Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Grammar recap unit 5 05.05.23
1 / 40
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
In deze les zitten
40 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
What to expect?
Test unit 5 (x2)
SE irregular verbs (x1)
Speaking test (x3)
Test unit 6 (test week x2)
Slide 2 - Tekstslide
Test unit 5
Test unit 5 is next Thursday 13.04
Slide 3 - Tekstslide
Today
Recap grammar unit 5
Learnbeat
Slide 4 - Tekstslide
Adverbs vs adjectives
Slide 5 - Tekstslide
Zegt iets over
gebruik
Voorbeeld
mens, dier, ding
BN (adjective)
She is a
nice
girl.
This girl is
nice
.
werkwoord
BW (adverb)
(BN + ly)
That was
nicely
done.
She acted
nicely
.
BN
BW (adverb)
(BN + ly)
She is an
extremely
nice girl.
Let op: soms hebben bijwoorden een eigen vorm:
fast (geen -ly erbij) , very, well (van good)
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Moet hier een bijvoeglijk naamwoord of een bijwoord:
He is wearing ____ pants.
A
Old
B
Elderly
Slide 11 - Quizvraag
Moet hier een bijvoeglijk naamwoord of een bijwoord:
It is _____ hot today!
A
Real
B
Really
Slide 12 - Quizvraag
Moet hier een bijvoeglijk naamwoord of een bijwoord:
The car drove _____ _____
A
Slowly extremely
B
Extremely slowly
Slide 13 - Quizvraag
The door _____ opens
She is wearing a ______ dress.
The car ______ drives up the hill
He sings ________
It is ________ one o'clock
Automatically
Beautifully
Slowly
Beautiful
Exactly
Slide 14 - Sleepvraag
Passive Voice
Slide 15 - Tekstslide
Active
Het onderwerp voert een actie uit.
I paint the room.
Passive
Het onderwerp overkomt iets.
The room was painted (by me).
En daardoor verandert de werkwoordstijd en wisselen zinsdelen van plek.
Slide 16 - Tekstslide
Active persoonsvorm
:
Kan elke werkwoordstijd zijn.
Mike made a brownie.
Passive persoonsvorm
:
vorm van
to be
plus het voltooid deelwoord van het werkwoord.
A brownie was made by Mike.
Slide 17 - Tekstslide
Active
Present simple:
The company
hires
the woman.
Past simple:
He
delivered
the letters.
Passive
Present simple:
The woman
is hired
by the company.
Past simple:
The letters
were delivered
.
Slide 18 - Tekstslide
The secretary writes an email
The musicians play another song
The emails are sent by the secretary now
The songs are played in a different order
Active
Passive
Active
Passive
Slide 19 - Sleepvraag
Which sentence is in the passive voice?
A
The farmer is harvasting the corn.
B
The farmer has harvasted the corn.
C
The corn is harvested by the farmer.
D
Harvasting corn is a heavy job.
Slide 20 - Quizvraag
Jack builds a house. (Put in passive voice)
A
A house is being built (by Jack).
B
A house was built (by Jack).
C
A house is built (by Jack).
D
A house will be built (by Jack).
Slide 21 - Quizvraag
Cities did not recycle old machines.
(Put in passive voice)
A
Old machines are not recycled (by the cities).
B
Old machines were recycled (by the cities).
C
Old machines were not recycled (by the cities).
D
Old machines had to be recycled (by the cities).
Slide 22 - Quizvraag
Comparisons
Slide 23 - Tekstslide
<Superlatives
Comparitives>
Yes, these are dead memes, sue me.
Slide 24 - Tekstslide
Comparatives and superlatives
Trappen van vergelijking
-
Comparative
: vergrotende trap
-
Superlative
: overtreffende trap
Box A is
small.
Box B is
small
er
than box A.
Box C is the
small
est
of all.
A
B
C
Slide 25 - Tekstslide
Comparatives and superlatives
Woorden van 1 lettergreep:
- Comparative:
-er
-
Superlative
:
-est
old
old
er
old
est
Slide 26 - Tekstslide
Comparatives and superlatives
1. Bijvoeglijk naamwoord eindigt op een -e,
gebruik dan
-r
en
-st.
larg
e
large
r
large
st
Spellingsregels:
2. Bijvoeglijk naamwoord eindigt op medeklinker + y,
gebruik dan
-ier
en
-iest.
hap
py
happ
ier
happ
iest
Slide 27 - Tekstslide
Comparatives and superlatives
h
ot
hot
ter
hot
test
Spellingsregels:
3. Bijvoeglijk naamwoord eindigt op 1 klinker (a, e, i, o, u)
+ 1 medeklinker, medeklinker verdubbelen
b
ig
big
ger
big
gest
Slide 28 - Tekstslide
Comparatives and superlatives
famous
more
famous
most
famous
Zelfde regel geldt voor bijvoorbeeld:
famous
en
boring
boring
more
boring
most
boring
Slide 29 - Tekstslide
Comparatives and superlatives
good/well
better
best
Exemptions. REMEMBER THESE!
bad/ill
worse
worst
much/many
little
more
less
most
least
Slide 30 - Tekstslide
My house is (big) ...
than yours.
Slide 31 - Open vraag
Who is the (rich) ...
woman on earth?
Slide 32 - Open vraag
This flower is (beautiful)
... than that one.
Slide 33 - Open vraag
Who is the (good) .... football player in the world?
A
better
B
gooder
C
goodest
D
best
Slide 34 - Quizvraag
Who ------- WHICH
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Is that the laptop who/which got stolen?
A
who
B
which
Slide 37 - Quizvraag
Fill in who/which:
Isn’t he the man .....
was on the news?
A
who
B
which
Slide 38 - Quizvraag
Is that the guy (who / which ) stole your laptop?
A
who
B
which
Slide 39 - Quizvraag
Now what
Slide 40 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
KJ-Comparatives & Superlatives + Unit 2
September 2023
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1-3
Les Unit 2 - Les 2
November 2022
- Les met
21 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Tuesday 21-03 Grammar unit 5
Mei 2022
- Les met
25 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Comparatives & Superlatives
Mei 2023
- Les met
12 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Comparatives & Superlatives
April 2022
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Comparatives & Superlatives
Maart 2021
- Les met
15 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Comparatives & Superlatives
Oktober 2023
- Les met
27 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Unit 9 - Comparatives & Superlatives
Maart 2023
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1