Toetsvoorbereiding Grieken en Romeinen

Toets Grieken en Romeinen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Toets Grieken en Romeinen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet dit tijdvak?
A
Prehistorie
B
Tijd van jagers en boeren
C
Tijd van monniken en ridders
D
Tijd van Grieken en Romeinen

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van wanneer tot wanneer was de tijd van Grieken en Romeinen?
A
500-1000 n.Chr.
B
1000-1500 n.Chr.
C
1500-1600
D
3000 v.Chr. - 500 n.Chr.

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In Griekenland...
A
bestonden veel zelfstandige stadstaten die van elkaar gescheiden waren door bergen en zee.
B
ontstond in 509 v. C. een Grieks rijk met aan het hoofd een koning.
C
verenigden de zelfstandige staten zich tot een groot rijk.
D
Wisten Sparta en Athene alles te veroveren waardoor een Grieks rijk ontstond.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraak is juist?
A
De goden woonden met z'n allen op de Areopagus.
B
De Grieken waren monotheïstisch.
C
Jupiter was de Griekse oppergod.
D
Griekse goden hadden menselijke eigenschappen.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit of Grieken een monotheïstische en polytheïstische godsdienst hadden.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie mochten er stemmen in de democratie?
A
Aristocraten
B
Alle inwoners van Athene
C
Vrouwen
D
Atheense burgers

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Volgens de legende werd Rome gesticht door twee broers. Wie waren dat?
A
Viktor en Rolf
B
Romulus en Remus
C
Asterix en Obelix
D
Romulus en Ceasar

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van 750 v.Chr - 500 v.Chr was het Romeinse Rijk een .........
A
Konininkrijk
B
Republiek
C
Er was een tiran aan de macht.
D
Keizerrijk.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Romaniseren is:
A
De verspreiding van de cultuur van de Romeinen
B
Het veroveren van zoveel mogelijk gebied door de Romeinen
C
Het proces van handel tussen de Romeinen en Germanen
D
Taalpolitiek waarbij alle bezette gebieden Latijn moeten leren

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke rivier in Nederland werd de grens van het Romeinse Rijk?
A
De Maas
B
De Rijn
C
De Waal
D
De IJssel

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werd de versterkte noordgrens van het romeinse rijk genoemd?
A
Lomes
B
Romanes
C
Limes
D
Limoen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na de dood van welke Romein braken er burgeroorlogen uit?
A
Julius Ceasar
B
Nero
C
Constantijn
D
Augustus

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1
2
3
5
4
6
7
Het Imperium Romanum

Slide 16 - Tekstslide

Dit is een clickable/interactieve kaart van de groei van het Romeinse Rijk.

Data kunnen worden overgenomen. Kaarten in de stijl van Feniks.

Knoppen laten corresponderen met de kleuren van de groei.

Eventueel optie toevoegen waarbij de kaart als animatie kan worden getoond. Dit kan met de volgende begeleidende tekst (eerste versie – evt. nog wat sleutelen met precieze landen):  

Hoofdstuk 3 heet ‘Imperium Romanum’, wat Romeinse rijk betekent. Op dit kaartje zie je hoe Rome van een stadstaat uitgroeide tot de hoofdstad van een wereldrijk. Dat ging in de volgende stappen. Klik nu op 1. Je ziet Italië met de hoofdstad Rome. Klik nu op 2. Je ziet dat de stadstaat Rome omliggende gebieden heeft veroverd, zoals Sicilië en Sardegna. Klik op 3. Nu hebben de Romeinen alle Noord-Italiaanse stadstaten ingenomen, Griekenland veroverd en het huidige Spanje en Portugal. Klik op 4. Je ziet dat het huidige Frankrijk aan het gebied wordt toegevoegd, stukken van Noord-Afrika en een deel van Nederland. Klik op 5 en 6. Je ziet nu dat het Romeinse rijk alle landen rond de Middellandse Zee omvat en ook het huidige Engeland is toegevoegd aan het rijk. Klik op 7: Je ziet dat het Romeinse rijk op zijn hoogtepunt is en het gebied loopt helemaal van Schotland tot Iran en Egypte.

Het zou ook gaaf zijn om aan het einde van de animatie verschillende hoofdwegen zichtbaar te maken die richting Rome gaan, met de tekst:

Een bekende uitspraak is: “alle wegen leiden naar Rome”, wat refereert aan het gigantische wegennetwerk dat de Romeinen in Europa, Afrika en Azië aanlegden om alle uithoeken van het Romeinse Rijk bereikbaar te maken. Het waren verharde wegen om de legers snel te kunnen verplaatsen. Door deze goede wegen was reizen makkelijk, veilig en konden mensen makkelijk met elkaar handelen.

Met dit laatste stukje kunnen leerlingen bovendien eenvoudig antwoord geven op vraag 3a. 
Waarom werd Julius Caesar vermoord?
A
Hij was een slechte keizer
B
Hij werd te machtig
C
Hij had de keizer beledigd
D
Hij had een veldslag verloren

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op de afbeelding zie je de bijeenkomst van:
A
De senaat
B
De consuls
C
De volksvergadering
D
Het volk

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je de mannen die
Caesar vermoord hebben?
A
Consuls
B
Plebejers
C
Patriciërs
D
Senatoren

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In veel boeken over de Romeinen wordt
regelmatig gesproken over: Imperium Romanum.

Wat zou dit betekenen?
A
Romeinse Leiders
B
Romeinse Tijd
C
Romeinse Vrede
D
Romeinse Rijk

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste volgorde over het
bestuur van het Romeinse Rijk?
A
koninkrijk-republiek-keizerrijk
B
republiek-keizerrijk-koninkrijk
C
keizerrijk-koninkrijk-republiek
D
koninkrijk-keizerrijk-republiek

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een republiek?
A
Een land waarin 1 iemand de macht heeft.
B
Een land waarin de macht is verdeeld tussen groepen.
C
Een land waar een koning de macht heeft.
D
Niemand heeft de macht.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

van wanneer tot wanneer was het romeinse rijk een 'republiek'?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Leer de begrippen, overhoor elkaar of maak een samenvatting. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies