Les 8 / 9 - Symbolen

Welkom allemaal!
Pak je laptop erbij en log-in op Lesson Up

Ook leg je je Godsdienstschrift en een pen klaar.
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal!
Pak je laptop erbij en log-in op Lesson Up

Ook leg je je Godsdienstschrift en een pen klaar.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik op Rituelen

Wat weet jij nog?!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg in eigen woorden
uit wat rituelen zijn

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kun jij een gewoon
ritueel bedenken?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een rites de passage?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is géén overgangsritueel
A
Geboorte
B
Tandenpoetsen
C
Begrafenis
D
Trouwen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke rituelen kun jij bedenken bij een huwelijk?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Symbolen

De vorige lessen hebben wij ons bezig gehouden met Rituelen.
Bij Rituelen worden vaak symbolen verbonden.
Hierover gaan we het vandaag hebben



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Het leerdoel van vandaag
  •  Ik kan de 4 kenmerken van een symbool benoemen
  • Ik weet het verschil tussen een gewoon symbool en een levensbeschouwelijk symbool
  • Ik kan verschillende levensbeschouwelijke symbolen verbinden met de bijbehorende religies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk jij aan
bij het woord: symbolen

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De paardensprong
Het paard in het schaakspel beweegt 2 velden horizontaal met 1 veld verticaal of een beweging van 2 velden verticaal met 1 veld horizontaal. 

Er ontstaat bij een paardensprong altijd een L-vorm.
Maak met de paardensprong uit het schaakspel een woord van acht letters. Sleep daarna de letters naar de vakjes zodat het woord zichtbaar wordt.
L
S
M
N
O
Y
E
B

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg
Een symbool heeft 4 kenmerken:
  1. Een symbool is meestal tastbaar
  2. Een symbool maakt duidelijk hoe je denkt over belangrijke dingen in het leven
  3. Een symbool heeft vaak meerdere betekenissen
  4. Een symbool maakt herkenning mogelijk

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg
  1. Een symbool is meestal tastbaar: denk bijv. aan een trouwring
  2. Een symbool maakt duidelijk hoe je denkt over belangrijke dingen in het leven.
    Symbolen verwijzen naar iets. De onzichtbare dingen worden hierdoor zichtbaar. Een jongen van 16 jaar draagt een ketting met een kruis eraan. Hierdoor weten we dat de jongen gelovig is. 
  3. Een symbool heeft meerdere betekenissen
    Symbolen kunnen naar verschillende dingen verwijzen. Een symbool is geen teken! Een teken heeft maar één betekenis. Bijv. het stoplicht. Als deze op rood staat, moet je stoppen. Verder verwijst het naar niets anders. Als we naar het kruisje kijken van de jongen van 16 jaar, dan weten we dat hij christelijk is. Hij gelooft in Jezus. Maar het kruis staat ook symbool voor de kruisiging van Jezus, wat we tijdens Pasen herdenken. En ook aan de wederopstanding! Het kruis heeft dus meerdere betekenissen,.
  4. Een symbool maakt herkenning mogelijk
    Aan het symbool herkennen we een bepaald standpunt of het behoren tot een bepaalde groep. Bij een trouwring zie je dat iemand getrouwd. is. Of als iemand volledig in het oranje gekleed is bij een voetbalwedstrijd, dan weten we dat hij supporter is van het Nederlands Elftal.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg
Bij rituelen en feesten spelen symbolen een belangrijke rol. 
Bijvoorbeeld bij een huwelijk geven de bruid en bruidegom 
elkaar een ring. De trouwring staat symbool voor eeuwigdurende verbondenheid tussen man en vrouw. Ook staat voor velen de trouwring als symbool van... trouw aan elkaar!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktische Symbolen
  • Praktische functie zoals verkeersborden of symbolen op gevaarlijke producten
  • Praktische symbolen dienen heel duidelijk te zijn en zijn ook vaak wereldwijd herkenbaar. Denk bijvoorbeeld aan de toiletborden. 
Religieuze symbolen
  • Religieuze symbolen zijn vaak niet direct te begrijpen. Maar dat is eigenlijk ook heel interessant!
  • Het symbool heeft meerdere betekenissen; het kruis in het Christendom verwijst naar de kruisiging van Jezus, dat liefde overwint

Slide 15 - Tekstslide

Nog een kleine herhaling met het verschil tussen de kenmerken van praktische en religieuze symbolen.
Kan jij een tastbaar symbool bedenken?

Slide 16 - Open vraag

Benoemen tijdens de les: niet het voorbeeld wat al genoemd is, zoals de trouwring / ketting met het kruis
Christendom
Boeddhisme
Jodendom
Islam
Hindoeïsme

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ga met zijn tweeën of drieën op het internet op zoek naar verschillende religieuze symbolen.
Upload de afbeeldingen hieronder.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Symbolen Christendom
Het kruis is het belangrijkste symbool.
Het staat voor de kruisiging
en de wederopstanding. En het geloof in
de drie-enige God. God, Jezus en de Heilige Geest

Alfa en de Omega: Het begin en het einde. Symboliseert dat God almachtig is  

Het Labarum
Samenvoeging van de Griekse letters XP:
Chi-Rho. Deze vormen de 
naam Christos
Ichthus: Grieks woord voor vis
Iesous (Jezus) CHristos (Christus)
THeou (God) Uios (Zoon) Soter (Verlosser) 
Belijdenis van het geloof.

Het Anker:  De hoop en de zekerheid
die christenen vinden in Jezus Christus

INRI: Op veel afbeeldingen van de kruisiging
van Jezus en op crucifixen vindt
je deze tekst boven het hoofd van 
de gekruisigde Jezus. INRI zijn Latijnse letters, wat betekend: Iesus Nazarenus, Rex Iudaeorum 
Jezus van Nazareth, koning der Joden






Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symbolen Jodendom
Davidster : Het schild van David. 
Het is een hexagram.  De ster bestaat uit 
2 driehoeken die in elkaar gevlochten zijn.  
Beide driehoeken hebben een betekenis: 
één driehoek verwijst  naar God, de ander naar de mens.


Keppel:  Dit dragen Joodse mannen. 
Het is een teken van eerbied aan God.



Menora: zevenarmige kandelaar, die de eeuwige
vlam wordt genoemd, het Licht van de wereld. 
De vlammetjes - die de duisternis overwinnen - 
symboliseren de overwinning van het goede op het kwade. 





Mezoeza: een tekstkokertje dat
volgens traditioneel Joods gebruik
op deurposten wordt aangebracht.
Het bevat de teksten uit Deuteronomium.

Tefilin: Bij het gebed dragen 
de mannen vanaf 13 jaar 
gebedsriemen. Daarmee
getuigen ze de band tussen 
God en het joodse volk.

Tsietsiet: gedenkkwasten.
Herinnering aan Gods geboden.



Slide 20 - Tekstslide

De mezoeza, Tefilin en Tsietsiet vormen samen de drie herinneringstekens in het Jodendom. Alle drie tekenen herinneren aan Gods geboden en voorschriften.
Deze symbolen sporen aan om te handelen en te leven naar deze geboden en voorschriften.
Symboliek Islam
Het enige, algemene symbool van de Islam is de halve maan. Deze is verbonden met de Ramadam.
De heilige maand van het vasten, welke ieder jaar weer terugkomt. De Ramadam begint wanneer de nieuwe 
maan zich laat zien.
In tegenstelling tot andere culturen en religies kent de Islam geen andere beeldsymbolen.
De symboliek zie je eerder terug in religieuze manifestaties zoals het gebed, de pelgrimstocht, het vasten tijdens Ramadam etc.

We kennen wel typische islamitische gebruiksvoorwerpen welke moslims gebruiken:

Het gebedskleed: wordt gebruikt voor het rituele gebed, in huis of in de moskee. De grond wordt gezien als onrein. Om toch op een reine grond te bidden, gebruiken moslims het gebedskleed.
De Kaäba: een kubusvormig gebouw dat staat in Mekka. Het heiligdom van de Islam. TIjdens de Hadj (bedevaart) loopt men zeven keer om de Kaäba heen. 
Minaretten: een typische islamitisch kenmerk, als toren van een moskee. Minaret wordt gebruikt door de meuzzin ; vijf maal per dag roept hij de moslims toe tot het rituele gebed. 




Slide 21 - Tekstslide

Meuzzin: man die vijf keer op een dag roept om het rituele gebed uit te voeren.
Symbolen Hindoeïsme

Ohm: dit symbool staat voor 
volmaaktheid. En ook voor
de schepping van het heelal

Shri: dit is een soort eretitel
en geeft iets heiligs aan. 
Het staat symbool voor
welvaart en welzijn, 

Swastika: dit symbool  
staat voor voorspoed 
en geluk. 


Lotus: de lotusbloem 
staat symbool voor
schoonheid en 
onthechtheid. 


Slide 22 - Tekstslide

Ik twijfel over de Swastika; maar anderzijds is het nu eenmaal een symbool. Respect voor elke religie, levensbeschouwing en de daarbij behorende rituelen/feesten/symbolen horen er bij.
Symbolen Boeddhisme
Dharma-Chakra wiel: Het staat
symbool voor het levenspad dat je
bewandelt om een goed mens te zijn.

Tiratana: 3 juwelen. Ze worden ook wel
de drie toevluchten genoemd. Toevlucht
nemen helpt je om je verder te openen en
versterkt het vertrouwen op het pad naar bevrijding.
 
Siddharta Gautama:
spirituele leider  op wiens leer het
Boeddhisme is gebaseerd.
Gautama bereikte volledige verlichting 


De bodhiboom in Bodhgayaén
is een gerespecteerde
plaats voor boeddhisten.
Siddharta Gautama werd
volgens de boeddhistische leer
een boeddha terwijl hij al zittend aan het mediteren was onder deze boom. Daarom wordt de bodhiboom beschouwd als respectvol en staat zij symbool voor het bereiken van verlichting of nibbana.


Gebedsmolen: Boeddhisten draaien aan
gebedsmolens als ze om een
tempel of stoepa lopen.
 In deze gebedsmolens zitten rollen papier
waarop duizenden gebeden geschreven
staan. Door de gebedsmolens rond te draaien
sturen de boeddhisten de gebeden de wereld in.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Het leerdoel van vandaag
  •  Ik kan de 4 kenmerken van een symbool benoemen
  • Ik weet het verschil tussen een gewoon symbool en een levensbeschouwelijk symbool
  • Ik kan verschillende levensbeschouwelijke symbolen verbinden met de bijbehorende religies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gewone 
symbolen 
Levensbeschouwelijke symbolen 

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een symbool heeft 4 kenmerken.
Hieronder zie je er 4 staan.
Welke is NIET juist
A
Een symbool maakt herkenning mogelijk
B
Een symbool is meestal tastbaar
C
Een symbool maakt duidelijk hoe je denkt over belangrijke dingen in het leven
D
Een symbool heeft géén betekenis

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

EVALUATIE: Vul zo eerlijk mogelijk in.
Wat ging er goed? Wat vind je lastig?
Waar wil je nog meer uitleg over?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies