Conditional = een voorwaardelijke zin.
Er zit dus een voorwaarde aan. Je gebruikt hem bij feiten, waarschijnlijke en onwaarschijnlijke situaties.
Conditionals bestaan uit een if clause (if zin) en een main clause (hoofdzin).
De if clause (de if zin) beschrijft de voorwaarde.
De main clause (hoofdzin) beschrijft het resultaat.
If i had money, I would buy a house -> Ik zou een huis kopen ALS ik geld had.
--> Het geld hebben is dus de voorwaarde.
We can drive past McDonalds, if you help me study after
--> Het helpen is de voorwaarde voor het langs de McDonalds rijden.