5 vragen van het dialoog zoals het op het mondeling komt.
Je hebt alleen het Nederlandse antwoord voor je liggen.
 
Ik stel aan iedereen eerst een vraag, daarna gaan jullie in tweetallen samen oefenen.

Weet je het echt niet meer pak op blz. 7 van Textbuch het dialoog erbij.


Slide 22 - Tekstslide

Dornröschen
Je krijgt van mij een blad met daarop de tekst van doornroosje. Onder elke zin kun je aantekeningen maken over de uitspraak.
Lees mee en schrijf je eigen uitspraak op.



Slide 23 - Tekstslide

Examenkracht
In Classroom staat een opdracht voor je klaar. Oefenen examenteksten 1. 
Maak deze opdracht
Ik controleer in examenkracht of je deze gemaakt hebt. 

Slide 24 - Tekstslide

 Werken aan het  handelingsdeel
Aan de slag!
Wat je in de les maakt hoef je thuis niet meer te doen. 

Slide 25 - Tekstslide