ZG3A dinsdag 6 april paragraaf 5.6

Welkom
Pak alvast je boek en een pen.

Heel erg fijn dat je er bent.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Pak alvast je boek en een pen.

Heel erg fijn dat je er bent.

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
- Nakijken bladzijde 28 en 29
- Zelfstandig werken bladzijde 30 en 31

Slide 2 - Tekstslide

Vraag 1
Als je een baan hebt, maak je als werknemer verschillende afspraken met je werkgever.

a) Noem ten minste twee van deze afspraken. 

b) Bekijk afbeelding 39. Over welke geldstroom kunnen werkgever en werknemer geen afspraken maken?

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 1
Als je een baan hebt, maak je als werknemer verschillende afspraken met je werkgever.

a) Noem ten minste twee van deze afspraken. 
Bijv.: afspraken over het werk, de werktijden, het loon.

b) Bekijk afbeelding 39. Over welke geldstroom kunnen werkgever en werknemer geen afspraken maken?
Over de loonheffing

Slide 4 - Tekstslide

Vraag 2
Suzan de Haan werkt voor een groot bedrijf. Bekijk haar loonstrook (afb. 40).

a) Op de loonstrook staat de term ‘deeltijdpercentage’ met als waarde 100,00 Wat betekent dit?


b) Waarom is dit gegeven belangrijk?

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 2
Suzan de Haan werkt voor een groot bedrijf. Bekijk haar loonstrook (afb. 40).

a) Op de loonstrook staat de term ‘deeltijdpercentage’ met als waarde 100,00 Wat betekent dit?
Suzan heeft een volledige baan.

b) Waarom is dit gegeven belangrijk?
Het salaris is afhankelijk van het aantal uur dat wordt gewerkt.

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 3
Bekijk de loonstrook van Suzan (afb. 40) nog een keer.
a) Welk bedrag krijgt Suzan op haar rekening gestort?

b) Welke bedrag wordt in totaal van haar salaris afgetrokken, volgens de loonstrook?


c) Hoe groot is het percentage loonheffing dat op het salaris wordt ingehouden? Rond af op één decimaal.

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 3
Bekijk de loonstrook van Suzan (afb. 40) nog een keer.
a) Welk bedrag krijgt Suzan op haar rekening gestort?
€ 1.550,36

b) Welke bedrag wordt in totaal van haar salaris afgetrokken, volgens de loonstrook?
€ 101,56 + € 404,08 = € 505,64

c) Hoe groot is het percentage loonheffing dat op het salaris wordt ingehouden? Rond af op één decimaal.
€ 404,08 : € 2.000 × 100 = 20,2%

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 4
Suzan verdient ongeveer € 26.000 per jaar; haar hoogste baas verdient ongeveer € 1 miljoen per jaar.

a) Suzan betaalt over haar loon ongeveer 20% loonheffing, haar baas betaalt ongeveer 45%. Waarom is dit verschil zo groot?


b) Wat vind jij van dit grote verschil?

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 4
Suzan verdient ongeveer € 26.000 per jaar; haar hoogste baas verdient ongeveer € 1 miljoen per jaar.

a) Suzan betaalt over haar loon ongeveer 20% loonheffing, haar baas betaalt ongeveer 45%. Waarom is dit verschil zo groot?
Bijv.: Omdat de regering vindt dat iemand die veel verdient ook veel belasting kan betalen.

b) Wat vind jij van dit grote verschil?
Eigen antwoord.

Slide 10 - Tekstslide

Vraag 5
De echtgenoot van Suzan, Henk de Haan, heeft een eigen bedrijf in de metaalsector (afb. 41). Hij heeft een winst van € 2.000 per maand.

a) Houdt Henk netto evenveel geld over om van te leven als Suzan? Verklaar je antwoord.


b) Waarom zou Henk ondernemer willen blijven als hij weinig verdient?

Slide 11 - Tekstslide

Vraag 5
De echtgenoot van Suzan, Henk de Haan, heeft een eigen bedrijf in de metaalsector (afb. 41). Hij heeft een winst van € 2.000 per maand.

a) Houdt Henk netto evenveel geld over om van te leven als Suzan? Verklaar je antwoord.
Bijv.: Nee. Hij moet belasting betalen en ook geld reserveren voor de modernisering van zijn bedrijf of voor het opvangen van tegenvallers.

b) Waarom zou Henk ondernemer willen blijven als hij weinig verdient?
Bijv.: Hij wil graag zelf zijn werktijden bepalen.

Slide 12 - Tekstslide