Landschappen in Nederland! Deel 1

Hoofdstuk 1: 
Lage landen aan zee
Cursus 1.2 deel 2:
Landschappen in Nederland.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1: 
Lage landen aan zee
Cursus 1.2 deel 2:
Landschappen in Nederland.

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning 
Aanwezigheid, boekencontrole en huiswerkcontrole

Mededelingen: 

Uitleg van cursus 1.2 'Landschappen in Nederland'

Maak van Cursus 1.2 'Landschappen in Nederland' vraag 1 t/m 8 

Lesdoelencheck

Vooruitblik op de volgende les

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelvragen van deze les
1. Wat is een duinlandschap?
2. Wat is een zeekleilandschap?
3. Wat is een laagveenlandschap?
4. Waar liggen deze landschappen in Nederland?

Slide 3 - Tekstslide

Duinlandschap
Jonge duinen
  • Direct aan de kust  
  • Helm gras houdt het zand bij elkaar
  • Tot 60 m hoog

Oude duinen
  • Meer landinwaarts 
  • Enkele meters hoog of afgegraven 
  • Akkerbouw en bloembollenteelt
Waar
Aan de noordzeekust

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Zeekleilandschap
Wat zie je
  • Je ziet hier heel veel schapen en koeien
  • Ook wordt hier heel veel aardappelen en andere gewassen verbouwd
  • Erg vruchtbaar door nutriënten in het klei
  • Ook zie je veel meren en sloten
Polders en droogmakerij
Waar
  • Noordzeekust
  • Beneden NAP
  • Laag Nederland 
  • Terpen en dijken om droge voeten te houden

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Laagveenlandschap
Waar
Laagveen:
  • Noord-Holland
  • Zuid-Holland
  • Friesland
  • Groningen
  • Beneden NAP
Turf
  • vroeger gebruikten ze turf voor in de kachel
Wat zie je
  • Je ziet hier heel veel schapen en koeien
  • Het is er vaak te nat voor landbouw
  • Je ziet langgerekte dorpen, deze zijn langs lange sloten gebouwd 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Aan het werk
Wat: lees en maak van cursus 1.1 'Wat zie je in een landschap' vraag 1 t/m 8 

Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken!

Hulp:   de theorie (lees goed!)
              buurman/buurvrouw naast je
              de docent

Klaar: laten controleren en ga daarna nakijken!

Tijd: 5 minuten voor de bel

Slide 10 - Tekstslide